Bedoelde u soms?
lierewech | lierweg | lierwegh | lietwech

9 resultaten

1625-11-09 | Sparenwoude

R.A.H. O.R.A. 1950 Transportregister Sparenwoude
Jaartallenindex

Cornelis Jansz Bouff met Aeff Dircsdochter, Maet Pauwen en Hendrik Jansz Pau haar gecoren voogd, verkopen aan de jonckheren Sybrant en Floris van Alckemade een stuk land groot een hondert, zuid, noord en oost: de coopers, streckende van t oostend af tot de Lierwech toe

Duvenvoorde, van | 1408-12-23

Cartul Marienweerd p 369
Achternamenindex

de abdij Marienweerd verkoopt aan heer Henric van Naeldwijc, ridder o.a. 38 morgen land, deels gelegen in Wateringen deels in Naaldwijk, belend oostzijde: Dirc van Duvenvoorde, zuid: de Lierwech, west: de Nyewech, noord: de heren van St Johannes, Gheryt Bake en Johan Wermboutsz

1537-09-16 |

Arch Marquette no 1106/Cartul Assumburg no 201
Jaartallenindex

schepenen in het ambacht van Maeslandt oorkonden dat Jan Pietersz, poorter der stede van Delft, bekende dat hij op den 13e dach van Maart lestleden voor mr Cornelis van Cappelle, notaris, en zekere getuigen, een wekelijksche mis verbonden aan een vicarie gefundeerd heeft in St Elisabethsconvent in den Hage, naderhand getranslateerd op het huis Assumburg, thans staande ter collatie en gifte van den heer van Assendelft, dat hij aan de vicarie een eeuwige rente van 6 Kar gld per jaar gemaakt heeft, te heffen door den possessor van genoemde vicarie van Assumburg, verzekerd op 4 morgen land gelegen in de prochie van Maeslant onverscheyden ende ongedeelt in een woninge van 16 margen lants nu ter tijt toebehoorende Willem Cornelisz Buys in de Lier, belend west: Heymen Boinsz ende den Heylighen Geest van Delft, oost: Jan Ariensz, zuid: die Beodixewech [?] en noord: die Lierwech, met noch 2½ morgen dair dit voors. lant mede gemeen leyt ende heeft belegen oost: Dirck Jacobsz, west: Gellis Meesz, zuid: Doe Doesz, noord: die Lierwech

1541-08-08 |

R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 237v, 239
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Claes Vranckenz, van Leyderdorp, opdroeg tbv juffr Cornelia de Heuyter, weduwe mr Jasper van Hamale, die twee delen van 7 morgen lands in Maasland, daar Cornelia de Heuyter dat ander ⅓ deel of toebehoort, ende is al tesamen leen van Holland, belend west: Cornelia de Heuyter selve met boomgaart en land, oost: Willem Gerritsz Cloet, zuidwest: die Burgerdykse weg, noordwest: die Lierwech. Op 1542-03-27 wordt Cornelia de Huyter voorn. met die ⅔ deel beleend tot een erfleen, binnen aftersusterkind niet te versterven. Voor Cornelia heeft haar broer mr Willem Pynsz, onse Raad ordinaris, de leeneed gedaan

leenmannen: Vranck van der Meer Pietersz, Gerrit den Harst Dirksz; mr Cornelis Zuys, Raad in Holland, Willem Willemsz, Raad in Holland en Procureur aldaar, Cornelis Barthouts, Anthonne Lebucq, Jacob van Busschuysen

1415-05-14 | Maasland

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 69v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

ick Willem Pietersz doe cond dat ic vercoft hebbe Jan Busen Jansz tbv de Sartroysen te St Geerdenberge, ½ morgen lands gelegen in den ambacht van Maesland ende leijt gemengder eerde en gemengder vuere met de voorn. Sartroyen, met Zybrandt Jansz, metten gasthuishuis te 's Gravesande, met Gheryt Jansz ende met Dirc Willem. Streckende van die Lierwech an die Sceede, ende heeft belegen west: here Gheryt van den Zijl, ridder, oost: die heren van St Jan. Alleen belast met "des heren thynse". Daar ick, Willem Pietersz, zelf geen zegel heb, heb ik gebeden heer Ghysken uter Lier, priester, voor mij te zegelen. Gegeven anno 1415 des Dinsdages na St Servaesdach

Made, van der | 1344-08-03

De Geer: Arch Duitse Orde II p 603
Achternamenindex

Jan Persijn heer van Waterland, ridder, beleent het Duitse huis met "alsulc goet als Lysbeth Hughe Papendochter die Pieter Maleghes wijf was, van mi helt te lene, dat gheleghen is binnen den ambachte van Mazeland: (eerst 8 morgen tusschen de Sceede en de Gawech); ende 6 morgen die gheleghen siin nortwart over die Sceede, ende die beleghen heeft up die westzide Jan van den Dorpe met lande dat hij hout van der joncrouwe van der Maede, ende dat nortende streckende an die Lierwech ende up die oestzide Claes Rotemul"

