Bedoelde u soms?
legenden | levenden | licenten | liende | lienden | lijnden | lijnen | linden | lyenden

10 resultaten

1476< |

Leenregister St Paulusabdij Utrecht 505 fol 494, 495
Jaartallenindex

dit is alsulcke dijck als van den gericht van Lienden gelegen is end in eenen ijgheliken synen dyck van beneden opwaert tot des papenstege toe: 1) Trude Slewen neffens hoer anschot omtrent 10 ½; 2) die heerlicheit van Lienden, 15 roeden; 3) Dirck van Elten, 8 roeden; 4) Willam Wijnaltsz, 7 roeden; 5) die abt van St Poulus, 28 roeden 4 voet; 6) die buer van Lienden, 4 roeden; 7) Jans ende Dircks erfghenamen van Groetvelt, 3 roeden; 8) Henrick Foijert, 1 roede; 9) die heren van Merrijendael, 4 roeden; 10) Pieter Wijnaltsz, 4 roeden; 11) 13 roeden verloren dijks die zijn ½ gegeven den abt van St Pauwels, andere helft gegeven Peter Wynaltsz; 12) die abt noch 8 roeden dycx; 13) daer naest Peter Wijnaltsz tot Hermans dijck van Oemeren; 14) Herman van Oemeren sijn aenschot; 15) die heericheit van Lijenden daer na hoer anschot; 16) Jan Foijerts erfgenamen daer naest; 17) Bely Zuermonts ende haer kijnder, daer naest haer anschot; 18) die kerc van Lijenden, idem; 19) die beghinen tot Rhinen, idem; 20) Jan Foijerts erfgenamen, idem; 21) die heerlicheijt van Lijenden, idem; 22) die pastoer van Lyenden, idem; 23) der capellen van Verhusen, idem; 24) die abt van St Pouwel, idem 35 roeden; 25) daerna Ot van Meerten; 26) daerna des H. Cruijsaltaer tot Lijenden 1 roede; 27) die pastoer van Lyenden daer naest 2 roeden gegeven; 28) Deenken Foijert Arnt Walravensz en Dirck van den Brenck 2 roeden dycs; 29) heer Goijert Jager van der capellen weghen, 3 roeden gegeven; 30) heer Goijert Jagher van der capellen weghen sijn anschot teghen die weem tot Verhusen; 31) daarna Jan Vonck Gerijtsz ende Haes van der Meije, 1 roede; 32) die kerck tot Lyenden, 1 roede; 33) onse vrouwe tot Verhousen vijff roeden dycx; 34) Ludolfs erfghenamen van Hoeve en Gherijt die Kemp, 6 roeden; 35) die abt van St Pouwel, 4 roeden; 36) Dirck Foijert, 1 roede; 37) Roelof van Mouderick, 1 roede; 38) Jan Foijerts erfgenamen, 1 roede; 39) die kerck van Lyende, 1 roede; 40) daernaest Henrick Foijert sijn anschot; 41) daernae die heerlicheijt van Lyenden, 4 roeden dycx; 42) Deeuken Foijert, Dirc Foyert en Geerfaes Zuermontsz, 4 roeden; 43) Goessen Maessz, 9 roeden; 44) Gosen die Leeu, 9 roeden; 45) daernaest die abt sijnen dijck, 37 roeden; 46) daernaest die heerlicheijt van Lyenden, 6 roeden; 47) Deeuken Foyert, Dirc Foijert en Dirc van Derthusen, 5 roeden; 48) heer Hubrecht van Mouderick op den Coekamp, 12 roeden; 49) Deuuken Foijert, Claes Jan Claesz en Margariet Jan Claeszdochter, 8 roeden; 50) Gosen die Leeu, 3 roeden

Triest, van | 1456

Leenregister Abdij St Paulus te Utrecht 505 fol 19v
Achternamenindex

Claes van Trijest wordt binnen jaar en dag na dode van zijn vader beleend met een stuk land en erve van 1 ½ morgen, belend oost: de straat geheten die Meer, zuid: Claes van Trijest, noord: de ghemeynde geheijten de Bresick, gelegen in het gericht van Lijenden

abt: Jacobus van Poelgeest; mannen: Aernt Loeff, Peter van Schonenburch

Leeuw, de | 1456-05-23

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 19v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Jacob van Poelgeest oorkondt dat Geertruydt des Leuwen met haar gecoren momber Aernt Loeff, hem opdroeg een stuk land en erve, leen van de abdij, groot 3 morgen in het gercht van Lijenden, belend oost: een gemene straat, zuid: Claes van Tryest, west: de heerlijkheid Lienden, noord: Johan Herberensz en dat hij vervolgens Johan die Leuwe Gerritsz hiermee beleend heeft tot een onversterfelijk erfleen; "nu Gerefaes Noest ut in libro abbatis Wilhelmi fol 219"

