12 resultaten
Herlaer, van | 1300
Navorscher 1896 p 184, 329
Achternamenindex
Dirk van Lijden geboren ± 1250, gestorven 1300, begraven in de abdij van St Paulus te Utrecht x Agnes van Herlaer [zuster van Dirk van Herlaer?]
Zegers van Wassenhove | 1585-09-09
Not Arch Haarlem 6 fol 146v
Achternamenindex
testament van jhr Guiliam Zegers van Wassenhove Johansz en jvr Maria Muijs, wonende te Alkmaar: als zij door oorlog of anderszins verliezen lijden mogen de kinderen noch de andere familieleden bij het overlijden van één van de testatoren de ander aansprakelijk stellen
1477-02-26 | Alkmaar
G.A. Amsterdam Inv. B.W. no 579 regest 525/Cartul Carthuizers bij Amsterdam fol 56v
Jaartallenindex
schepenen in Alcmair oorkonden dat mr Claes Gherytsz met coman Lou Koenenzone, zijn gecoren voogd, Aeriaen Gerytsz voor zich zelf, Aechte Gerytsdochter met haar gecoren voogd Lutgen Lutgenzoon, en Gherbrich Gerytsdochter met Jan Pelser hoir ghecoren voecht, voor recht kenden ende lijden dat sij eendrachtelic tesamen vercoft hebben die procurator van die Karthuysers tot Amsterdam tot dat convents behoef "een sticke lants ghelegen binnen die vryheit van Alcmair int Loet, ende gheheten is Willem Berwoutszoons camp", daer lenden of sijn oost: die middelste susteren tot Alcmair, zuid: een stucke lants gheheten t Noert. Vidimus van 1540-05-29; "Van Willem Berwoutscamp bij Alcmair, lantb. fol 550"
Pieter Sel Symonsz en Pieter Jacobpsz, schepen
Baenst, de | 1535-1536
Grote Raad Mechelen Beroepen uit Holland dl IV dossier 392
Achternamenindex
jhr Guido de Baenst, heer van Oostkerke, poorter van Brugge, contra baljuw en dijkgraaf van Oostende, Hoedekenskerke en Vinningen (?); Guido bezat in deze parochies als ambachtsheer 528 gemeten land; Cornelis Willemsz Schoef stoorde hem in het bezit van 81 gemeten, hetgeen hem 200 Kar gld schade deed lijden. Het Hof wees hem in 1536 dit bedrag als schadevergoeding toe
Beets, van der | 1469-05-07
R.A.H. 104 fol 7v/Afd Kennemerland fol 3
Achternamenindex
Aechte Florisdochter van der Beets met haar man Broeder Pietersz ontvangen van de grafelijkheid in eigendom een stuk land tot Schermer in West Friesland tegenover de oude molenwerf, dat veel van het water te lijden heeft en niet meer opbrengt dan 24st, blijkens een certificatie van de schout van Schermer, dat zij tevoren van de grafelijkheid in leen gehouden heeft
1657-10-15
R.A.H. O.R.A. 2104 fol 193v
Transportregister Egmond
Jan Brunt, wonende te Alkmaar, erkent schuldig te zijn aan Jan Jansz Rolberch, poorter van Alkmaar, 800 Kar gld ten deele van geleend geld, ten deele bij slot van reeckeninge van zijn huijsvrouwenouders erffenisse (op gisteren gesloten volgens acte daervan gemaekt), te quaet gebleven, losbaar met den penning 16. Voor de vrijwaring en voor de schade die de voorn. Rolberch en Aris Cornelisz Heemskerck, notaris te Alkmaar, als exec. test. van de ouders van zijn comparants huisvrouwen ouders zullen lijden, verbindt hij het voors. perceel genaamd "Vredesteyn" (zie 1658-03-15)
1546-04-01 |
R.A.H. Coll Aanw 250 fol 495/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
