30 resultaten
Lienlaer, van | 1425-10-09
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 125v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Claes Lambertsz van Lienlaer draagt op "al zijn malen renthen als die Claes hoeve voirs tot Lienlaer toebehoorden", vervolgens wordt Gheryt Jan Gherytsz.z ermee beleend; "modo Lambert van Lienlaer cum aliis bonis"
mannen: Vrederic van Voerde, Tyman de Lange
Lienlaer, van | 1423-02-18
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 120v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: belening van Evert van Lienlaer, binnen jaar en dag na dode van zijn moeder Foijse, vrouw van Jacob van Lienden, met een halve hoeve land, die dat wederdeel is van der Zylhorst geheten; "Hier van staet noch een ouder brief op Feuse Evert Douwenszdochter, in libro Henrici de Poelwyck fol 124"; "Dit bovengescreven goet is split, ende d'een helft heeft Willem ende d'ander helft Lambert Everts voirs broders ut in libro Poelgeest fol 161"
mannen: Evert van Lodensteijn, Aelbrecht van Baern
Lienlaer, van | 1423-03-12
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 422v, 459v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: voor abt en mannen maakt Claes van Lienlaer Lambrechtsz aan Gheryt Jansz tbv zijn vrouw Alyde Aelbrecht Diersdochter, 20 Vrancr scilden per jaar "ut alinge der hoeven tot Lienlaer gelegen in der maelscap in onsen gherecht van Ymmenclaer" [Emiclaer]; fol 459v: hij maakt aan zijn vrouw 75 gld jaarlijkse erfelijke rente uit idem, sterft Alyd kinderloos, dan mag Claes deze rente afkopen met 1100 gld
mannen: Vrederic van Voerde, Tyman de Lange
Lienlaer, van | 1438-07-03
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 136v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gheryt Albert Diersz droeg op "een heel hoeven deel als Claes van Lienlaers hoeve van ons tobehoert"'vervolgens wordt Bartholomeus van Lienlaer Jacobsz ermee beleend tot een goed onversterfelijk erfleen
mannen: Evert van Lienlaer Jacobsz, Steven Maesz
Lienlaer, van | 1438-07-14
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 131, 157v, 430
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Claes van Lienlaer draagt op een camp land geheten die Nije Leije, belend oost: Goedert die Conijnc, zuid: de abdij, west: Coesijn die cuper, noord: de abdij; vervolgens wordt Bartelmeus van Lienlaer ermee beleend; 1454-12-12: Bartholomeus van Lienlaer draagt dit op, en vervolgens wordt zijn zoon Gherijt ermee beleend; hij maakt het tot lijftocht voor zijn vader Bartholomeus van Lienlaer; ontstaan er moeilijkheden ("hinder of gebreke") t.a.v. dit leen, dan zullen Geryt of zijn erfgenamen uit al Claes van Lienlaers goederen ontvangen 12 gouden Arnh gld per jaar
mannen: Evert Jacobsz van Lienlaer, Jacob Nennync; 1454: Evert van Lienlaer, Peter van Sconenburch
Lienlaer, van | 1441-08-07
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 136v, 137
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Claes van Lienlaer draagt op 1¼ morgen land gelegen tot Lyenlair, geheten "dat kampken mit den wech aen Belij kamp langes op den minsten scade", belend oost, noord: Claes zelf, west: dat erve in de coep, zuid: Bely Kamp, te houden tot een goed onversterfelijk erfleen door Willem Lambertsz die er vervolgens mee beleend wordt; Claes mag dit leen binnen 6 jaar lossen met 80 Arnh gld
mannen: Evert van Lienlaer Jacobsz, Bartholomeus van Lienlaer Jacobsz
Lienlaer, van | 1442-06-02
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 427
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Goedert Jacobsz van Lienlaer maakt tot lijftocht voor zijn vrouw Lijsbet de helft van een stuk land van 1 ½ vierendeel op Seldert, belend oost: Huge Sem en Aelberts scoenmakers kinderen, west: Elijs van Wede en Jan Vlug, die Goedert van de abdij in leen houdt
mannen: Evert Jacobsz van Lienlaer, Henric Jansz
Lienlaer, van | 1445-03-15
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 143, 143v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Lambert van Lijenlair Claesz wordt binnen jaar en dag na dode van zijn vader Claes beleend met een hoeve land gelegen in der maelscappen in onsen ghericht van Emmiclaer, geheten Lijenclair, te houden tot een goed onversterfelijk erfleen, behalve de lijftocht van Henric Mar van 10 gouden Rijnse gld per jaar, en de lijftocht die Lamberts moeder Alijt eruit heeft; op dezelfde dag maakt Lambert aan Henric Marre 10 gouden R gld uit dit goed tot lijftocht en Alijt consenteert hierin
mannen: Egbert de Beer, Dirc Poeyt; Geryt Albert Diersz, Henric Jansz
Lienlaer, van | 1452-10-09
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 151, 154, 154v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evert van Lienlaer met de ledige hand beleend met ½ hoeve, "die dat wederdeel is van der Zylhorst geheten"; 1453-12-05: hij maakt hieruit tot lijftocht aan zijn vrouw Katherine, 16 g.g. Beyerse gld per jaar, en voor zijn nicht Rykelant Lambertsdochter van Lyenlaer, 6 g.g. Phil scilden per jaar uit hetzelfde goed
mannen: Zouwe van Rijn, Govert die Coninck; 1453: Godevaert de Coninck, Ot van Slingelant
Lienlaer, van | 1452-10-02
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 151, 152
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evert Jacobsz van Lijenlaer beleend volgens zijn leenbrief dd 1442 zaterdag na H Sacramentsdach; Claes Jacobsz beleend volgens leenbrief dd 1449 dag na St Pouwelsdach conversio; Rutgher Jacobsz volgens zijn leenbrief 1450 Barth. avond, getuige Otto van Slingelant; Gerryt van Scaewijck Gysbrechts, volgens leenbrief 1442 maandag op O.Vr dach visitatis; Peter Lambrechtsz van Hamertfelt, leenbrief 1442 St Pancras