11 resultaten
1493-01-02 |
Miraeus: Opera Dipl II p 1266
Jaartallenindex
Joannes de Hoern episcopus Leodiensis confirmat fundationem Capituli S. Petri de Boxtel in Campania factam ab dominus Henricus de Ranst dominus temporalis de Boxtel et Kessel, miles ducatus Brabantia en domina Henrica legitima uxor sua. Tevens andere namen genoemd
Randerode, van | 1344-12-09
De Raadt III p 203
Achternamenindex
Johannes dominus de Ryferscheid, de l'aveu de Mechtildis, collatheralis nostra legitima, et de ses héritiers, a reçu en fief de Jean duc de Bohème et comte de Luxembourg, castrum nostrum Ryferscheit cum opido…; 1362: zij zegelen ook samen
zegel van Johannes en Mechtildis, met haar randschrift: Methildis de Randerode dne de Rijph
Donk, van der | 1553-10-07
Schepenprotocollen 's Hertogenbosch no 54 fol 8
Achternamenindex
"Johannes filius Matthei van der Zantvoert tamque maritus et uxor legitima Heylwigis suo uxoris filia quondam Willelmi Goyertsz van der Donck"; verkoop van land binnen de vrijheid van de stad, met consent van Adriaen filius dicti quondam Willelmi Goyertsz van der Donck
1504-05-16 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Kennemerland fol 99/Reg Archidux
Jaartallenindex
notaris …........ instrumenttert dat dominus et mr Cornelius f. Henrici, pastor parochialis ecclesie in Huysduyne, et Gerardus f. Henrici, burger van Alcmaer, gebroeders, "ex una et eadem parentela legitima", kinderen van Heyndrick Gerytsz Voshol ende Meyne Cummen Louwendochter, overeengekomen zijn dat hun vader en moeder elkander mogen geven en vermaken het gebruik van al de goederen die zij achter zullen laten. Zij beloven hun ouders hierin niet te zullen hinderen [het slot ontbreekt]
1410-05-27 | [Leiden]
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 61/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
notaris Johannes filius quondam Johannis Volperdi, presbyter Leod. diocesis, instrumenteert dat Belia filia Johannis Nicolai de Leydis, Traject, dioceis, erkende "se recepisse a Francone quondam Diedwaren et Mechtilde ejus uxore legitima, certa bona, videlicet 2½ jugera in Valckenborcherbroek et 7 jugera terre super Hoghemade prope Leyden situata, sub ista forma quod fructus, redditus et emolumenta ex dictis terris provenienda" etc. haar toekomen zolang zij leeft. Et post ejus decessum si decederet absque prole legitima et non alias de volvi deberent wn (? et?) descenderet. Et ne alique questiones seu dissentiones de dictis bonis post ejus decessum per suos heredes aut alios fierent, declarant et confessa fuit meditatem dictorum bonorum ex vera successione puta domini Wilhelmi de Leydis vicarii pro tempore monasterii ordinis Carthuseenis extra et prope opidum montem St Geertrudis situati fratris dicti quondam Franconis a quo dicta bona precepit et levavit ad monasterium predictam fore devoluendam. Super quibus omnibus et singuli dominis Wilhelmus de Leydis, vicarius predictus, Theodericus Waelwyn, presbiteri et frater Wilhelmus Nagel donatus monaci professi dicti ordinis sibi a me notario subscripto ad opus dicti monasterii feri pecierunt publicum instrumentem. Acta fuerunt haec ante portam dicti monasterii (vgl 1400-02-14, 1419-03-18)
presentibus: Petro dicto die Raet, opidani oppidi St Geerdenberg, Stephano Johannis, Hesselino van der Sluys, testibus
Cuyk, van | 1178-04-09
Oorkbk Sticht Utrecht no 499
Achternamenindex
bisschop Godfried maakt bepalingen over zijn nalatenschap en draagt het kasteel Horst (bij Rhenen) op aan het bisdom, op voorwaarde dat zijn broer Gerlach [van Rhenen] en diens nakomelingen het slot van de bisschop in leen zullen houden: "At si Gerlagus sine legitima prole decesserit, succedat ei Godefridus [oudste zoon van Hendrik van Cuyk en Sophia dochter van Diederik, broer van de bisschop] cognatus meus, vel qui cumgque de fratribus suis, filiis s... Sophiae neptis meae et Heinric de Kuc"
1538-07-10 |
R.A.H. Coll Aanw 121 fol 97-99v
Jaartallenindex
