11 resultaten
Vladeracken, van | 1703-04-06
Arch. Gecomm Raden Noorderquartier Inv 51
Achternamenindex
losrenten kantoor Alkmaar: verschijndag 04-15, Willem Koedijck, spruitende uijt de erffenisse van sijn broeder Gerrit Vladerak, fl 1200 - fl 48
1468~ |
G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam 1e Inbrengregister fol 20v
Jaartallenindex
goederen van Kathrijn Jan Hairtzensdochter. Dese nabescreven goede behoeren toe Katrijn voirn. de eene helft ende Wendelmoet Jan Hairtszoensdochter d'ander helft, ende sij woent toe Purmereynde int cloester: 1) 2 deymde lants toe Koedijck
Coevenhoven, van | 1674-07-28
Arch. Gecomm Raden Noorderquartier Inv no 51
Achternamenindex
losrenten kantoor Alkmaar: verschijndag 1675-10-01, Johan van Coevenhove, secretaris Uitgeest fl 1000 - fl 40; contingent Koedijck fl 270 - fl 10-16, met 1795 afgeschreven, als in 1794 met certificaat aangegeven in de negotiatie van 1793-01-17 voor nieuwe obligaten
1541-09-05 | Oudkarspel
R.A.H. Coll Aanw 517 fol 120v/Leenregister Egmond D
Jaartallenindex
Karel etc oorkondt dat wijlen Aelbert Gerritsz, in zijn leven schout van Koedijck, van hem in leen hield ½ van een stuk land geheten Saskeroort, gelegen in de ban van Outkarspel op Langedyck, groot 9 deymden, welk leen overmits aflijvicheyt binnen sjaers gebeurt, gesuccedeert is op zijn oudste zoon wijlen Pieter Aelbertsz [die het dus niet heeft kunnen verzoeken], en dat tselve mits sijn overlijden gesuccedeert ende gevallen is op Geleijn sijn oudste zoon, die nu vervolgens beleend wordt. Hulde doet voor hem zijn oom en voogd Jan Aelbertsz, daar hij onmondig is
getuigen: mr Cornelis Jansz van Alcmaer, Willem Pietersz Gijep, leenmannen van Holland
1485-05-28 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 69/Diversorium Galileaconvent Monnikendam
Jaartallenindex
van onze lekebroeders: broeder Claes Jansz van Koedijck. Dese goede broeder brocht hier int convent syn ouders erve dat al wat merclic was, ende hi was nae sijn vermoghen alle tijt een neerstich ende een trouwe broeder voer dat convent, ende hi was langhe tijt sieckemeester oec in der pestilencie dede hi die sicke broeder besceijte. Ende hi was langhe tijt molckemeester ende oec poertier tot sijn outheit. Ende hi is ghesturven anno 1485 nae dien dat hi hier ghewoent had 51 jaer, opten 28e dach in May
1491-10-04 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 69/Diversorium Galileaconvent Monnikendam
Jaartallenindex
van onse lekebroeders: broeder Pieter Jacopsz van Monikedam. Dese goede broeder was gheprofessyt in der derde oerde van St Franciscus, ende was dit convent zeer trouwe, want hi plachte in sijn joncheijt die wolle lakenen te vollen ende oec stof ende percament te maken ende was neerstich die broeders haer boetscippen te doen ende te bidden voer dit convent. Ende hi is ghesturven int jaer ons Heren 1491. Ende hi had hier ghewoent 50 jaer ende hi starf op St Franciscusdach. Ende hi gaf dat convent tot een testament bi sijn leven 3 koeven gheleghen tuscken Purmereyndt ende Koedijck ende mach weerdich wesen bi 150 gld current ende wi hebben daer een instrument of ende een scepenbrieff
1468-06-02 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 20/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex
Martinus Frederici, presbyter, Traject. dyocesis, keizerlijk notaris, instrumenteert het testament van Elizabeth relicta Jacobi Pieter Volkerts in Koedijck. Zij vermaakt aan het Galileaconvent bij Monnikendam unum florenum annuatim perpetui redditus uit 3 deympt vulgariter dicta Garbrants Heerts weer sita in parochia de Kodijc et in banna de Oesthusen juxta domum Gerbrandi Heerts, in cujus orientali: Jacobus Claver cum fratribus suis, occidentali: Janckis weer, boreali parte: Elisabeth voorn, ab australi parte: quo parte agger via publica. Frater Arnoldus prior domus prefate verzoekt de notaris hiervan een publiek instrument op te maken. Acta sunt haec in domo domini Nicolai Johannis, pastoris in Codijck, presentibus domino Nicolao Johannis, pastore predicto, domino Johanni filio Nicolai, presbiteris, et Amilio Doesz tutori dicte Elizabeth
1517 (10) |
G.A. Monnikendam Inv no 154/Diversorium Galileaconvent fol 45-52v
Jaartallenindex
