3 resultaten
Wigger | 1316
Rek Rentmeester Noordholland
Voornamenindex
uitgaven: van mijns heren laken te Delf te halen vier knechten, diere om liepen, bi Wigger 6sc (p 53); mijns heren garsoenen, die op haer pande laghe, ende daghelixe dienste bin den hove dede: Wiggher 2 £ (p 64); afterstal van landhuur int Hagheambacht, opten Veen: Wiggher 13sc 5d, Wiggher 11sc (p 80, 82); van renten in Delfgawech: Simon Wiggersz 5sc, Adaem Jan Wiggersz.z 23sc 11d 1 ort (p 102, 103); van renten in Pinacker, in Catwijc: Bertelmees Wiggersz 32d (p 106); in Pinacker: Wigger Hose 2sc 5d, Wigger 20d (p 106, 108); renten in Berkel: Wigger Claisz 11sc 3d (p 112)
Bake | 1377-12-18
Van Mieris III p 340
Achternamenindex
hertog Albrecht verbant de volgende personen uit al zijn landen en verklaart al hun goederen verbeurd, wegens hun deelnemen aan de opstand binnen Haarlem: Ghisebrecht, Wouter, Jan, Florys van Raephorst; Meester Jan Hoene, Baertout, Florys, Gheryt Hoene; Gheryt, Hughe, Boudyn Bake; Willem die Grebber en zijn broer Jan Willem; Dirc van Tetrode; Willem Adrichem Jan Reynaersz.z; Willem heer Woutersz van Zaenden; Jacob die Wilde; Willem van Rietwijk, mr. Reynaersbroeder van Rietwijk; Jan Willem Damensz; Dirc Steyneldenz; Dirc Rampenz; Jan Ungghersz. Sommigen waren door hen dood geslagen (o.a. Dirc Boudynsz [van Geervliet], Willem van Geervliet, Claes Martynsz, Jan Zeelander en Gheryt Jansz), nadat zij verschillende huizen bezet hadden: "sonderlinghe Jan Bakenhuse, daer si sommighe in ende uyt liepen ende lude doet sloeghen, ende weder daer in hem onthielden, ende uytwaerts worpen mit steenen op die banneer van der stede"
Haarlem
Spiering | 1520
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl III dossier 297
Achternamenindex
Aert Spierinck gehuwd met jvr Janne van Haeften was een losrente van 24 sc per jaar schuldig aan Jan van der Merwede; tbv zijn borgen Adriaen Duls en Willem van Gendt, had hij al zijn goederen in het land van Heusden verbonden; 1499: Adriaen stelt zich borg voor Aert en zijn vrouw ter zake van een losrente van 14 g gld per jaar ten bate van Lambrecht Millinck. De door Adriaen en zijn vrouw niet betaalde renten liepen zo hoog op, dat Aert tbv Lambrecht Millinck nog een rente van 7 g gld per jaar moest constitueren, waarvoor Adriaen Duls zich opnieuw borg stelde; daarop stierf jvr Janne van Haeften en de abdis van Rijnsburg trad op namens jvr Adriane van Botland, in een geschil met Aert Spierinck; 1516-10: Aert Spierinck werd veroordeeld tot restitutie van de goederen, die verkocht werden voor 2200 R gld aan Hessel van Gameren; daar deze verkoop betwist werd, stelde hij de goederen onder beheer van Willem Haemaker en zijn vrouw, die geen rente hoefden te betalen; Duls zei dat de goederen hem verbonden waren; zijn weduwe werd met het beheer ervan belast en werd voortdurend lastig gevallen door schuldeisers die haar bijv 12 morgen afnamen