10 resultaten
1410-02-15 | Steloe
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 II fol 98/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
"den brief doorsteken v. d. selve 8 lopen rogs". Schepenen in Oesterhout oorkonden dat Aleit Ansemsdochter met Genrick Huyck, haer wettige man en momber, erkent verkocht te hebben aan Woutere den snyder heren Jansz 8 lopen rogs erfpachts. Onderpand: haer huys en hof met 2 morgen lants toe Steloe, gelegen tussen Gherit Gheritsz erve en haer selfs erve. Item noch 3½ morgen lands hierbij leggende ende gedeelt is tegen Gheryt Nerinx kynder. En al vrij met 16½ boddragers sjaars. Ende Daem Petersz is hieraff waerborge (vgl 1440-04-14)
Gheldolf Haec en Godevaert van Enschot, schepenen
1364-03-24~ | Stanthasen
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 II fol 96v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
"den brief van 40 sc sjares op 5 ½ morgen lants". Wij Wouter Hannenz, dagelykse rechter van den ambacht van Stanthaersen en heemraders in den voors. ambacht van Stanthesen in sheren ambacht van Breda, oorkonden dat Geraet Jansz overdroeg aan heer Michiel, prior van het Carth. convent bij St Geertruidenberge, 5½ morgen lands, aan d'een zyde: Jan Moeleners kynder, aan d'ander zyde: Jacob Jansz zyns brueders kinderen. Heer Michiel verleent dit weer aan Geeraet Jansz in een eeuwelyke erfchyns om 40 schell. Holl sjaars. Daar rechter en heemraders geen zegel hebben, zegelt Paep Heyne als gewaerde richter sheren van Breda voor hen. Anno 1364 op O.Vr. avond annuntiatio (fiche zonder datum)
Jan Meynaert, Robbe Cleysz, Symon Jansz, Vlijgher Gobbenz, Aernt Henricsz, Pieter Hesselsz en Godscalc ver Gheesenz, heemraders
Eijl, van | 1399-1400
Quellen Stift Xanten p 564, 565
Achternamenindex
uitgaven rentmeester Xanten tussen Maas en Waal: "hern Herman van Goch gegeven doe hi met Snelleken tot Nijmegen was, omme der vreden wille van Goderts kynder van Eijl, daer si brieve af werven van den rentmeester, 5 gld; des rentmeesters scriver gegeven voer die brieve te scryven en te segelen an Elbert van Eijl ende ane den drossalen van Gelren, 20d"
1434-11-07 | Stanthasen
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 123/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
wij Berys Claesz, rechter in den ambacht van Stanthasen in myns joncheren ambacht van Nassouw, en heemraders in denselven ambacht, oorkonden dat Geryt Proijet Lambrechtsz opgaf met een vrye gift Jacob Willem Wouter Peterszoenszoen tbv Lauwerijs Woutgheers Wyntszoen, 3 morgen lands gelegen in t selve ambacht voirn, an die oostzijde: Snellaert Jansz lant, an die westzijde: Willem barbiers kynder. Sterft Lauwerijs kinderloos dan zal dit land komen op zijn broeder Aernt die Wynt. Ende waer dat zake dat men noch dycke dycte so sullen dese 3 morgen dycken voor 3 morgen. Ende dese 3 morgen voirs. die strecken van den wege die men gaet van Sinte Joos tot Drymmelen op waert totter graft toe. Want wij rechter en heemraders geen gemeen zegel hebben, zegelt Berijs Claesz, onse richter, voor ons. Gegeven anno 1434 des Zonnendages voer St Mertynsdach (vgl 1445-06-14, 1445-06-18)
Berys Claesz, rechter, Gheryt Proijet Lambrechtsz, Peter die Wynt, Snellaert Jansz, Jan die Vos Keerstiaensz, heemraders
1462-06-12 |
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 112/Arch Zijlklooster Haarlem
Haarlem Algemeen
Alijt Jan Betten weedwij met haar zoon en voogd Jan Boen Jansz oorkondt dat zij gegeven heeft aan het Zylklooster te Haarlem, daar Roelof Jansdochter ende de myne een medesuster ende nonne in is, voir dat sij professi dede, voir hairs vaderlike erve ¼ deel van een sticke lants gelegen te Scalcwijc buten Hairlem in Jans Betten hofstede doirgaens lants, dat groot is 14 maden ende 11 maden ende belent hevet zuid: Jan Pieter ter Werven mit syn zoen, noord: Pieter Matheeusz ende Simon Willamsz kynder, ende die 11 maden strecken an die somerwech int oesteynde, ende die 14 maden streckende an die quade 6 maden, welke toebehoeren Pieter Matheeusz an die oostzijde, die westzijde streckende binnen dijc an Spaern. Item noch 3½ morgen gelegen buten Hoern in den ban van Nubecswoude, in een sticke lants van 4½ morgen ende 100 roeden, dair Alijt of hout 1 morgen ende die 100 roeden, belend oost: Jan Sinonsz, west: Kathrijn Aeftuuts weedwi mit hair kijnderen, ende dit lant leyt voir Alyt Jan Bettenz voirscr. huus. Daar zij zelf geen zegel heeft, zegelen Gherijt van Arcom ende Claes Aelbrechtsz voor haar als mannen der grafelijkheid (met hun zegels)
