13 resultaten
Lannoy, van |
Batavia Illustrata bl 895, 1144, 1103, 1123, 1126
Achternamenindex
genoemd: Jan van Lannoy, bastaardzoon van de heer van Mingoual in Vlaanderen x Willemijne van Bronkhorst; Hugo van Lannoy x Maria van Bouchout, erfdochter: Françoise van Lannoy x Maximiliaan van Egmond; Josina van Lannoy x Adriaan van Bailloeul; Philips van Lannoy x Johanna van Treslong; 1668: Pieter Aalbert de Lannoy
Lannoy, van | 1436-1476
Batavia Illustrata bl 748, 1161
Achternamenindex
edele van Holland: Hugo van Lannoy; 1435: kocht de heerlijkheid Ysselmonde van Jan van der Lecke
Grevenbroek, van | 1527-12-01
Taxandria jg 19 p 300
Achternamenindex
huwelijksvoorwaarden Dierick van Grevenbroek heer van Venloon en de vrouwe Maria de Lannoy
Mingoual, de |
Batavia Illustrata bl 895
Achternamenindex
de heer van Mingoual had een bastaardzoon Jan van Lannoy, in Vlaanderen x Willemijne van Bronkhorst, hieruit: Willem van Mingonal
1542-11-08 |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 179v
Jaartallenindex
regering der stad Brussel oorkonden dat de heer Jan van Lannoy, heer van Soutelande, Coudekerke etc. volmacht geeft aan Franchoise Fruytier, Gloude Doublet, Adriaen Jansz om namens hem te verheffen de heerlijkheid van St Adolphsland, hem aangekomen bij dode van jhr Philips van Bourgondië in leven here van Phallaix, mitsgaders alle andere lenen afkomstig van jhr Philips (vgl 1543-12-15)
1543-09-24 |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 226
Jaartallenindex
voor de leenkamer zijn gecompareerd Jacques de Bourgoingue seigneur de Phallaix, Bredam, et Johan de Lannoy, seigneur de Soutelande en verklaren dat zij een accoord gesloten hebben over hun verschillen over de goederen afkomstig van hun oom Philips de Bourgoingne. De heer van Soutelande doet afstand van zijn aanspraken op de erfenis van laatstgenoemde, o.a. diens heerlijkheid en kasteel van Falaix en alles wat betreft St Annaland, Sommelsdyk, Oost- en West Zoubburch, Nyenwerve, Rithem et ensemble les maisons dudit Souburch et Nyenwerve. De heer van Phallaix staat af aan de heer van Soutelande: St Adolfsland, genaamd Oelkinsplate, la Galenthe, Vloyhil, Bommel e.a, [afkomstig van ?] Charles de Bourgoigne, seigneur de Bredam, onder tal van bepalingen en benoeming van procureurs. Op 1544-03-24 confirmeert de keizer deze akte, op verzoek van jhr Johan van Lannoy heer van Molenbaix, Soutelande, zijn advocaat mr Balthasar van Hogelande, voor hem zelf en als procureurs voor jhr Jacques van Bourgondië, mrs Jan van Baersdorp, advocaat en Willem van Baersdorp, procureur voor het Hof van Holland
present: Cornelis van Opinen, Cornelis Barthouts
1528-05-15 - 1529-03-04 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten, Strijen
Jaartallenindex
in de klapper op dit hoofdstuk komen de volgende namen voor, waarvan de akten in de tekst ontbreken: Christina Hendricx Knobbout, Frederick Jansz, jhr Jan van Lannoy, Jan Adriaensz van Schelluynen, van denselven, Jacob Adriaensz van der Wiele alias Stalpaert, mr Arent Woutersz, presbyter, Philips Ellaertsz, Aert Jacobsz, Pieter Roelofsz, Laurens Hendricsz. Verderop is overgeslagen: Jan Melchiorsz, jvr Maria van der Wiele, Dirck Jansz, Jan Florisz [fol 67v, niet aanwezig ± 1531], Anneken Heyndrik Zegerszdochter, Jan Cornelisz van Brakel, Pieter Boll Jacobsz, Claes Dircsz de Bruijn, Cornelis van Wyngaerden Cornelisz
1527-03-19 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Sticht fol 69v
Jaartallenindex
