Bedoelde u soms?
kenre | kuenre | kuinre | kunre | kuunre | kuyper

13 resultaten

Kuynre, van | 1404-12-16

R.A.H. Coll Aanw 96 fol 176v
Achternamenindex

Herman van Kuynre ontvangt: - de heerlijkheid van Orck en Emelwaerde, waarvan de heer van Voorst en Keppel een deel hield en Dirck van Zweten het andere deel; - vier stukken land die Tyese Wynkyns placht te gebruiken; - 36 stukken land waar de munt op stond; - 9 stukken land daar die Koijter op woonde; 11 stukken land waar Wisentan op zat; - 21 stukken land die Rabbert gebruikte, alles gelegen op Emelwaerde; - Diewaert Henricksdochter van Thoerenburch ontving 4 maden land in de ban van Groot Oosthuser cooch; - Gerrit Willemsz ontving zulk land als hij in Tesselt heeft in de ban van der Burch en heet Soyerscoech, noorwaarts strekkende tot het Ylmeer

West Friesland, Urk

Kuynre, van | 1404-12-16

R.A.H. Coll Aanw 96 fol 177
Achternamenindex

vervolg: Ewout Alytsz ontving 2 morgen en een vierendeel land in de ban van Zwaag, geheten Alckenland, eigen erf van Cleve; - Claes Heynenz 4 morgen land in de ban van Twiske, achter zijn huis in de 8 morgen; - Symon Nannenz in Texel 2 stukken land, Jan Trysencooch, houdende 2800 roeden, en het andere stuk is gelegen in Olboutscooch 400 roeden; Melis Claesz 2 ½ morgen gelegen in de ban van Wognem buiten de Zomerdijk op ten meer

West Friesland

Cuynre, van | 1331-07-24

Van Mieris II p 520, 521
Achternamenindex

Jan van Cuynre wordt beleend met de goederen van zijn neef Heynric van Kuynre, het gerecht van Kuynre, Emeloort en Orc, de zeevond te Espel, het gerecht te Vene en te Monike Kuynre in Stellinghewerve en 17 hoeven land, het erf te Oisterzee, genaamd Penningenhuve, na zijn dood te komen op zijn zoons Harman en Jan

Cuynre, van | 1399

Maandrekening Zwolle 1399
Achternamenindex

gerekend mitten wynman in de 2e maand: "item gegulden voer des heren gesinne van Voirst ende ghesinne Hermans van Kuynre 13 qu" (p 24); "item den greve van Cuynre ende syn soen 4 qu" en in volgende maanden idem (p 35, 61, 81)

Heukelom, van | 1446

Geld Leenakten 2e stuk Veluwe p 76
Achternamenindex

het huis te Kernhem met twee kempken voor het huis, met de goedren geheten Doesborch en Krijel, de tienden, alle pacht en jaargeld, een hoeve hout in Ederholt gelegen: Johan van Hueckelom Jansz bij transport door Lysbet van Schonauwen; 1463: Henrick Vrese van Kuynre, onmondig, bij transport door voornoemde Johan

Ede

1530-02-14 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Sticht fol 83-85v
Jaartallenindex

Karel geeft onse lieve en getrouwe ridder heer Jan van Renesse octrooi om bij testament over zijn goederen te mogen disponeren ten profyte van zijn kinderen en zijn vrouw te lijftochten aan de minre helft van zijn lenen, get. Herdinck. Hij bepaalt dat zijn dochters jvr Hadewich en jvr Margriet zullen behouden de goederen die hij hun bij hun huwelijkse voorwaarden gegeven heeft. Geextraheerd uit het testament van heer Jan van Renesse 1535-07-11, bezegeld met een roet [!] ende mit twee verscheyden handen onderteyckent, aldus Johan van Renes van Wulven, ritter, Alydt Freyse van Kuynre here Jans huisvrouw van Renes

1508-11-01 |

Kroniek Hist Gen jg 1846 p 267/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex

Karel, hertog van Gelder, deelt aan de Staten van Utrecht mede, dat hij in weerwil zijner herhaalde aanmaningen zoowel aan hen als aan de Overysselsche stede, het huis en vlek Oijen niet hebbende kunnen terug bekomen, zich van Kuijnre heeft meester gemaakt, niet, om daardoor nadeel aan het Sticht te doen, maar in tegenpand van Oyen. Hij betuigt voorts de goede nabuurschap en vriendschap met het Sticht in allen dele te zullen onderhouden; 7 Nov. beklaagt de hertog zich in het breede bij de Staten van Utrecht over het behouden van Oyen in strijd met het verdrag, over de vijandelijkheden in het Sticht tegen de Gelderschen bedreven, over het in dienst nemen van krijgsvolk en het voornemen van de bisschop om hem Kuynre te ontweldigen

