19 resultaten
Jan Willemsz | 1582-06-15
O.R.A. Alkmaar 132 fol 76
Voornamenindex
Jan Willemsz, van Linnen [Limmen ?], en Rem Jansz, van Heyloe, verkopen camer te Alkmaar
Vries, de | 1533-1534
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl IV dossier 376
Achternamenindex
Sipken Olfertsz de Vries en zijn vrouw Femma Woutersdochter, uit Amsterdam, contra Dirck Jacobsz van Eynde, mede namens zijn vrouw Obrecht (Oburch) Claesdochter, te Amsterdam: eisers verkochten in 1532 een partij linnen aan Erm Spykers waarbij Obrecht Claesdochter aanwezig was, wie was de verkoper?
1493-03
folio 37v XXVI 1492-1495
Transportregister Haarlem
Symon Jacobsz is sculdig Jacob Dircsz van Ilpendam, zijnre zuster man, 55 gouden R gld van zeker linnen laken en wollen laken, hem gezonden bij Johan van Dynslaken, poorter van Coelen in t jaar '88
1535-03-10 |
Bronnen Gesch Rijnsburg regest 1157
Jaartallenindex
Adriaen van Botlant, abdis van Rynsburg, vermaakt haar prersoonlijk bezit: goud, zilver, tin, linnen, kleeren, boeken etc aan haar cappellaenster Margriet van Remmerswael die daarvan missen zal laten opdragen en aalmoezen zal geven voor de zielerust van de abdis, en legaten zal toewijzen aan de geestelijken te Reynsburch, het convent, de dienstboden der abdij en andere goede vriendekens. Margriet zal de kleine kapel laten repareren en er een nieuw glasraam en nieuw altaar laten plaatsen. De handtekening van Willem Dircsz, neef en kapelaan der abdis, die blijkens het testament als notaris zou tekenen, ontbreekt
1672-05-01
R.A.H. O.R.A. 2106 fol 167v
Transportregister Egmond
Cornelis Florisz Welboren, wonende op de Hoef, transporteert aan zijn schoonzoon Claas Ysbrantsz van Zanen, een stucke lants benoorden de Hoef gelegen, groot ½ morgen, oost: de Tichel [lant, laan ?], zuid: Knunnicke lant, west: de Heereweg, noord: Dirck Claesz. Daar de comparant geen goederen voor tegenwoordig heeft als zijn klederen van linnen en wollen, verklaart hij al zijn kleren en roerende goederen, tegenwoordige of toekomende aan zijn schoonzoon over, die hem tot zijn dood zal alimenteren
1493-06-28 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput N.H. fol 18-21v
Jaartallenindex
Max. en Philips oorkonden: alsoo onlancx geleden proces in cas van appel opgheresen ende uytstaende is geweest in onsen Grooten Raed tusschen Anthonis van Eversdyck, appellant, ter eener-, en Jacob Adriaensz exploictier in onse camere van den Rade in Holland, geappelleerde, ende Jacob van Noortich, geintimeerde ter andere zijde. Appellant zeide dat hier voormaals Cornelis de Witte kocht van de voorn. geintimeerde seeckere quantiteit van laeckenen. De appellant had zich daarbij borg gesteld voor Cornelis Witte. De koop bleek een miskoop te zijn daar de linnen lakens niet zo goed waren als zij behoorden te wesen, weshalve de geintimeerde voor de Groote Raad gedaagd werd. Appelland werd gedwongen in de camer v.d. Rade van Holland de voorn. som in termijnen te betalen. Op welke condemnatie geintimeerde verkreeg letteren van executie. Cornelis had geen voldoende geld voor betaling bij elkaar kunnen krijgen en de geintimeerde liet niets na om de appellant te beschadigen en vroeg executie van seker leen hem toebehorende geheten t leen van Rynenburch in Holland. Hiertegen was appel aangetekend. Op 1491-02-08 was de appellant voor de stadhouder en Raad gecompareerd en had erkend aan de geintimeerde 68£ gr Vls ter cause van de koop van linnen lakens, waartoe hij al zijn goederen verbonden had. Desniettemin was hij in gebreke gebleven te betalen. Geintimeerde verkeeg daarop van het Hof letteren van executie. Hiertegen was de appellant weer in appel gegaan bij de Grote Raad, hij bood roerende goederen aan om zijn schuld te betalen. De Groote Raad doet de appellantie teniet, sonder boete, en veroordeelt Anthonis om aan Jacob van Noortich de voors. som te betalen, met compensatie van kosten (vgl 1493-08-04)
Hogendorp, van | 1597-11-30
G.A. Amsterdam 52 fol 109v/Notaris Lieven Heylinc
Achternamenindex
testament van Aelbrecht van Hogendorp, ingezetene van Amsterdam, geapprobeerd te Antwerpen voor notaris Waerbeek op 1589-02-21; hij legateert aan zijn tegenwoordige huisvrouw Susanna Clauwaert en al zijn kinderen bij haar geprocreerd "in de Key ? Spycker geseten buyten St Anthonispoort deser stede met al het huisraad, meubelen, linnen, wol die hij achterlaten zal omminne den voorsz spijcker", ook zal zij alles ontvangen volgens haar huwelijksvoorwaarden; gedaan ten woonstede van de comparant in de Keizerstraat buiten St Anthonispoort
1485-12-19
folio 58 LIX 1484-1486
Transportregister Haarlem
Matheeus Claesz geeft en bespreect Guertruijdt Gerytsdochter voor haar arbeid en verdiend loon tydens zyn ziekte, de bruyckwaar van ½ van een stuk lants in de ban van Velsen, genaemd Hofgeest, ende bruyckt nu Huijge Claesz om 6 R gld per jaar. Voorts geeft hij haar zijn gehele inboedel met tin- en coperwerk. Bovendien al zijn clederen en linnen. Verleden: 19 December
Oeftet Ivenz | 1349-1350
Rek Rentmeester Kennemerland
Voornamenindex
Oeftet Ivenz: van 1 paer linnen clederen, afterstal, maakt 12 roeden en 6 voeten aan Ouddorperdyc (798 fol 1, 23); 1356-1357: afterstal van 1355 van land te Vronen 3sc 10d, van 1356, 3sc 8d (804 fol 3v, 25v); 1358-1359: afterstal van 1358 van Vronen 17sc 8d (806 fol 32v)
1453-03-25 |
Arch Grote Gasthuis Haarlem no 1429/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat de gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis aldaar Jan Moenenzoen aangenomen hebben tot enen trouwen dienre ende kencht, alle wens te doen die zij hem vragen. Behalve kost en huisvesting ontvangt hij 4 g Beyerse gulden, 2 paar linnen kleederen en 2 paar goede schoenen 's jaars. Jan Moenenz zal terstond in het gasthuis brengen 40 gouden Wilh schilden, ende daertoe een acker lants, gleegen in den ban van Heemstede ende belent hebben noord: Jan van Heemstede, baljuw van Kennmerland, zuid: die linie, oost: dat Hooft, streckende westwaert an Jan van Heemstede voors. Van dit land zal hij levenslang het vruchtgebruik behouden. Kan hij door ouderdom of anderszins zijn werk niet meer doen, dan zal hij als provenier aangenomen worden
Ghijsbrecht Luydolfsz (met zijn zegel) en Jacop Meynaertsz, schepenen