14 resultaten
1581-05-10 |
mr Veder: Inv Arch Fam de Graeff regest 111
Jaartallenindex
schout en schepenen van Aelsmeer oorkonden dat Vrederick Vogel als man en voogd van Alydt, nagelaten dochter van mr Lotten Claesz Gaell van Haerlem, verkoopt aan Jan, Jacob en Pieter, Dirxzonen, en Weyntgen Dircsdochter, kinderen van Dirck Jansz Graeff te Amsterdam, de ½ van een saete lands, huis, werf enz, als Jan Claesz Cat met wijlen mr Lotten Claesz Gaell, van Haerlem voorn, eertyts in 1555 van Willem Gerritsz alias Paessen tesamen gekocht en betaald hebben gehad, gelegen in Aelsmer, onder borgtocht van Otto Voghel voor zijn broer Vrederick
Foey Willemsz, schout van Aalsmeer
Bergen, van | 1407-02-12>
Rechtspraak Graaf van Holland II p 228, 226 e.v.
Achternamenindex
dezen uit Haarlem verblijven de uitspraak aan de hertog: o.a. Dirc die Verwer, Jacop Rant, Jans wijf van Bergen, Symon Lotten siinz. [zoonsloze?], Pouwels Godenz
anderen: Claes Yselbrant Dubbenz en zijn vrouw, Claes Beeck, Claes van der Beecke, Claes Gerrit Alboutsz, Claes Pietersz over Spaern, Claes Wouter Kindsz, Claes van der Crempe, Claes Zael Thymansz, Claes Grabrantsz, Claes Messagier, Claes Willemsz, Claes Pouwelsz, Claes Aelbrechtsz [Bercmeer?], Claes Pietersz Viscoper, Claes Rant, Claes Groenewout, Claes Reymbrantsz, Dirc Claisz Vleyschouwer, Jan Clais Tactgensz, Jan Clais die Grutersz, Reyner Claisz, Dirc Claesz van Crommenye, Aernt Claisz
Lottijn | 1407-02-12>
Rechtspraak Graaf van Holland II p 228
Achternamenindex
de volgende personen uit Haarlem verblijven de uitspraak aan de graaf: o.a. Lottyn Bertoutsz, Lottyn Witte Goyenz [= Geyenz ?], Willem Bertout Lottynsz, Jan Lottynsz, Symon Lotten siin soen [?]
Haarlem
1486-02
folio 71 LXXII 1484-1486
Transportregister Haarlem
Claes Jansz is sculdich Maritgen Lotten Gerytszdochter 34 R gld
1495-05
folio 116v XCII 1492-1495
Transportregister Haarlem
heer Dirck Folle, priester, met zyn zwager Lotten Pietersz als voogd, verkoopt Jacob Dircsz Hellebreker ¼ deel van een huis en erf op de oude Graft, an d'een zide: Engbrecht Florijsz, an d'ander: Maritgen Jacob Willemsz scilders weduwe, afterwaerts streckende an de voirs Maritgen; 50 R gld. Lotten Pietersz verkoopt de voors Jacob ⅛ deel van dit huis; 24 R gld
1512-03-04 (1511) |
Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 6/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
scepenen in Hairlem oorkonden dat Geryt van Warmont geliede dat hij verkocht heeft aan de gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis een stucke lants gelegen over der stede vest achter de doelen, binnen de vrijheid der stad, dair naeste lenden of sijn noord: Dirck van Bekensteyn, zuid: Claes Jansz Wij, west: Lotten Claesz, oost: Claes Outgersz. Bezegeld 4 Maart 1511 na den scrijven der voirs. stede van Hairlem
Willem Engbrechtsz Ramp en Balthazar de Visscher, schepenen
1477-04-09 |
Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 186 fol 56 regest 276/Cartul Zeven Getyden Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkondt dat Alydt Symon Jongen weduwe met Jan comen Voppenz voor hem zelf en voor zijn evenkniën voor de ander ½ gelieden dat zij in rechter aelmosen gegeven hebben tot een vryen eychen den Zevengetijdemeesters een huys en erve in Baert Lotten steghe [v.d. Haer leest: Baert Lotte stege !], tussen oost: Walich die sceepbreker, west: Michiel Vredericsz, afterwaerts streckende an Boudewyn Claesz. Belast met 10 schell goet gelts sjaars
Jan van Schoten en Jacob Engbrechtsz, schepenen
1499-06-10
folio 45v XXXVIII 1498-1501
Transportregister Haarlem
Bouwen Sijmonsz wijlen geechte man was van Alijt Lotten Gerijtszdochter, geeft om Godswille aan de H.Geest te Haarlem ⅛ deel van twee huizen en erven die Claes Jansz voortijts toe te behoren plachten, in die Cleyne Houtstraet. En verder ⅛ deel van alle roerende goederen die Claes Jansz voirs en zyn vrouw Lysbeth Lotten Gherytszdochter doen zij leefden geechte luijden tesamen gemeen hadden ende die de voors Lysbeth aftergelaten ende geruijmt heeft metter dood. Verleden 10 Juni
1471-04-05 | Spaarndam
Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 100/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
Hughe van Tetro, schout van Sparendam, oorkondt met zijn schepenen dat Lotten Jacopz erkende verkocht te hebben aan de gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis binnen Haerlem, 3 made lants en 1 ½ hondert roeden, leggende gemeen in dat weer lant van 9 made lants, streckende van den enen Havedijck tot den anderen, gelegen binnen den ban van Sparendam, ende hebben belent zuid: Jacop van Assendelff, mit die meestrissen van dat grote beghynhof, noord: Willem Jelbertsz en Pieternelle Dirc Havicxz weduwe
Claes Arent en Claes Dircz, schepenen in Sparendam