12 resultaten
1516-11-26 | Leerbroek
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten etc fol 80v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat hij volgens appoinctement van de rekenkamer tbv Zegelyn van Alveringen, clerck, houdende rekeningen van de rentmeester generaal van Zuid Holland Nicolaes Cobel, den voorn. Zeger beleend heeft: 1) 11 morgen lands in Lederbrouck, die Mourissen waren, 2) 6 morgen op te Borgelen, 3) 6 morgen tot Oisterwyck in die Smaelstripe, die met Floris van Kyfhoek erven en met Teylingen onderdeelt zijn, 4) 2 hont lands in Evert de Kuiters lant, 5) een eindeke weerts in der Merwede boven Schaluynresloot, streckende met den nedersten eynde aen des voirs. Florys van Kyfhoecks erven. Makende 23 morgen en 2 hont. Die Zegelyn verkregen heeft bij overgifte van Geryt van Hoochtwouds die ze hield als leen van Arkel. Tot een recht quaed leen
jhr Jan van der Aa heere tot Bochoven, Daniel van Zijl, mr Aernt Spierinck, leenmannen
1483-06-10 | Leerbroek
R.A.H. Coll Aanw no 107 fol 44, 45 (fol 13)
Jaartallenindex
op die datum heeft Pieter Hermansz opgedragen tbv Elsebeel Jansdochter Jan Sproncsweduwe ½ van 20 morgen, die hij in leen houdt, gelegen te Lederbrouck in Reynerscoop tusschen Gerrit Smoutriem en Geryt Ruijsch. Zij wordt beleend, te versterven op Mathys Willemsz, harer dochter zoon. Hulde doet haar gecoren voogd Willem Gerytsz. Op dezelfden dag draagt Godevaert Vincken de andere helft van dat land (dat hij tevoren geheel in leen had doch waarvan hij de helft op 1454-05-04 overdroeg aan Herman Willemsz) over aan Elsebel voorn. die beleend wordt met dezelfde conditie (Arkel)
Hoog, de | 1467-10-01 - 1468-09-30
Rek Rentmeester Land van Arkel no 2187 fol 15v
Achternamenindex
tienden in Nyeulant: smaltiende van lammeren in Nyenlant, Leerbroek, Reynerscoip, Middelcoep en in de Weverwijck, gekocht door Florys de Hoege voor 16 Wilh sc
1542-03-03 |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 164
Jaartallenindex
Aernt Jansz van Meghen wordt na dode van zijn vader Jan Gerritsz van Meghen beleend met 7 morgen land in onsen lande van Arckel, in Leerbroek, in het Molenweer, oost: Andries Herberenz, west: Walich Spronck Meynaertsz, leen van Arkel, onversterfelijk erfleen
leenmannen: Aernt van Nederveen, Cornelis Barthouts, Willem van den Criep, Anthonne Lebucq
1479-06-09 |
Museum Bethlehem Gorinchem
Jaartallenindex
vrijgeleidebrief vanwege de hertog van Gelre voor de dorpen en bewoners van Arkel, Leerbroek, Nieuwland, Blokland, Hoornaer, Schelluinen, Kedichem en Oosterwijk, benevens de inwoners van Gorcum voor zooverre zij eigenaars zijn van gronden in bovengenoemde dorpen gelegen, in het land van Gelre in Leede en Schoonrewoerdt
met zegels van Barthold heer tot Obergen, ridder, rentmeester van de Bommelerwaard, Claes van Haerften, drost van Leerdam, Johan Klynck, rentmeester van Leerdam, de steden Nijmegen, Zaltbommel, Leerdam, Gorcum voor de ingezetenen van Arkel (met beschrijving van de zegels)
Sas, van | 1651-09-14
J.A. Jaeger: A.R.A. Hs 3e Afd no 938 p 188
Achternamenindex
akte van deling gepasseerd voor het gerecht van Gorinchem, van een hofstede te Leerbroek, groot 11 ½ morgen, tussen Joost van Sas en Pieter van Zanen als man en voogd van Maria Sas, hun aanbestorven van hun grootmoeder Gerard van Blockland
Haer, van der | 1538-07-29
R.A.H. Coll Aanw 122 fol 65, 65v, 66v
Achternamenindex
Jan van der Haar Jansz en Willem Loef Adriaensz als leenmannen oorkonden een belening, na opdracht door Jacob Willem Ottenz, van Pieter Jansz met 4 ½ morgen in 12 morgen te Leerbroek in het land van Arkel, belend mr Jacob van der Haer Dircsz (ook Jan van der Haer genoemd)