leenmannen: Claes van Tryest en Pieter van Schonenburch

Eck, van | 1426-10-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 31v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: tijns tot Lijenden, Alairt van Eck Lamphollenzs tijnsbrief: Gerrit van Broichagen als hof- en tijnsmeester van St Paulus oorkondt dat Johan van Voirn, priester, met Alart van Lijnden als gecoren voogd, hem opdroeg 6 morgen in de maelscap van Eck, belend boven: Alart van Eck Lamphollenz, beneden: Joest Doeijs en zijn zuster jvr Maria; vervolgens ontvangt Alart van Eck Lamphollenz dit goed in erftijns; Alert van Eck maakt dit goed tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Lysbeth

mannen: Johan Borre van Aelst, Gerefaes Goedenz

1476< |

Leenregister St Paulusabdij Utrecht 505 fol 494, 495
Jaartallenindex

vervolg "alsulcken dijck in den gericht van Lienden": 51) Dirc van Zoemeren, 4 roeden dycx ende 4 voet; 52) heer Jacop, priester tot Ysendoren, 3 roeden; 53) die heren van Mariendael, 2 roeden; 54) Gerefaes Gelisz, 1 roede; 55) Deeuken Foijert, 1 roede; 56) die heren van Mariendael, 1 roede; 57) die heerlicheijt van Lyenden, 19 roeden; 58) Gherit Doijs, Jan van Meeren Stevensz, Geerfaes van Ham ende Geerfaes Maesz, 3 roeden onder hem allen; 59) Geerfaes van Groetvelt, 1 roede; 60) Haes van der Meijen, 2 roeden dycx; 61) Hubrecht van Triest, 1 roede; 62) Elijs kinder van Beijnhem, daer naest; 63) die abt daer naest; 64) Elijs kinderen van Beijnhem daer naest, dus voor en na de abt hebben zij 27 roeden dycx; 65) Huesen Hermansz daernaest, 14 roeden; 66) Hubrecht van Triest, 2 roeden; 67) die heerlicheijt van Lyenden, 15 roeden; 68) Dirc Foijert, 8 roeden; 69) Eerst van Ewick, 4 roeden; 70) die heerlicheyt van Lijenden, 41 roeden; 71) Elijs kijnder van Beijnhem, 12 roeden; 72) Deeuken Foyert, 1 roede; 73) Dirc Foijert, 2 roeden; 74) Henric Foijert, 1 roede; 75) die heren van Mariendael, 3 roeden; 76) Henric van Loenen, 1 roede; 77) Hubrecht van Triest, 1 roede; 78) die kerc van Lienden, 1 roede; 79) Jan van Meerten en Dirc van Elten, 1 roede; 80) Geerfaes Jelisz, 1 roede; 81) Jan Claesz kijnder, 1 roede; 82) Jan Bor, 1 roede; 83) Geerfaes Zuermontsz, 1 roede; 84) Maes Roelessz, 3 roeden; 85) Deeuken Foijert, 4 roeden; 86) die pastoer van Lijenden, 9 roeden; 87) Hubrecht van Triest, 1 roede; 88) Wouter uten Asschengaat, 1 roede; 89) Andries Schuerman, 1 roede; 90) Lijsbeth Spaens, 4 voet dijcx; 91) Alijt Jan Claeszdochter, 4 voet; 92) Jan Noest van Renen en Jan Noest Gerijtsz, 1 roede; 93) Rutger Dirksz en Arnt van Zoemeren, 1 roede; 94) Geerfaes Maesz, 1 roede; 95) Herman Henricsz, 1 roede opt Oert; 96) Henric Foijert, 1 roede op die Buijcrot; 97) Dirc van Elten, 2 roeden, die een op sijn hofstat, die ander op sijn buijcrot; 98) Dirck van den Brenck, 1 roede; 99) Gheryt van Groetvelt, 1 roede; 100) Jan Foijerts kijnder, 1 roede; 101) Bernts erfgenamen van Broechagen, 4 roeden, 102) Elijs kinder van Beynhem, 8 roeden; 103) die heerlicheyt van Lyenden en de abt van St Pouwel, 28 roeden