Karel beleent vrouwe Marie van Bouchout, huisvrouw van onse lieve welbeminde mer Huyge van Lannoy, ridder, heer van Rollincourt, des lands van Baerlaer, Beer [Peer ?] van Vlaanderen, here van Schendelbeke, Oijcke, Beverwaerde, Drongne etc. Haar aangekomen bij dode van haar vader heer Daniel van Bouchout, met "die hofstede tot Nyeuwendale mitten twy [n?] ende getimmerte, en 11 morgen lants gelegen in den kerspel van Werconde", met een hoeve lands tot Werkonde, geheten die hoeve van der Aa, gelegen an die hofstede van Nyeuwendale. Welke hofstede ende hoeve lants met twy[n] ende getimmerte met 11 morgen lands al daaraan gelegen, belend boven: St Barberen gasthuys te Utrecht, beneden: die heren van St Pieter te Utrecht. Te houden tot een erfleen. Willem van Ruyven, castelein van Beverwaerde, doet als haar gemachtigde de eed
heer Gerrit heer tot Assendelft, ridder, onse Raad ord. van Holland, Gerrit van Suylen van Nyvelt, Anthonne le Bucq, Cornelis Barthouds, leenmannen
1543-12-15 |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 182-185
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat mr Franchois Fruijtier als gemachtigde van onse neve jhr Johan van Lannoy, heere van Soutelande, verclaarde hoe dat na het overlijden van de heer van Ravesteyn, ambachtsheer van St Adolfslant, dieselve heere van Soutelande, van ons als heer van Putten, ontfangen en gereleveert heeft ⅓ deel van de ambachtsheerlijkheid als visserie, maelrie, vogelrien, veeren, giften van kerken, costerien en van beneficien, ende alle ander profyten van de uytgorsen, aenwassen en anwerpen van der Galanthee, Oelkensplate, Vloijhille en den Bommel c.a, van t gunt daervan althans bedyct heeft en genoemt is St Adolphslant, of namaels bedyct zal worden, met alle die coren- en smaltienden, daarof hij de possessie heeft. Van welk ⅓ deel wijlen Philips van Bourgongen kwestie gemoveert heeft voor het leenhof, hetwelk hem ook bij sententie toegewijst is, welke zaak echter nog ongedecideert in appel hangende is voor de Grote Raad. Inmiddels is de heer van Phallaix overleden, achterlatende de heer van Soutelande als zijn naaste leenvolger, die nu belening vraagt. Er is ook nog sprake van een arbitrale sententie die uitgesproken is tussen hem en de heer van Bregdamme. Karel beleent hem met deze lenen tot een onversterfelijk erfleen. Mr Franchois doet als gemachtigde de eed (vgl 1542-11-08)
leenmannen: mr Joost Sasbout, Raad in onser camere in den Haghe, Zegelyn van Alveringen heer tot Hofwegen, ridder, onse Raad en meester van onser rekening, Engel Dircsz, Cornelis Barchout, Willem v.d. Criep, Jacob van Boschuysen
1534-04-21 |
R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 326-332
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat hij om zich te ontlasten van zekere schulden in welke wij gecomen zijn durende de voorleden oorloge en overmits onze reyze in Italië en de invasie te weerstaan van vianden van ons Heilig Geloof in de jaren 1530 en 1532 in onsen landen van herwaerts over. Dat hij hierin tracht te voorzien door het verkopen van losrenten en delen van de domeinen. Dat hij dit ook nagegaan heeft t.a.v. zekere percelen van lenen tevoren in leen gehouden door wijlen Franchois Croesinck tot een recht en versterfelijk leen, daar hij stierf zonder wettige zoon, waardoor zijn lenen aan de grafelijkheid vervielen, te weten: 1) de hofstede van Steenvoorde, gelegen te Ryswyk, groot aan twee partyen 35 morgen metter casteraler capelrie, 2) 52 morgen lants aen 2 percelen bij onser stede van Delft in het ambacht van Ruiven; om tevens te compenseren onse lieve en getrouwe Raad en gecommitteerde van onze financien mr Vincent Cornelisz van de goede en bequame dienst die hij ons gedaen heeft en nog dagelijks doet, verkoopt hij de hofstede van Steenvoorde, jaarlijks geldende 112£, en de 52 morgen te Ruiven, nu geldende 216£, een prijs die veel meer is dan ooit gegolden heeft, om die als twee distincte en versterfelijke lenen in leen te houden tegen betaling van 2956£ 10 schell etc. Get. 1534-05-07: Philips de Croy, Philips de Lannoy, Ruffault
heer Ruffalt, ridder, here tot Neufville, thresorier generaal, Hugo de Granez heer van Wingene, ridder, gecommitteerde van de Financien