2 resultaten
1481-11-04 | Bakkum
G.A. Amsterdam Inv B.W. 580e regest 545/Arch Carthuizers bij Amsterdam
Jaartallenindex
Willem Tyelmansz, schout tot Backom, oorkondt dat Ysbrant Steffensz verkocht heeft aan Willem van Berkenrode ten vrijen eigen een croft lands groot 2 ½ geers, gelegen in den ban voorn, belent zuid: Symon Geerytsz, oost: Geeryt Willem, noord: Jacob Aerntsz, west: die Heerwert (!). Vervolgens pacht Ysbrant deze croft weer in ewigen pacht en huur voor 1 Eng nobel sjaars ewige renten, losbaar deze Eng nobel, elke penning met 14 penn. In dorso: Dese Ysbrant Willemsz heeft ons dit lant vri vercoft, waer om naemal vernemende dat het mit dese brief beswaert was heft ons een ander van ghelike valoer ghegeven in een recompens op een stick lants binnen Egmont in teghenwoerdicheyt van den abt van Egmont mit sijn leeken ende ander dienere van die abt, ende wij hebben dese ghelost myt 35 Corv. gld anno 1518. Vacat hec littera
Willem Diricxz en Gheerijt Willem Floriisz, schepenen
1519-08-02 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 75-80v
Jaartallenindex
notaris Cornelis filius Wilhelmi Blomart, clericus Traject, keizerlijk notaris, instrumenteert het testament van heer Vranck van Borsselen heer van Cortkene en zijn tegenwoordige getrouwde huisvrouw jvr Katherine van Egmond. Zij vermaken aan elkaar alsulcken goet ende uytgors als gelegen is tussen Schouwen en Noort Beveland genaamd Colinsplate die zij op 1517-12-12 verkregen hebben van Zyne Kon. Maj. als bij den brieven van confirmatien ende nyeuwe giften. Volgen beschikkingen over meubelen, sieraden. Verder heeft Vranck tegen den penn 15 laten lossen de 300£ van 40 gr Vls renten sjaars die hem met jvr Katherine ten huwelijk gegeven waren. Hij heeft deze voor zijn eigen affairen gebruikt in tegenspraak met de huw. voorwaarden. Hij is nalatig geweest in de herbelegging tbv jvr Catharine. Daarom bewijst hij haar nu een losrente van 300 £ sjaars op al zijn goederen, losbaar den penn 15 of te bewijzen op ander goed. Vervolgens cedeert jvr Katherine deze rente aan haar man, die haar bij evt vóór overlijden van hem vermaakt zijn stad en ambacht van Cortkene als onversterfelijk erfleen. Zij maken tot hun procureurs mr Jan Jolijt, Philips Doublet, Jan Basin, Franchois de la Deriere om deze testamentaire dispositie voor de Grote Raad om comparanten in de nakoming van deze akte te condemneren. Dit es altesamen geschiet tot Cortkene op t huijs (vgl 1519-10-07, 1520-03-31)
in presentie van mr Jacob Heissens, Cornelis Pietersz Haeck, Guillelme Bardaille, Pieter Blocx soon, Jacob Gillisz, bailju van Cortkene, clercken ende leeken des bisdoms van Utrecht, Doornick en Camerix, als getuigen