78 resultaten
Crachwijc, van | 1453-11-30
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 155v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent Heinric Bosch Gosensz, na dode van zijn moeder Beatrijs van Crachwijck, met: 1) een stuk land met hofstede, belend landwaarts: Lambert Tuer, zeewaarts: Geryt van Hilhorst, 2) 5 vierendeel hoijland, landwaarts: Gysbert Woutersz, zeewaarts: Aernt Gysbert Hilhorstz en Heijn Heijlant, 3) 6 vierendeel hooijland in den Heren mate, landwaarts: de jhr van Gaesbeec, zeewaarts: de bisschop, 4) 5 scepel engelants, geheten den Hage doer, landwaarts: de heren van Oudmunster, zeewaarts: Willam van Doem, 5) 6 scepel roggeland geheten de Hulle, belend boven: het godshuis van Soes, beneden: Alyt Lubberts, 6) 2 morgen veen, zeewaarts: Henric Henricsdochter van Crachwijck, landwaarts: Gysbert Dircsz, 7) 8 scepel roggeland geheten "die Leemkuul", belend boven: Ricout Willemsz, beneden: Rutger Jacobsz kinderen, 8) 8 scepel roggeland geheten "die Heetacker", belend boven en beneden: Jacob Goedenz, 9) 2 dach maet hoylants, strekkende van de Hoywech tot in die Eme toe, landwaarts: Gosen Bosch Willamsz, zeewaarts: Dirc Aelbertsz
mannen: Gysbert die Gruter, Otto van Slingelant
Ricoud Willemsz | 1473-06-29
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 214
Voornamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Ricout Willemsz wordt na dode van zijn vader Willem Ricoutsz beleend met: 1) een hofstede gelegen in den kerspel van Zoes, met een stuk land strekkende van de brinck tot de overen weg toe, belend landwaarts: Steven van Nyevelts erfgenamen, zeewaarts: Willem van Doem, 2) stuk land, belend landwaarts: Aernt Rutgersz, zeewaarts: Gosen Gheritsz, 3) stuk land, landwaarts: Geryt van Zulen, zeewaarts: Willem van Hagenouwen, 4) stuk land, landwaarts: Aernt Rutgersz, zeewaarts: Willem Gysbertsz, 5) stuk land, landwaarts: Jan Claesz, zeewaarts: Peter Gout, 6) stuk land, landwaarts: Claes van Oestrums erfgenamen, zeewaarts: Geertruyd, vrouw van Ghijsbrecht Scaij, 7) stuk land, landwaarts: Peter Gout, zeewaarts: Gheertruit Gysbert Scayen wijf, 8) stuk land, landwaarts: Gysbert van Hagenouwen, zeewaarts: Peter Gout, 9) stuk land, landwaarts: de heren van Oudmunster, zeewaarts: Willem Ricoutsz, 10) ½ van 2 dachmaet land in het gerecht van Zoes, landwaarts: Evert Bot Volkenz, zeewaarts: nakomelingen van de heren van Abcoude
mannen: Luman Reijersz, Herman Bot Andriesz
Crachwijc, van | 1424-04-08
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 123
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Beatris Henricsdochter van Cracwic draagt over: 1) een stuk land met hofstede waar Aernt Rutgersz nu op woont, belend landwaarts: Lambert Tuer, stedewaarts: Geryt van Hilhorst, 2) 5 vierendeel hoijland, landwaarts: Gysbert Woutersz, zeewaarts: Aernt Gysbert Hilhorstz en Heijn Heijlant, 3) 6 vierendeel hooijland in den Heren mate, landwaarts: de jhr van Gaesbeec, zeewaarts: de bisschop, 6) 5 scepel engelants, geheten die Hage, landwaarts: de heren van Oudmunster, zeewaarts: Willam van Doem, 7) 6 scepel roggeland geheten de Hulle, belend boven: het godshuis van Soes, beneden: Alyt Lubberts, 8) 2 morgen veen, zeewaarts: Henric Henricsdochter van Cracwijc, landwaarts: Gysbert Dircsz, 9) 8 scepel roggeland geheten "die Leemkuul", belend boven: Ricout Willemsz, beneden: Rutger Jacobsz kinderen, 10) 8 scepel roggeland geheten "die Heetacker", belend boven en beneden: Jacob Guedenz
tijnsgenoten: mr Aelbert Baers, Jan Lambrechtsz; onse mannen: Willam van Colvenschoten, Gysbrecht Goidscalc
Willem Ricoudsz | 1452-08-22
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 149v
Voornamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willem Ricoutsz wordt met de ledige hand beleend met: 1) een hofstede gelegen in den kerspel van Zoes, met een stuk land strekkende van de brinck tot de overen weg toe, belend landwaarts: Steven van Nyevelt, zeewaarts: Willem van Doem, 2) stuk land, belend landwaarts: Aernt Rutgersz, zeewaarts: Goessen Gherijtsz, 3) stuk land, landwaarts: Geryt van Zijle, zeewaarts: Willem van Hagenouwen, 4) stuk land, landwaarts: Aernt Rutgersz, zeewaarts: Willem Gysbrechtsz, 5) stuk land, landwaarts: Jan Claesz, zeewaarts: Pieter Gout, 6) stuk land, landwaarts: Claes van Oestrum, zeewaarts: Geertruyd, vrouw van Ghijsbrecht Scaij, 7) stuk land, landwaarts: de heren van oudmunster, zeewaarts: Willem Ricoutsz, 8) ½ van 2 dachmaet land in het gerecht van Zoes
mannen: Heynric Jacopsz, Evert Jacopsz
Bosch | 1436-04-04
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 129
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Goesen Bosch Willemsz en zijn vrouw Beatrijs van Crackwijk dragen over: 1) een stuk land met hofstede, belend landwaarts: Lambert Tuer, stedewaarts: Geryt van Hilhorst, 2) 5 vierendeel hoijland, landwaarts: Gysbert Woutersz, zeewaarts: Aernt Gysbert Hilhorstz en Heijn Heijlant, 3) 6 vierendeel hooijland in des Heren mate, landwaarts: de jhr van Gaesbeek, zeewaerts: de bisschop, 4) 5 scepel engelants, geheten die Hage, landwaarts: de heren van Oudmunster, zeewaarts: Willam van Doem, 5) 6 scepel roggeland geheten de Hulle, belend boven: het godshuis van Zoes, beneden: Alyt Lubberts, 6) 2 morgen veen, zeewaarts: Henric Henricsdochter van Crachwijck, landwaarts: Gysbert Dircsz, 7) 8 scepel roggeland geheten "die Leemkuul", belend boven: Ricout Willemsz, beneden: Rutger Jacobsz kinderen, 8) 8 scepel roggeland geheten "die Heetacker", belend boven en beneden: Jacob Goedenz; Alijt Jan Ghijsbert Hilhorstsdochter met haar man Jan van Rijck dragen op: "twee dachmaet hoyland strekkende van de hoghe wech tot in die Eme toe, belend landwaarts: Goesen Bosch Willemsz, zeewaarts: Dirck Albertsz; Goesen Bosch Willemsz en zijn vrouw Beatrijs worden vervolgens beleend met dit goed, behalve de lijftocht voor Geertruijdt van Crachwijck aan ½ van dit goed, behalve aan de laatstgenoemde 2 dachmaet; "Nunc Henrick Bosch Goessensz infra fol 190"
mannen: Albert van Baern, Ricout Willemsz
Bosch | 1469-07-27
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 190v, 237v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henric Bossch Goesenz wordt na dode van zijn vader Goessen Bosch Willemsz beleend met de helft van het goed in Zoes: 1) een stuk land met hofstede, belend landwaarts: Dirc van Oestrum, zeewaarts: Gerrit Hilhorst, 2) 5 vierendeel hoijland, landwaarts: Gysbert Woutersz, zeewaarts: Henric Bosch, 3) 6 vierendeel hooijland in der Herenmaet, landwaarts: Willem Ricoutsz (1485: Ricout Willemsz), zeewaerts: de bisschop, 4) 5 scepel Engelants, geheten de Hage, landwaarts: de heren van Oudmunster, zeewaarts: Willem van Doems erfgenamen, 5) 6 scepel roggeland geheten de Hulle, belend boven: het godshuis van Zoes, beneden: Gysbert Aertsz, 6) 2 morgen veen, zeewaarts: Gysbert Woutersz (1485: Gysbert Wouterszszonen), landwaarts: Wouter Scae [= Scade], 7) 8 scepel roggeland geheten "die Leemcuel", belend boven: Willem Ricoutsz (1485: Ricout Willemsz), beneden: Rutger Jacobsz, 8) 8 scepel roggeland geheten "die Heetacker", belend boven en beneden: Jacob Goedenz erfgenamen, 9) 2 dachmaet land (1485: Heynrick Bosch en Gijsbert Dirck Aelbertsz); Henric Bosch zal deze helft houden tot een goed onversterfelijk erfleen; 1485-04-07: beleend Heynrick Bosch Heynricksz na dode van zijn vader
mannen: Jan Brant, Pouwels Cornelisz; 1485: Jan Zael, Goijert Lambert Jacobsz
Beer, de | 1446-07-02
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 145