1535-08-17 |
Museum Bethlehem Gorinchem
Jaartallenindex
overeenkomst tussen de geërfden van Nieuwland en Leerbroek aan de ene zijde en de stad Gorinchem aan de andere zijde, betreffende het onderhoud van de Nieuwlandse vliet met kaden, bruggen, schotdeuren etc. deze vliet liep van Gorcum langs de Haarweg naar Arkel (schotdeuren) en verder naar Nieuwland. de verbindung is thans verbroken door het Zederik kanaal. De vliet mondde uit in de Merwede beneden de stad ter plaatse van uitbreiding west, welke monding in de 16e eeuw gedicht werd. Bezegeld door Johan van der Aa, ridder, vrijheer van Bockhoven, drossaart van Gorcum en het land van Arkel en door het kapittel der Groote Kerk van Gorcum
1552 |
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 489
Jaartallenindex
Michiel Mennick, canunnik te Gorinchem, contra Pieter Hesselinck, koopman te Dordrecht, als rechtsopvolger van Mathys Folpertsz. Jan Hermansz verkocht Dirk Gerritsz een rente van 7 Kar gld, gevestigd op zijn land te Leerbroek. Dirk Gerritsz verkocht deze rente later weer aan Michiel Menninck. Michiel kocht later van Styn, weduwe Jan Hermandsz, het land te Leerbroek waarop de rente rustte. Vervolgens verkocht Michiel de rente aan Folpert Mathysz, secretaris van Gorinchem. Michiel bezat bovendien nog een rente van 7 schilden sjaars, verzekerd op 8 morgen land te Reierskop, toebehorende aan Jan Rutgersz. Dit land maakte deel uit van een perceel van 12½ morgen. Op de overige 4½ morgen rustte een rente toebehorende aan de weduwe en erfgenamen van Dirck Gerritsz. Toen Jan Rutgersz zijn proces voor het Hof verloor, raakte hij zo in geldnood dat hij zijn land moest verkopen. Door bemiddeling van zijn vrouw en Folper Mathysz verkocht hij van de 12½ morgen er 8 aan Michiel en 4½ aan de weduwe en erfgenamen van Dirk Gerritsz. De rentebrieven werden afgelost, maar men verzuimde ze te vernietigen, zodat zij aangetroffen werden in de nalatenschap van Folpert Mathijsz. Gerrit Folpertsz [zijn zoon ?] sprak in 1548 Michiel aan tot rente betaling, doch kreeg ongelijk van het gerecht van Gorinchem. Later begon Pieter Hesselinck als rechtsopvolger van Mathys Folpertsz, waarschijnlijk een broer van Gerrit, te procederen. Hij kreeg verlof van de drost om zijn vordering op Michiel en op de weduwe en erfgenamen van Dirk Gerritsz d.m.v panding te executeren. Michiel ging hiertegen in beroep bij het Hof. Vermoedelijk heerste onder partijen misverstand over beide renten: zo scheen Michiel in de veronderstelling te verkeren dat zowel de rente van 7 Kar gld als die van 7 schilden gehypothequeert waren op het land te Reierscop en vernietigd waren bij de verkoop van dit land door Jan Rutgersz. Het Hof verklaarde 1552-03-15 (1551) Michiel niet ontvankelijk en veroordeelde hem in de proceskosten, vastgesteld op 1552-06-04 op 29£ 1sc 6d. Hij betaalde, doch op 1552-07-21 ging hij in appel bij de Grote Raad
Schout | 1468-10-01 - 1469-09-30
Rek Rentmeester Land van Arkel no 2204 fol 17, 17v
Achternamenindex
van de tienden in Nyenlant: "van de Gheeren mitten walen die onder Arkel te staen plegen ende nu hier geset sijn, omdat zij gelegen zijn in die prochy van Nyeulant", samen 2 morgen vrij en de tiende uit 4 ½ morgen, gekocht door Jacop Jan Schoutenz, per morgen voor 5½ Wilh sc 1 quartier, maakt 14£ 1sc 9d (fol 17); landhuur in Leerbroek: van de molenwerf in de Weverwijk die Henrick Schout in erfpacht heeft voor 2 Reynaldus Arn. schilden, 28 sc