Asch, van | 1410~
Leenregister Culemborg fol 4, fol 8v, fol 17, fol 32
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Aernt van Assche 1 hofstad gelegen tot Mauderic, die Claes van Wyc was in Wykermaet, belend boven: Aernt van Assche en Dirc Cupken, beneden: Dirc Schakel (fol 4); - Ghysbert Pot 8 hont land [en Willemken van Assche 4 hont lants = doorgehaald], boven: Dirc Cupken, beneden: Dirc Scakel; - Jan uten Weerde Gysbertsz ⅛ deel van een halve hoeve op Zidervelt, samen met Gysbert bastaard van Culemborg, belend boven: Claes van Rondenborch, Volquin van Assche en erfgenamen van Jacop van Assche mit gemengder voren, beneden: Claes Hollen erfnamen, anno 1421 op St Mauricusdach; - Heinric Mus 2 morgen op Zydervelt, belend boven: Jans kynder van Assche, beneden: de kerk van Zidervelt
Beest, van | 1403-05-19
Van Doorninck: Bijdr Gesch Overijssel dl 7 afl 2 p 163 ev/Archief Zwolle
Achternamenindex
Gheert Holle van Oppijnen, Jan van Beesde Willemsz, Gheert Holle van Nederrijnen, de broers Hubert en Floris Holle oorkonden dat wijlen hun neef Jan Hacke, "onse rechte aftersusterkijnt was ende van Gelremalsen ghevaren was tot Zwolle om hem daer te ghenezen, ende kynder aftergelaten heeft, dair die ene af is, geheiten Gherit Holle ende die ander Ghese ende van goeder ander Ridderscap ghecomen ende gheboren was, ende van gueden dyenstluden ende ghewapent van onser wapen van sijnre moeder, ende hij nerghent tot ghenen quaden recht en stont. In oorkonde der waerheyt soe hebben wij desen brief open bezegelt mit onsen zegelen. Ghegheven tot Santbomel"
Hacke | 1403-05-19
Bijdr Gesch Overijssel, van Doorninck, dl 7 afl 2 p 163 ev/Archief Zwolle
Achternamenindex
Gheert Holle van Oppijnen, Jan van Beesde Willemsz, Gheert Holle van Nederrijnen, de broers Hubert en Floris Holle oorkonden dat wijlen hun neef Jan Hacke, "onse rechte aftersusterkijnt wa en van Geldermalsen ghevaren was tot Zwolle om hem daer te ghenezen, ende kynder aftergelaten heeft, dair die ene af is, geheiten Gherit Holle ende die ander Ghese ende van goeder ander Ridderscap ghecomen ende gheboren was, ende van gueden dyenstluden ende ghewapent van onser wapen van sijnre moeder, ende hij nerghent tot ghenen quaden recht en stont. In oorkonde der waerheyt soe hebben wij desen brief open bezegelt mit onsen zegelen. Ghegheven tot Santbomel". Met 5 zegels
Holle | 1403-05-19
Van Doorninck: Bijdr Gesch Overijssel dl 7 afl 2 p 163 ev/Archief Zwolle
Achternamenindex
Gheert Holle van Oppijnen, Jan van Beesde Willemsz, Gheert Holle van Nederrijnen, de broers Hubert en Floris Holle oorkonden dat wijlen hun neef Jan Hacke, "onse rechte aftersusterkijnt was ende van Gelremalsen ghevaren was tot Zwolle om hem daer te ghenezen, ende kynder aftergelaten heeft, dair die ene af is, geheiten Gherit Holle ende die ander Ghese ende van goeder ander Ridderscap ghecomen ende gheboren was, ende van gueden dyenstluden ende ghewapent van onser wapen van sijnre moeder, ende hij nerghent tot ghenen quaden recht en stont. In oorkonde der waerheyt soe hebben wij desen brief open bezegelt mit onsen zegelen. Ghegheven tot Santbomel"
met 5 zegels
Cuyk, van | 1343-11-11
Van Mieris II p 680
Achternamenindex
"Ic oorconde ende tughe ver Hasetiaen vrouwe van Raephorst, als dat die Borchgrave Dirc ende ver Justine Haren Hughen des Gouwersdochter rechte eerste lid waren als in maechschap, bij deser redenen als hierna beschreven staet: want heren Dirc die Borchgrave van Leyden een broeder was te Kuucq, die [nl heer Dirk] des Borchgraven Dircx die leste was sijn oudevader was [dwz deze 1e heer Dirk was grootvader van heer Dirk die nu pas overleden was]. Ende heren Hughe van Heenvliet, dat hi deser ver Justinen oudevader was. Ende dat die Borchgrave Dirc die broeder was te Kuucq ende Haren Hughe van Heenvliet waren suster kynder ende broeder" [dwz kinderen van een zuster en een broer, dus volle neven]