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger die Beer Jacobsz wordt na dode van zijn vader Jacob die Beer Rutgersz beleend met: 1) ⅓ deel van 7 hoefslagen, belend landwaarts: Vrancken hoeve mitten groeten slage, zeewaarts: die grafte die in Goede Scaels land is, opstrekkende van Zoester enge an Hezer Veen, 2) ¼ deel van der Locmaet, belend zeewaarts: der nonnensloet, landwaarts: Rutger Goede Scaelsz also sij Rutger Jacobsz was, 3) ½ van 2½ dachmaet hoylants in die Poelmaet, zeewaarts: Geryt Rutgersz en zijn broer Dirck Rutgersz, landwaarts: Jacob van den Doem, 4) dat Cleyne Broeck, belend landwaarts: het goed dat van Evert van Crachtwijc was en het goed dat roert in Roedekijnskamp, zuid: Dirck Willem van den goede van Hamellenberch, 5) een kamp land geheten dat Grote Broeck; behalve de lijftocht van zijn moeder Geertruijt Rutgers aan het Cleijnebroeck; "nu: Henric, zyn zoen, apud abb. Wilh. de nova ecclesia fol 76"
mannen: Jhan van Hamelenberch, Willam Henricsz, Goese van Scadick
Oostrum, van | 1459-11-03
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 435v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc van Oestrum maakt tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Hadewich Jan de Boelendochter: 1) 4 dachmaet land in den kerspel van Zoes, lantwaarts: Gerijt Lambertz, Ghijsbert Hermansz en Jacob Willemsz onderdeylt, zeewaarts: Gherijt Rutgersz en zijn broer Dirck, onderdeylt, 2) een camp land streckende van den Brinck an Wouter Willemsz maet toe, dat van Steven was, lantwaarts: Rose Lambert Wouter Mutschenzdochter, zeewaarts: Henric Lambert Vierlinxz kinderen, 3) een hofstede met engeland, van de Brinck streckende an den Overwech, lantwaarts: Jacob van den Doem, zeewaarts: Ghysbert Scael, 4) de Gheer, zeewaarts: Jacob Heijn Zwagersz, lantwaarts: Ghysbert van Hagenouwen, 5) dat waterstuck, zeewaarts: Ghysbert Hermansz, lantwaarts: Wouter Mattenz, 6) den Bramert, zeewaarts: Ghysbert Hermansz, landwaarts: Jacob van den Doem, 7) ½ mud land, zeewaarts: Ghysbert Scael, landwaarts: de heren van Oudmunster, 8) een schepel land, zeewaarts: Ghijsbert Hilhorst, landwaarts: Jacob van den Doem, 9) een vierdeel veen, zeewaarts: Henric Noten erfgenamen, landwaarts: Jacob van den Doem
mannen: Gysbert Heinricsz, Rutger de Beer Jacobsz
Hilhorst | 1436-04-04
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 66v, 149
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Alijt Jan Gysbert Hilhorst's dochter met haar wettige voogd Jan van Rijck Jansz, dragen op: 1) land strekkende van de brinck tot aan de biscopsweert toe, belend landwaarts: Jacob Rutgersz, zeewaarts: Jacob Goedenz, 2) land op ten Enge, strekkende van de Baernwecht tot aan het Heetvelt toe, landwaarts: Gerrit van Hilhorst, zeewaarts: Jacob Goedenz, 3) land op ten Enge, landwaarts: Jacob Goedenz, zeewaarts: de Heetacker, 4) land op ten Enge, zuid: Aernt van Hilhorst, oost, aan beide einden: Jacob Goedenz; vervolgens wordt Henric Jacop Goedenz hiermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen; 1452-08-22: Heynric Jacopsz beleend met het leengoed van zijn vader Jacob Goedenz, volgens leenbrief van 1436
tijnsgenoten: Rycout Rycoutsz, Herman Gout; mannen: Aelbert van Baren, Goessen Bosch Willemsz; 1452: Evert Jacobsz, Willem Ricoutsz
Willem Henricsz | 1421-09-04
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 114
Voornamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willem Henrixz wordt beleend met: - een stuk veen gelegen in Grietkens hoeve, belend zeewaarts: Henric zelf, landwaarts: Wouter Ghesenz; - een plac veens in Aelkens veen, belend oost: Vrancken hoeve, west: Rodeghers hoeve; - ½ hoeve veen, belend zeewaarts: Goede Henricsz, landwaarts: Henric Rutgersz
mannen: Evert van Doem, Aelbert van Baern