1508-11-24 |

Kroniek Hist Gen jg 1846 p 268, 269, 270/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex

Floris heer van Ysselsteyn meldt aan de regering van Deventer dat de hertog van Gelre Kuynre heeft bemachtigd en dat, zo daar uit enig nadeel geschied aan de onderzaten van de keizer, dit op het Sticht zal worden verhaald (hierin wordt aangehaald het artikel dat hierop betrekking heeft uit het verdrag tussen Rudolph van Diepholt, de stad Utrecht en het Sticht); 1508-11-29: Floris van Ysselsteyn, Stadhouder-generaal van Gelderland, verzoekt de vijf kapittels te Utrecht om Jan de Cock van Opynen en Walraven van Haeften niet langer met geestelijk recht te vervolgen, maar die zaak aan het landrecht te brengen. Bij gebreke waarvan hij als stadhouder alle kapittelgoederen in Gelderland zal aantasten. Op 13 en 14 Dec worden verklaringen afgelegd dat niemand wegens een wereldlijke zaak voor de geestelijke rechter kan worden betrokken

1331-07-17 |

A.R.A. Copie Leenkamer no 27 fol 75v/L.R. 11 fol 26
Jaartallenindex

graaf Willem oorkondt: dat wij heren Jan van Kuynre, ridder, verlijen alsulck goet als Heinrick van Kuinre, sijn neve, van ons te leen helt: 1) all dat gerechte van Kuinre, 2) dat gerechte van Emlarden [Emeloord] halff, 3) voorts dat overste rechte van Orck, 4) al dat gerechte van Orck, drie weken voor St Michielsdaghe, ende drie weken daernae, 5) in t dorp tot Espel die zeevondt, ende t verval van vechtelyck ende van rove, 6) het gerecht te Vene, 7) het gerechte te Monike Kuijnre, dat in scellinge werve gelegen is, ende 17 hoeven lants in denselven gerechte, 8) dat erve tot Oisterzee, dat men hiet penninghure, 9) die gruite te Kuinre, 10) die Berch die leghet ten [!] van den dorpe te Kuinre ende hiet die Alde Berch. van welcken goede wij heren Janne sulcke gratie gedaen hebben, dat nae siere doit comen sall op zynen kinderen Harman ende op Janne, gesamenderhant in manieren dat Harman van ons ontfaen sall ende hij salre Jan uijt versien bij vrienden alse weselijcken es, ende dat sall Jan van Harman houden. Ende all dit goet sullen sy van ons houden ten rechten leen

1475-12-17 |

R.A.H. Coll Aanw 104 Caput Vriesland fol 14-17v, 17, 18
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat jvr Alijt van Cuijnre weedwy Everts Vreijse van Stroowijc hun heeft opgedragen, met haar neef en gecoren voogd Willem van Alendorp, tbv heer Evert Soudenbalch, proost van Maastricht: 1) de heerlijkheid van Orck ende van Emelwiarde, hoog en laag, 2) 6 stucke lants dair die munte op plach te staen, 3) 8½ stuck lants in Airnt Lokemanslande, 4) 4 stucke lants die Tijse Wijnkins plach te bruycken, 5) 9 stucken lants daer die Koijter op plach te woonen, 6) 11 stucke lants daer Wijseman op plach te wonen, 7) 21 stucken lants die Rabbairt te bruycken plach, welc lant al gelegen is op Emelwairt. Jvr Hermanne van Gimmenich Henrics weedwij van Gimmenich hair eenige wairlike dochter en kint consenteert hierin; 1476-06-12: de hertog beleent heer Evert hiermede en heer Evert voirn. met zijn broeder Geryt Soudenbalch als voogd, maakt aan jvr Alyt van Cuynre 125 Rinse gld sjaars tot lijftocht. Hertog Karel oorkondt dat deze duwarie aan jvr Alyt Adriaen Vreysendochter van Strowijck gegeven is, onder voorwaarde dat zij van deze duwarie geen rente ontvangen zal dan na de dood van jvr Alyt van Kuynre, haar oudemoeder

Airnt van Hove Dircxz, Florys van Pallaes, Cristoffel van Aemstel, Jan Dedel, leenmannen van Holland