(vervolg) item Monikebroek Katwoud: - fratris Jacobi Johannis, layci de Overleeck van 't pat ende van die sceydinghe van die erfnamen, - instrumentum fratris Symonis Reyneri de Monikedam littera ejusdem de compactu prime suscepcionis in fratrem, item littera: - fratris Petri Gael, monachi, de terra in Buterweer, - eciam van t scot in Monikedam, - de vendicione van een koeven in Koelkeweer, - due littera filiarum Jacobi Marti[no] van Jaep Martsis ven, - due littera de terra dicta die Camer apud conventum situata, - de terra dicta Pouwelsweer van Gheertgen van Purmer, - due de peciis terrarum Lampges lant ende die acker, - super domum Weyntgen Heijn Bonis in Monikedam, - due littera cum instrumento Gherardi Paeu de terris super Katwoud, - een zeert van een vriesceyt van die landen. Quitancia conventus sororum in Monikedam de terris in Monikebroeck. Littera: - conventus quam dedimus filiabus Jacobi Marti[ni], - de parte Johannis Theodrici Weggis van Koelkeweer, - Ytgen Jan Kuuskis de terris apud domum Outjans, - de terra empta a domino Nicolao Evesen op die Leeck, - Judoci Johannis Teenck vant uterdijctgen op die Purmer, - de parte empta van mollers dyccamps uterdyck ende van Koelkeweert uterdijck van Wendelmoet Jan Heijnis, - Katherine Lutge reijnis super domum et terra ejus, - de una medietate Gelresven, - de duabus Koeven in Koelkeweer et quarta parte unicus venne, - de campo dicto Volkenthem ista est una littera mit Gleresven ende Koelkeweer, - due litttere quas habemus a fratre nostro layco Petro Bernardi de Monikedam, - due littere super domum Tymanni Nannonis in Katwoud; littera ejusdem scabinorum duorum: - instrumentum Margarete Nicolai Wouteri, - instrumentum Katharine Petri Volkerts de Koedijck, - instrumentum Elisabeth Petri Volkerts de Koedijck, - littera fratris nostri Johannis Petri layci de Purmaria, - instrumentum fratris Johannis layci de Udersem. Littera trium florenorum cum tribus st Symonis Nycolai Michaelis de Udersem, - de terra fratris Jacobi Voel te Mijsen, - de terra fratris nostri Johannis Nycolai te Mijsen, - tres litterei Johannis Custodis in die ban van Oesthusen, - littera in Edam op die Bult 1 gld , - fratris Reyneri monachi, in die ban van Oesthusen, - de campo op ter Beets. Een quijtsceldinghe of een hantteyken van mr Jan Melijsz van Amsterdam, - in Bergerban bi Alcmaer
1498-10-23 |
Bissch Oud Arch Haarlem 7 kl A no 26
Jaartallenindex
Reijnerus filius Wynaerdi, clericus Traj, notarius, instrumenteert dat magister et dominus Florencius filius Ziveri, presbyter et pater confessor van het St Michielsconvent te Haarlem, zijn testament maakt, waarbij hij begeert in het convent begraven te worden. Hij geeft aan de zusters een nobel sjaers, gelegen op Koedijck of Heirinuercerspel ende gebruict nu ter tijt Reyner Jacopsz. Tal van legaten vermaakt hij. Item alle mijn maenstont daer sellen offeren heer Florijs Gherytsz, heer Jacop van Brederode ende heer Dirc Jansz. Item heer Willem tot Leyden, den pater tot Scagen 2 silveren coppen en 2 silveren lepelen. Item Jan Moer 4 R gld sjaars zolang hij leeft; Heer Symon Heynricsz 1 Postulant gulden. Item heer Evert Heijnricsz 1 Post. gld. Item mijn neef heer Florijs Gherijtsz een casse die hanct an die scoerstien in mijn camer mit het heilige cruis. Item heer Dirc Jansz een van myn beste geerneijtges. Acta fuerunt haec Haerlem in domo dicte testatoris, presentibus Arnoldi f. Warbodi, custode dicti conventus et Petro f. Johannes incola oppidi de Haerlem
1547-11-07 |
Ms Opt Straeten v.d. Molen III fol 919
Jaartallenindex
huwelijksvoorwaarden van Adriaen van Lavella Jacobsz en Catrina van Berckenrode, geassisteerd met Claes van Huessen, burgemeester van Haerlem, haer oom en voocht. Adriaen brengt ten huwelijk: 1) ½ van t Glavelt, gelegen aan die [drie] percelen aen den anderen voor Koedijck in de ban van Bergen, daer d'ander ½ sijn suster off toebehoort; 2) ⅔ van een stuk land in de ban van Schoerle, gebruikt bij de erfgenamen van Cornelis uten Elst tot Bergen; 3) een rente op Job van Mierevelt tot Delft etc; 4) noch soo comt den voorn. Adriaen van Jacob Willemsz, zoon van Willem Jansz in zijn leven schout tot Alcmaer etc; 5) een lijfrente ten lijve van Adriaen sprekende op Symon Ysbrantsz en Jan van Steenwijck tot Rotterdam; 6) een rente op Splinter van Archom [Hargen ?] in den Hage; 7) item heet Adriaen gemeen met mr Claes Beuckelaer etc; 8) noch samen met sijn swager een scheepspart; 9) de registeren van sijn comptoire ende de schulden daerinne wesende aengaende sijn procureurschap; 10) sijn huijsinge metten imboel en huysraet, belast met 6£ Holl die Gerrit van Loo daarop heeft; 11) hij is zelf belast met de betaling na zijn overlijden aan de erfgenamen van sijn overleden huysvrouw 560 Kar gld, waarvan hij het gebruik heeft. Aan Neeltje Nicasiusdochter moet hij 200 Kar gld betalen bij haar huwelijk, en aan de kerk van Ryswyc een ewige onlosbare rente van 43½st sjaers. Joffr. Catlijne brengt in: 1) 48 gemeten lands in Scuddebeurs; 2) 60 Kar gld sjaars losrenten, die haar vader Henrick van Berkenrode gehouden is haar alle jaar te betalen; 3) haar imboel en huisraad. De kinderen van joffr. Catlijne zullen na haar dood van haar erven, tesamen met de kinderen die uit haar huwelijk met Adriaen eventueel zullen voortkomen
met zegels van: Adriaen Stalpert v.d. Wiele en Claes van Huessen