notaris Johannes de Puter, presbiter, instrumenteert dat dominus et magister Johannes Oom de Wyngaerden getuigt dat nobilis vir per memorie mr Florentius Oom de Wyngaerden, dam viveret dicti domini exponentis pater, nec non nobilis et egregia domicella Agatha de Zwyeten relicta Petri Schaerts , post decessum dicti Petri de Schaerts fuerint in reali actualique possessione ac seu vero usu certorum piscatoriarum jacentum in flumine Lecke et etiam in flumine Merwede, et possessione atque vero usu per nobilem ac generosum domicellam Arnoldam de Duivenvoorde ejusdem exponentis matrem post decessum sui mariti rite ac legitima a multis annis retroactis contumata atque tamen bona sive piscatoriam illustus ac generosus Heynricus comes de Nassau, dominus de Breda, Diest re actione et jus pretendere. Dicitur unde dictus dom. et mr Johannes Oom de Wyngaerden exponens volens litui que hinc vel orte sunt. De Graaf wilde processen vermijden en arbiters aanwijzen die de grenzen zouden vaststellen. Dit zijn Johannes de Duvenvoorde, heer van Warmont, ridder, Raad van Holland, avunculum, Adrianus de Borssele, baljuw de Wassenaer, suum sororium et mr Florentium Zeeman, Balthasar Lievens alias van Hogenlande, Johannes van Baersorp (zie 1538-07-12)
presento: capellano Nicolao Florentii, Carolo filio Theodrici, incola Hagensis, testibus
Pendrecht, van~ | 1130-1161
Bijdr Meded Hist Gen Utrecht jg 1914 p 24
Achternamenindex
een zeker ridder Willem genaamd, "de familia comitis" wordt monnik te Egmond en schenkt zijn goederen aan de abdij
comes et legitima uxor ejus Sophia, Arnoldus de Delf, Hughe de Monstre e.a.
dapifer | 1130-1161
Bijdr Meded Hist Gen jg 1914 p 24, XXI p 66/166
Achternamenindex
Wilhelmus [Timpe], ridder, monnik geworden, genaamd "de familia comitis", schenkt zijn huis en land te Leiderdorp aan de abdij Egmond
comes et legitima uxor ejus Sophia, Bertulfus dapifer [opgenomen op Pendrecht, van ?], Arnoldus de Delf, Hughe de Monstre
1517-03-24 (1516) |
A.R.A. 490 no 290/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex
Claes Gerytsz als gemachticht van Aeff en Lysbeth, Gerytsdochteren, Dirick Gerytsz en Ysbrant Gerijtsz, gebroeders en zusters, erfgenamen van hoeren moeder Mosselt vuyten Hage, eysschers in cas van reformatie, contra Joest Ghijsbrechtszoon van Zijl als man ende voocht van Geryt Gerytsdochter, oick erffgename van de voirs. Mosselt. Mosselt had bepaald dat na haar dood al haar land, huys en hof comen en erven zou op de naeste van hueren bloede ten vierden grade toe, onder condicie van representatie, en ook dat niemand van deze erfgenamen tot de vierde graad toe iets van dit goed zou mogen verkoopen, verminderen, belasten of versetten, op verbeurte van zijn aandeel, waarvoor zij een notarieele belofte moesten afleggen, die alle erfgenamen dan ook aflegden. Gedaagde wendde zich echter tot het gerecht van Heemskerk om te krijgen het 1/7 deel van den achtergelaten goederen van Mosselt voor zijn part, van welk gerecht hij een vonnis verkreeg tot zijn nadeel. Impetranten gevoelen zich hierdoor bezwaard. Gedaagde beweert dat hem bij zijn huwelijk met Gerrit Gerrit Claesdochter beloofd is dat hij bij schoonouders zou inwonen en zou helpen de kost te verdienen mits tot zijnen prouffyte nemende het ⅓ deel van t gundt an den den koeyen, paerden ende andere goederen toebehorendende den voirs. Geryt Claeszoon ende Mosselt, en dat de kinderen van Gerrit en Mosselt na hun beider dood even rijk zouden zijn, en dat er op dien voet na Geryts dood, zonder eenig bezwaar, alzoo verdeeld is, en dat hij op denzelfden voet wil toegelaten worden tot de erfenis van Mosselt, niettegenstaende het testament van Mosselt. Het Hof reformeert het vonnis en verklaart gedaagde erfgenaam voor zijn portie en kindsdeel, welke portie hij zal mogen ontvangen achtervolgende testament en uyterste wille van Mosselt, uytgesondert sijn legitima, die hij zonder eenige last of belofte zal mogen ontvangen