lottuusdochter
7 resultaten
1485-03
folio 3 II 1484-1486
Transportregister Haarlem
Claes Jansz Beije als man en voogd van Lysbeth Lottynsdochter en Maritgen Lottynsdochter, met haar zwager Claes voors. als voogd, erkennen dat Neel Claesdochter hun voldeed de erfenis van wylen hun broer Jan Bet Lottynsz
1454-03-10 (1453) |
Arch Grote Gasthuis Haarlem no 151/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
scepenen in Haerlem oorkonden dat Bartout van Assendelf erkende verkocht te hebben aan deken en vinders van OLVr gilde staande in het oude gasthuis, een erve mitten omme gaende mueren ende mitten boemten die daer in ende op staen, geleghen in die Stoefsteghe twischen Ermgaert Lottynsdochter ende OLVr gildehuys voors. an die een sijde, ende Aechte Beken an die ander sijde, streckende voer van der Stoefsteghe afterwaerts an Griete Willem Janszoonsweduwe ende an Lijsbet Willem Bertholmeeus weduwe
Jan van Huessen (zegel: 3 rozen [?], ster boven in het midden, Gheryt van Noirtich (zegel beschadigd, 1 meerblad te zien), schepenen
1496-08
folio 40 XXXVI 1495-1498
Transportregister Haarlem
Maritgen Lottynsdochter met Florijs Gael Claesz als haar voogd, en Adriaen Vredericxz verkopen aan Dirck van Almonde, schout van Haerlem, de hele erfenis, hetzij huis mitten erve in de Cleyne Houtstraet, inboel etc. niets uitgezonderd, hun aanbestorven van Lysbet Lottynsdochter wijlen Claes Jansz wijf, die in haar leven de voirs Maritgens zuster en Adriaens moije was. Zij verklaren zich voldaan en betaalt in t byzonder van t halve huis en erve in de Cleyne Houtstraet voirs. Hij erkent deswege 30 R gld schuldig te zijn
1501-03
folio 103 LXXXV 1498-1501
Transportregister Haarlem
Pieter Gherwersz lijt alzoe hij zijn zoon Gherijt Pietersz in hijlicke ende te medegave gegeven heeft met zijnen wijve Alijdt Lottynsdochter, een huis en erf in de Grote Houtstraet, aldernaest Willem Diricxz van Paenderen ende dat hij Pieter tselve huijs noch niet ten volle betaelt en heeft, zo belooft hij deze nog onbetaalde penn. volgens de brief die Wyntgen Symonszoons weduwe daarof heeft, zelf te zullen betalen buiten cost en last van zyn zoon Pieter [Gerrit ?]. Gheryt Pietersz zal zyn vader Pieter quytscelding doen van alsulke medegaven als hij hem in hijlicke met zijn wijve Alijt Lottynsdochter gedaan heeft
1519-03-28 |
G.A. Haarlem Inv I no 1600 Lade S/Arch H. Geest Haarlem; G.A. Haarlem Inv I no 1633 fol 5v/Cartul H. Geest Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat mr Heinrick Heinricxz, priester, en Jan Heinricsz, gebroederen van Delft, voor ⅓ deel, Claes Lottijnsz voor zichzelf, Jan van Ilpendam als man en voogd van Alyt Lottijnsdochter, ende Margriete Lottynsdochter met haar zwager Jan voors. als voogd, tezamen voor ⅓ deel, ende Frans Moensz (2e akte: Frans Meeusz) als vader en voogd van zijn kinderen ook voor ⅓ deel, gelieden dat zij verkocht hebben aan de H. Geestmeesters een stuk lands gelegen buyten die Zijlpoirt binnen die vriheyt van dese stede, daer naeste lenden of zijn oost: die H. Geest, zuid: die Heerwech ende die molenwerf tezamen, west: die Regulieren buiten Leiden genaamd Lopsen, noord: die Corfsloet. Geteyckent: Bolle
Heinrick van Berkenrode en Geryt van Spaerwoude (beide zegels: klimmende leeuw), schepenen
1487-12
folio 113v CIII 1486-1489
Transportregister Haarlem
Kerk-, H. Geest- en Gasthuismeesters verkopen Jacob Lottynsdochter een huis en erf in de Batte Jorysstraat. After streckende an Jan Tatincxz, an d'een zide: Jacob voers, an d'ander: Pieter Jacobsz [de Wever] en Claes Coeman [of Coenen]. Ende hiertoe een boomgaart gelegen buyten die Cruyspoort, an d'een zide: Jan die wielmaker, an d'ander: Mercelis erfnamen, after streckende an Jan voirs. Belast met 2 Beyers gld die daarop te hure staen. Behoudelick Pieternel Wiggers de bruickwaer zolang zij leeft. Met Willem van Hoechtwoude als voogd erkent zij 125 R gld schuldig te zyn
1499-09
folio 54 XLV 1498-1501
Transportregister Haarlem
Margriete Wiggersdochter met Allaert Lambrechtsz als haar gecoren voogd, verkoopt aan Pieter Gerytsz de scilder, haar zwager, een huis en erf in de Batte Jorysstraet. After streckende an mr Reyer Wynantsz, priester, capellaen, an d'een zide: de voorn. Margriet en Wouter en Jan van der Horst, gebroeders, an d'ander zide: Claes Baers. Belast met 10 R gld sjaars die de nieuwe nonnen ter Lelye te Amsterdam erop hebben, also lange als Ymme Lottynsdochter derselver Margrieten zuster, professide zuster in dit convent, leven zal. Zij zal het huis van deze rente moeten vrijen; 250 R gld