3 resultaten
1481-02-17 (1480) |
R.A.H. Coll Aanw 106 Caput Kennemerland fol 18/Reg Maria Max. fol 18
Jaartallenindex
hertog Max. oorkondt dat Symon Reijnersz hem een brief getoond heeft, bezegeld door drie leenmannen, nl Aernt van Damme, Willem ut den Hage Gerijtsz, en Geryt Martijnsz, inhoudende hoe dat Bertelmeus van Pruyssen verkocht en opgedragen heeft aan Symon voorn. een crofte lands gelegen tot Berghen in Kennemerland bij de kerk aldaar, groot 500 roeden, die Bartholomeus van ons te leen hielt, certificerende dat die voorn. Bartholomeus soo oudt ende kranck was, dat hij niet reysen en mochte, biddende onsen voors. stedehouder dat hij hem die voors. crofte lants verlyen ende verleenen wilden. De hertog beleent Symon er vervolgens mee tot een onversterfelijk erfleen
1540-01-07 (1539) | Heemskerk, Assendelft, Haarlem
R.A.H. Coll Aanw 517 fol 123v-131/Reg Egmond D
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat hij op ootmoedige bede van Willem van Ruyven hem octrooi tot testeren gegeven heeft. Geinsereert in zijn testament dd 1541-08-20 en 1540-08-20: testament van Willem van Ruijven, sieck en kranck van lichaam. Zijn zoon Jan van Ruyven ontvangt: a) het goed te Eemskerc [er staat Remskerk], dat hij houdt van de graaf van Holland, b) een tiende in Assendelft, die hij voor de helft in leen houdt van de graaf van Egmond, c) een tiende gelegen bij Delft op t Wout, door hem in leen gehouden van Aelbert van Raephorst. Zijn huisvrouw Jutte van Zolms behoudt haar lijftocht aan de helft van deze 3 lenen. Hij geeft haar bovendien tot lijftocht: 1) ½ van een tiende in Wolfersdyc, leen van Holland, 2) 18 morgen land gelegen ter Nyer Aa [er staat Wyer A], 3) 700 Kar gld, ter lossing den penninck 16, losrente op een huysinge binnen Haerlem, staende op t Sant, 4) alle zyn meubelen, silver, goud etc. Gepasseerd voor notaris Sander [?] de Bommel te Utrecht, ten huize van juffr. Barbara van Solms, weduwe Jacob van Gaesbeek (vgl 1544-01-24)
present: Goedschalk van Winssen, Johan Ruysch, leenmannen van Holland
1568-02-15 |
Staatsarch Detmold-Urkunden L 3 Holland no 130
Jaartallenindex
testament van heer Henrick graaf van Brederode heer van Vianen, "etwas swach und kranck vom leibe": hij herroept zijn vorige testamenten (1564-05-17), met voorbehoud van hetgeen zijn vrouw Amelie aanbelangd; hij legateert aan zijn zuster Johanna geboren van Brederode vrouwe van Honnepel, behalve hetgeen hij aan Amalia vermaakt heeft, al zijn goederen en heerlijkheden, "und institueert dieselde deren erben und herede, dissem nach hat wohl ernanter heer zu Brederode, testator, dese welgeboren graeffen Peter Ernsten von Mansfelt sumbt kynderen einen jegelicher ein portugaluser einmahl zu geben begert und bezetzt"; aan zijn zuster Penelope van Brederode vrouwe van Ghistelles legateert hij 3 morgen land te Wissen of 600 Kar gld daarvoor; aan heer Henrick den Jungeren, graaf zu Holstein un Schauenbergh, heer zu Gemmen, legateert hij de hoge heerlijkheid van Bergen in Kennemerland met alle toebehoren en de door de testateur bedijkte landen en het eyland van Kallensoege, met de dorpen en polder van den Schenckelen. Hij mag dit legaat niet aanvaarden voor de dood van zijn vrouw Amalia; aan de armen legateert hij 600 gld en aan zijn vrouw Amalia al zijn roerende goederen, geld, sieraden en de belening met het graafschap Brederode, belast met 8000 Kar gld. Hij benoemt Johan bisschop van Münster en Osnabrück, heer Otto graf zu Holstein Schauenberg en heer Wilhelm Keteler tot voogden over zijn vrouw Amalia. Gedaan op het schloss und amptshause die Horneburgh genant im Ertzstift von Collen und veste van Recklinghausen gelegen (in het Duits, verkort en vertaald)
Johansen von Stein, Johansen Gruekort, Johanssen von Loen, Herman van Sehusa, pastoor te Henrickenburch, Arndten Hesehuisen, kelner zu Hornburg, Christoffels Schrebers, Arndelen Burgraffen, Johannes Wyler, als getuigen