Doede | 1408-12-23

Cartul Marienweerd p 369
Achternamenindex

Marienweerd verkoopt aan heer Hendrik van Naaldwijk o.a. - 12 morgen en 5 hont in Naeldwijc, belend west: Mouwerijn Philipsz, zuid: de Lierwech, west: Hughe Witte Claesz, noord: Henric Doedenz en jvr Katriin Aernt Doedenz; - In Lierambacht 13 ½ morgen, belend oost: een banwech, zuid: Johan Gherytsz, west: Gheertruyt Doeden kinderen en Claes Herbarensz, noord: het erf dat Hughe Aerntsz nu ter tijd gebruikt; - 3 morgen in j. van der Wateringhe, belend oost: Philips heer Philipsz, zuid: de Zuidweg, west: Claes Aerntsz, noord: een banweg; - 38 morgen deels in Wateringen deels in Naaldwijk, belend oost: Dirc van Duvenvoorde, zuid: de Lierweg, west: de Nyewech, noord: de heren van St Johan, Gherijd Bake, Johan Wermboutsz

Bake | 1408-12-23

Cartul Marienweerd p 369
Achternamenindex

de abdij Marienweerd verkoopt aan heer Henric van Naeldwijc, ridder o.a. 38 morgen land, deels gelegen in Wateringhe deels in Naaldwijk, belend oostzijde: Dirc van Duvenvoerde, zuid: die Lierwech, west: de Nyewech, noord: de heren van St Johannes, Gheryt Bake en Johan Wermboutsz. In Zantambacht: - 1 morgen land, belend oost: de Groene wech, zuid: Johan Petersz, west: de Maasdijk, noord: Dirc Heynmansz en Johan Brantsz;- 2 morgen in gemengde aarde met Dirc van Eemskerc, heer Zadelboghe en Florens Jan Broetsz; - 3morgen belend oost: de Vlietweg, zuid: Johan Willemsz van Naeldwijc, bastaard, west: Johan van Croft, Noord: het kapittel van Naeldwijc. In Lierambacht 20 morgen, belend oost: de banwetering, zuid: Johan Willemsz, west: de banweg, noord: de Monikenlaan. Verder nog genoemd als belendingen in Zantambacht: Johan Pynaker, Johan Loef en in Naaldwijk: Margarethe Johan Cayseers

1415-06-01 | Maasland

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 69/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

ick Jan Buys Jansz doe cond etc dat ick vercoft hebbe den prior en gemeen convent van de Sartroysen bij St Gheerdenberge, alle alsulke lande en erfnisse als die gasthuismeesters van den ouden gasthuys tot Delft mij vercoft hebben en gelegen zijn in den ambacht van Maesland in alre manieren en schyn alzoe die brief begrijpt en inhout die die stede van Delft voirs. my daeraf bezegeld heb. Ende ick voert den convente v.d. Sartroysen opgedragen ende overgegeven hebbe: 1) 5 morgen lands gemeen met Rembrant Claesz en met Claes Willemsz, streckende van de Westgaechwech tot aen die Sceede, belend west: mr Gherit van der Hoeve, Heyle Jacop Arntsz, Willem Jacopsz ende Jacob Hooijliede zoen, oost: Rembrant voirs, Claes Willemsz, die vrouwe van der Woert ende die heren van St Jan; 2) 7 morgen en 3 hont lands, streckende van de Westgaechwech an die Sceede, west: Rembrant voirs ende Claes Willemsz, oost: die heren van St Jan; 3) [is dubbel], 4) 8 morgen lands, streckende van de Westgaechwech an die Scede, west: jouffrou Gheyle van den Woude en Bertolmeus Helmersz, oost: Bertolmeus voirs, Boudijn Hart, Pieter Voppenz en Willem Heij Pieter Dircss; 5) 4 morgen lands gelegen noordwaerts van der kercke, streckende van den Kerckwege an die Zaijn wateringe, belend zuid: here Gheryt Spronc met cappelryeland, noord: die Duytse heren; 6) 2 morgen lants leggende van der Scede zuidwaarts an die Burgerwech, zuid: Willem Hey Petersz, Bertelmeus Helmersz en Pieter Voppenz, west: dat oude gasthuis te Delft; 7) 3 morgen lants liggende gemeen met Wouter Florisz, streckende van den Gaechwech aen die Scede, west: Jacob Bartelmeusz, oost: Dirck Artsz en joffrou Gheyle voirs; 8) 10 hont lands gelegen an die zuidzijde van de Westgaechwech, streckende van de Saijn wateringe an des H. Geestlande van Delft, zuid: Arnt Jacobsz, noord: Dirc Bertelmeusz; 9) 5 morgen en 3 hont lands, leggende zuidwaarts van der kerken, streckend van de Maesdyck an de Kerckwech, gemeen met mr Gheryt van der Hoeve ende metter memorie tot Delft en heeft belegen noord: Gheryt Odzier boyenz.z, zuid: Philips Hughe Sterckenz; 10) 4 hont en 25 geerden lands liggende gemeen met de Sartroysen van St Geerdenberg, metten gasthuse van s Gravesande, met Willem Petersz, Margriten Vrancken, Zybrant Jansz, Gheryt Jansz en met Dirck Willemsz. Streckende van den Lierwech an die Sceede, ende heeft belegen west: here Gheryt van den Zyl, oost: die heren van St Jan. Jan Buse belooft vrijwaring. Alleen belast met de jaarlijkse chyns. Schepenen en raden van St Gheerdenberg bezegelen deze brief met hun stede zegel. Voirt so heb ick Jan Buze noch vorder gebeden here Ghysbrecht van den Pole, ridder [Poele ?] om voor mij te zegelen, hetgeen hij doet