1476< |

Leenregister St Paulusabdij Utrecht 505 fol 495
Jaartallenindex

vervolg "alsulcken dijck in den gericht van Lienden", in margine: den dijck bepaelt in t jaer MCCCCLXXVI: 104) die abt van St Pouwel, 28 roeden, belend beneden: Willem Wijnaltsz, boven: die buer van Lyenden; 105) 35 roeden dycks, beneden: die capelle van Veerhusen, boven: Wemmers kinder van der Weij; 106) 4 roeden, boven: Hubrecht Foijert, beneden: Jan Lijster en Griet Willam Vonckendochter; 107) 37 roeden, boven en beneden: Ludolf Arntsz; 108) 3 roeden, boven en beneden: Geryt van Beijnem; 109) 28 roeden gemeen mit de heerlijkheid van Lyenden, beneden: Willam Vastertsz, boven: die papensteghe die die naburen van Lijenden gesamentlijk houden. Welke voers. dijc Jan van Brakel nu ter tijt op hem genomen heeft, op Sinte Lambertsdach anno 1476. Item onsen dijck boven bestaet in dachhueren 4 roeden 15 dachhueren, facit 31st, behalve ons self dienre dat wij an ons selven hielden, 4 stuver bestaet te wynckoep; item onse knechten die wij ghewonnen hadden in dachhueren verteert 25 stuver; item verteert ende vervoedert voir mij selven ende den kelner ende hij Hilbrant 48 stuver; item noch den enen die in dachhueren mit den die verdingt hadde Joest te doen, ghescenct 1 stuver; item noch van den overloep van der maten des verdingden dijcks, 16 roeden gegeven 6 stuver. Facit somma 16 R gld 11st

Alijd Jan Claesdr | 1459-09-17

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 37
Voornamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Dirc Foijert als een hof- en tijnsmeester, oorkondt dat Alijt Jan Claesdochter met Goesen van Ewijck als haar gecoren momber, hem opdroeg tbv Geryt van Grootvelt en Wolter Foijert als kerkmeesters van de kerk tot Lyenden, een hofstat land en erve met timmering en potinge in het gericht en kerspel van Lijenden, belend oost, noord: Jan Noist, zuid: een gemene straet, west: Dircs kinderen van Ham; de kerkmeesters ontvangen dit goed vervolgens in erftijns

tijnsgenoten: Claes van Triest, Jan Noist

Culemborg, van | 1480-11-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 17v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert beleent jhr Jasper heer toe Culenborch, ter Weerde, toe Lijenden en toe Borssele, na dode van zijn vader jhr Gerart van Culenborch met: 1) den oldenweert mitten gherichte, hoghe ende leghe min sinen thyenden, gelegen bi der Nyerlede, belend oost: den Amstelschen boomgaert, west: den Scullenborchsen weert, noord: die Meersschen, zuid: de oude Rijn; 2) den Sculenborchschen weert in het kerspel van Lienden, belend an die oversijde: heer Johan heer tot Ghymnich, nederzijde: de bisschop van Utrecht; 3) al hetgeen Gerard van de abdij hield; jhr Jasper ontving ook: 4) de halve tiende te Kesteren; opschrift: "Jonchere Jasper here tot Culenborch to Weerde mo [do ?] vrouwe Anna van Pallant ejus filia, ut in libro abbatis Wilhelmi de no fol 174"

mannen: Bernt uyten Enghe, Ott van [der] Oird

Ackoy, van | 1424-11-16

R.A.H. Coll Aanw 105 Heukelom p 19
Achternamenindex

Johan heer tot Huekelem, Lienden en Millingen, bewijst aan Dirck van Huekelem, zoon van wijlen zijn oom Dirck van Huekelem 1000 oude Vrancr schilden op enige waarden

in presentie van "onse lieve magen": Dirck van Lijenden heer tot Hemeren, heer Otto van Haeften, ridders; Jan van Langerak, Otte van Hueckelom, Goessen van Lienden, Roelof van Dalem, Coenraet van Oesterwijc, Dirck die bastaert van Huekelom, Gerijt die bastaert van Ackoy, Bruijsten bastert van Ackoy, Johan bastaert van Huekelum, Otte Henrics bastardszoon van Huekelom, knapen

Dalem, van | 1424-11-16

R.A.H. Coll. Aanw. 105 Heukelom p 19
Achternamenindex

Johan heer tot Huekelem, Lienden en Millingen, bewijst aan Dirck van Huekelem, zoon van wijlen zijn oom Dirck van Huekelem 1000 oude Vrancr schilden op enige waarden

in presentie van "onse lieve magen": Dirck van Lijenden heer tot Hemeren, heer Otto van Haeften, ridders; Jan van Langerak, Otte van Hueckelom, Goessen van Lienden, Roelof van Dalem, Coenraet van Oesterwijc, Dirck die bastaert van Huekelom, Gerijt die bastaert van Ackoy, Bruijsten bastert van Ackoy, Johan bastaert van Huekelum, Otte Henrics bastardszoon van Huekelom, knapen