Odijk, van | 1165-11-25

Oorkbk Sticht Utrecht no 447; v.d. Bergh I no 145

Achternamenindex

getuige voor keizer Frederik die de abdij Oostbroek in bescherming neemt, o.a. Lubbertus de Adeke [de Odijk]; 1165: idem Lubertus de Odyck

Buren, van | 1262-04-30

Brom regest no 1497

Achternamenindex

Alardus van Buren constateert de ruiling van enige stukken land, die heeft plaats gehad tussen het convent van Oostbroek en zijn broer Lubertus van Buren

Wassenaer, van | 1215-08-28

v.d. Bergh I no 247

Achternamenindex

graaf Willem beslist een geschil tussen Lubertus abt en Willem van Egmond over de rechten van de advocaat van die kerk, onder de getuigen: de broers Theodericus en Philippus de Wasnare [Philips van Duvenvoorde]

1467-1491 (1) |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 55/Diversorium Galileaconvent

Jaartallenindex

Van Die Tijmmeraeds Hoeveel Wi Vertijmmerden. Ego frater Lubertus cellearius pro tunc collegi quod ab ordinacionem officii nostri scilicet anno 1467 circa festum Margareti usque ad annum 1491, soe had wij veel vertymmert in onse convent XVI ½ honder gld current, in primo ad refectorium, dormitorium, twie panden ende een scuuthuus, sluus, refectorum laycorum ende stienen put et diversa reparacione domorum et sic summat dat altemael vertymmert is van die tijt dat wij dese voers. landen ghecoft hebben tot dat jaer van 1491 toe, beloept tesamen 5000 gld, van die jaren moghen wesen dat dese penninghen vertimmert syn circa 40 of 50 jaren vel circa nescio ciu minime [??]

1702-07-27

R.A.H. O.R.A. 2111 fol 182v

Transportregister Egmond

Gerrit Meynsz de Haes verkoopt aan Davidt Kramer een huis en erf te Egmond op de Hoef in de Schoolstraat, oost: de Heereweg, noord: Neeltje Ariens weduwe, zuid: Dirck Willemsz Melgher, west: burgemeester Lubertus van Gerrevink. Koopsom 235 gld. Afgelost 1709-07-28 bij mij secretaris Jacob van Riemsdyck (vgl 1692-06-06)

Altforst, van | 1333-12-05

Cartul Marienweerd no 421

Achternamenindex

Theodericus Eghem, Theodericus de Audforst, schepenen in Tiel, oorkonden dat Agnes weduwe van Germanus Lubertus Roesman en Lubbertus dictus Roesken zoon van Lubbertus Roesman junior aan de abdij geschonken hebben een erfelijke jaarlijkse rente van 40 sol uit 1 ½ jugera land in de Hemert, in loco dicto Polacker, tussen de abdij en Henricus dictus Loenman

canonicus van Marienweerd: dominus Fredericus, proost: 1335-07-10 en 1335-08-20

Eghem | 1333-12-05

Cartul Marienweerd no 421

Achternamenindex

Theodericus Eghem [Egon?], Theodericus de Audforst, schepenen in Tiel, oorkonden dat Agnes weduwe van Germanus Lubertus Roesman en Lubbertus dictus Roesken zoon van Lubbertus Roesman junior aan de abdij geschonken hebben een erfelijke jaarlijkse rente van 40 sol uit 1 ½ jugera land in de Hemert, in loco dicto Polacker, tussen de abdij en Henricus dictus Loenman

1699-07-01

R.A.H. O.R.A. 2111 fol 110

Transportregister Egmond

Andries Meyndertsz de Haas en Gerrit Meyndertsz de Haas, mede vervangende Pouwels Meyndertsz de Haas, erkennen schuldig te zijn aan het gasthuis of het dorp tot Egmond op Zee, 400 gld onver verband van twee huizen en erven te Egmond op de Hoef, op de oude vaert, gelegen aan malcanderen, oost: de Heereweg, west; Lubertus van Gerrevink, zuid: de Molesteeg, noord: de weduwe van de secretaris Adriaen van Twuyver

Schalkwijk, van | 1165-11-25

Oorkbk Sticht Utrecht no 447; v.d. Bergh I no 145

Achternamenindex

keizer Frederik neemt de abdij Oostbroek in bescherming, onder de getuigen: Wilhelmus de Scalcwijck; idem getuige: Wilhelmus de Scalcwijk

o.a. Folbertus, Gerardus. Traject scultetus, Wilhelmus de Scalcwijk, Lubertus de Odyck, Elias [de Wercunden?]

1462-1463 (1) |

G.A. Haarlem Inv I 211 Thesauriersrekening

Haarlem Algemeen

thesauriersrekening van 1462-05-02 - 1463-05-02 van Symon van Noirtich, Geerijt Barwoutsz, Joost Danielsz en Willem Diedaert als thesauriers van Haarlem (fol 1); (fol 7) Aelbrecht van Raephorst, rentmeester van Kennemerland en Vriesland; (fol 17, 17v) de heer van Schagen heeft de Vriese zeedijk doorgestoken en een sluis daarin gemaakt; (fol 23v) niettegenstaande een vonnis van het Hof had hij deze sluis toch opnieuw doen openen; (fol 26) Loef Pellegrimsz gezend op 12 Juni naar Amsterdam; (fol 28) op St Barberendach wart Loef gesent tot Zaerdam, om te verdagen den dijcgrave te komen te Haerlem roerende van der stoelinge, Lubertus [secretaris van Amsterdam] naar Brussel; (fol 30v) gegeven den twee messagiers als Loef ende Jan van Barry tot hoeren Kersavond 26sc 8d, Claes Willemsz die der stedehuijs bewaart, voor zijn Kersavond 13sc 4d; (fol 30v) Gheryt Jansz en Thomas Pietersz (?) der stede clercken voir hun tabbert elk 4£, Claes Willemsz voor idem 4£, Jan de Wynscroeder, Huge de bosschieter voor idem elk 4£, Hubert [Dircsz, de bode] zijn weduwe voor zijn cledinge van der tyt dat hi leefde 2£; (fol 31) Claes Willemsz en Baernt Willemsz van t Sandt dit jaer schoon te maken 16£, Lambert Rutgersz van dat hij dit jaar de uyrcloc gesteld heeft en bewaard 16£, Hughe die bosschieter voor dat hij der stede bossen geregiert heeft 4£, Claes Claesz van dit jaar den Hout te bewaren 16£, Jan van Putte voor zijn wedde dat hy t leydack van de stedehuijs bewaert 5£ 6sc 8d; (fol 32v) de jonker van Culemborch ontvangt met de aartsdiaken 8 der stede kannen wijn 4£ 4sc, here Adriaen van Borssele 4 stede kannen wijn 2£ 2sc; (fol 33) here Philips van Wassenaer doe die jonge scuts scoten om die ere van der stede als hij mitten gerecht at, 22 mengelen wit wyn 2£ 11sc 4d