request van Jacob Ysbrantsz met meer andere vrunden ende magen van Jan Vranckez van der Boechorst, dat dieselve Jan zeer qualicken gestelt es ende over veel jaeren geweest heeft in zijn verstant ende doer crancheijt van dien hem dickwijls ontgaen heeft gehadt aen zijn moeder ende suster, huysvrouw van Jacob, zodat deze veel te lijden hebben gehad van "qualicken te spreecken, stoeten, slaighen ende dat arger is gequetst heeft gehad, maer hebben t zelve heymelicken gehouden doer eerbaerheyt ende omme andere verscheydene redenen, bysonderlinghe doordien dat die vader van de voorn. Jan, mede van crancksinnicheyt enige jaren ende alsnoch gesloeten geleghen heeft ende noch leyt, ende meer andere van zyn geslachte, daer gebreeck off gehadt hebben, dat God beteren moet". Hij verzoekt om Jan in bewaarnisse te mogen leggen. Het Hof staat toe om Jan Vranckez te verzeeckeren, vast ende gesloten te houden in goede bequame plaetse ter tijt ende wylen toe dezelfde Jan zynder verstant, zinnen ende memorie beter machtich ende anders gequalificeert sal wesen
1469-05-07 |
R.A.H. 104 fol 7v Afd Kennemerland (fol 3)
Haarlem Algemeen
hertog Karel oorkondt dat hij aan Aichte Florysdochter van der Beets met haar man en voogd Broeder Pieterszoon in eigendom heeft gegeven een stucke lants gelegen tot Schermer in onsen lande van Westvrieslandt leggende tegens den ouden molenwerf over, dat veel van het water te lijden heeft en niet meer opbrengt dan 24 stuivers, blijkens een certificatie van den schout van Schermer, bezegeld met zijn zegel, die zij van hem in leen hield. Zij dragen hiervoor wederom op een huis en erf binnen Haerlem in die aftercroft tussen Machtelt Gerbrant Airntssoons weedwy an die een sijde, Jacob Claeszoon die vogelcoper an die ander sijde, oistwairt streckende an Willem Dircksz die leydecker, staend jaerlix opten voors. huyse te huyre 7 schell 6 penn goets gelts. Zij ontvangt dit huis weer in leen, te verheergewaden met 5 schell of een snoek. Haar man Broeder Pietersz doet hulde en manschap (vgl 1469-05-09)
Leyenburg, van | 1375-07-23
R.A.U. Regesten Domkapittel Afschr regest no 971 III fol 120v, 121
Achternamenindex
Johan van Leyenberch, knape, beleent Heynrick van Vyanen heer van der Ameyde, met gerecht, tijns en tiende van Cort Bolgrij, dat hij zelf houdt van zijn neef Jan, zoon van zijn broer Hubrecht van Leyenburch, als achterleen van de grafelijkheid van Holland; dezelfde dat stelt Jan van Leyenberch 4 blokken tienden in het gerecht van Scalcwyck en 4 hoeven land in Vuylcoop en in Scalcwyck borg voor de schade, die Heynrick van Vyanen mogelijk zou kunnen lijden door verzuim of verhef van het gerecht met tijns en tienden van Cort Bolgrij
1497-06-20 |
Reg H. Geest Naaldwijk fol 40 Copie v.d. Marel p 86
Jaartallenindex
wij deken van gemeen capittel St Adriaens tot Naeldwijc kenne ende lijden mits desen etc sculdich te wesen den H. Geest tot Naeldwijc 48 £ Holl sjaers ewige renten (30 grote voor 1 £), diewelcke derselve H. Geest gemaect zyn te testament bij wijlen heer Henric heer van Naeldwijc tot behoeff 5 armer mannen die wonen sellen in t huijs getimmert opt erff van de cuer bij de testaments heren Henrics van Naeldwyc voors, of ende dewelcke die H. Geestmeesters aldaer onder die voergenoemde 5 arme mannen delen zullen na ordinatie sheeren ende sdekens van Naeldwijc in der tijt wesende. Verder erkennen zij aan de H. Geest schuldig te zijn een eeuwige rente van 20 £ Holl sjaars tbv de andere armen van Naeldwijc die in t voers. manhuijs niet wonen. Voorts erkennen zij dat heer Henric voorn. hun een ewige rente gemaakt had 9£ Holl en 10 stuvers sjaers tot behoeff van twee choralen die sullen helpen singe ter misse etc. Zij verzekeren deze renten op 44 margen lants gehieten t lant te Made ende op die Maderwerff gelegen bij Delff, t welc ons angecomen is bij testament heeren Henrics van Naeldwijc voirs.