2 resultaten
1563-06-18 (1) |
R.A.H. Coll Aanw 135 Caput Sticht etc fol 5-10v, oud fol 1v
Jaartallenindex
Hendrick heere tot Brederode oorkondt: alsoe wijlen onse lieve en getrouwe Geryt van Spaernwoude voor onsen Heer en vader sa. mem. Reynault heere tot Brederode in den jare 1550 vercoft heeft uijt synen eigenen goeden die weduwe van Hans Colderman, een jaarlijkse rente van 125 Kar gld (tot 20st per stuk) losbaar met 2000 gld, die mijn vader in gereden gelde ontving. Ende daerna onse lieve en getrouwe Isbrant van Spaernwoude, zoon en enige erfgenaam van wijlen Gerrit van Spaernwoude ende wyleneer rentmeester onzer domeinen van Brederode, Vianen en Ameyde, in den jare 1558 tot onsen versoucke op syne allodiale goederen van enen Jacob Bouwensz op rente genomen heeft die som van 1400 Kar gld die hij ons in handen geleverd heeft, ende die voors. Isbrant ons daarenboven nog 2900 Kar gld in gerede penn. gegeven heeft. Dus totaal 6300 Kar gld met de verschenen en onbetaalde rente daarvan. Ter voldoening van deze som verkoopt hij thans aan Isbrant in het geheel een uyterwaart genaamd de Brede Wairt, gelegen binnen die parochie van onsen lande van Vianen. Met het land genaamd "de Steenoven" en nog met 1 morgen land, beide naast de Bredewairt gelegen. De laatste in gebruik bij Aernt Maertensz. De Waart en de Steenoven belend oost en zuid: de Leckedyck, noord: die riviere van der Lecke met de Voonswairt, west: Jan Anthuenis Loufsz met zijn waerdeken gelegen in het quartier genaamd "die leuden"(?). Te houden van de heerlijkheid van Vianen tot een onversterfelijk erfleen, losbaar met 6300 gld. Hij machtigt vervolgens Frans van Couwenhoven, procureur postulant voor het Hof van Holland, om de belening voor de stadhouder van lenen van Holland te doen geschieden. Dood en teniet zullen hiermede zijn de belening van 1550-09-06 van deze waard op Gerrit van Spaernwoude en na diens dood op zijn zoon Isbrant gedaan op 1555-06-29
Sparenwoude, van | 1555-06-29
Ons Voorgeslacht 07-1988 p 279
Achternamenindex
leen van Vianen: no 631) Lexmond, uiterwaard genaamd de Bredewaard, a) ⅓ deel, groot 12 morgen en de zoeslag van 2 morgen gebruikt door Quiryn Claesz en Johan van Loenen; b) waarvan ¼ deel groot 12 morgen en de zoeslag 1 morgen 4 hont gebruikt door Marcelis Gerritsz en Herman Alfersz, met kapoenen en hoenders; door de leenheer in leen gehouden van de graaf van Holland (1569); 1555-06-29: Ysbrand van Sparenwoude, na dode van zijn vader Gerrit, met een rente op 2/4 van de waard, te lossen met 2000 Kar gld; 1563-06-18: Ysbrand van Sparenwoude, rentmeester van Brederode, wordt beleend met: a) de Bredewaard, b) het land daaraan genaamd Steenoven en 1 morgen Zoeslag, gehuurd door Arnoud Maartensz, belend noord: de Lek en de Vorenswaard, oost, zuid: de Lekdijk, west: Jan Antonis Loefsz met zijn waard genaamd Leuden, nadat Ysbrands vader Gerrit in 1550 van eigen 125 Kar gld aan de weduwe van Hans Kelderman had verkocht; zelf verkocht hij van eigen een rente aan Jacob Boudynsz voor 1400 Kar gld die hij de leenheer gaf; volgende beleningen gelijk aan 341B)