Bedoelde u soms?
ledich | ludic | ludick | ludike | ludinck | ludwich

2 resultaten

1525-11-20 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 133v
Jaartallenindex

leenmannen van de grafelijkheid van Zeeland oorkonden dat zij ter instantie ende versoucke van wijlen Jan Willemsz Soete, als hij leefde heerscap van Vossemaer, daer bij present en aen geweest zijn, daer deselve Jan Willemsz Soete op 1525-12-27 nae styl van den Hove van Ludich, sieck en cranck te bedde leggende, verclaerde dat hij, naar het verkregen octrooi tot testeren, thans bepaalt dat na zin dood zijn dochter Grietken Jans hem zal opvolgen in alle heerlijke goederen en lenen en dat hij dit doet t.o.v. voornoemde personen als leenmannen (vgl 1523-01-24, 1525-11-14) [NB datum kan niet juist zijn, of de datum 1525-12-27 is niet juist. Moet dit soms 1524 zijn ?]

Johannes Breijel, priester, deken van de Collegiale kerk an OLVr binnen der stede van Tholen en Simon Anthuenisz, burgemeester aldaar, leenmannen

1551-12-06 |

Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg I regest 1245
Jaartallenindex

Marie van Toutenburch, abdis van Rynsburg, oorkondt dat Charles Chir Claes [Tserclaes ??] voor hemzelf en als gemachtigde van mr Jan Oom van Wyngaerden, kanunnik te Ludich, en de andere kinderen en erfgenamen van wijlen Aernt van Duvenvoorde, weduwe van mr Floris Oem van Wyngaerden, haar heeft opgedragen, tbv Adriaen Nanningsz (1560-0411), eertyts schout van Alcmaer, het goed dat zij van de abdis in leen hielden, namelijk de helft van de Kuijl in Texel in het zuiden van het eiland tot aan het Maersdiep, en dat zij dit leen, dat zij thans stelt op het huis gelegen op de helft van de Kuijl en 4 morgen land daarbij, ten erfleen geeft aan Adriaen Nanningsz, en hem en zijn erfgenamen bevrijdt van alle rechten van de abdis op de andere huizen, landen en aanwassen die Adriaen zal hebben in vrijen eigendom. Hij doet de eed in presentie van Willem van Alckemade, rentmeester generaal en twee leenmannen van de abdij. Aangehecht een ongedateerd request [± 1560, voor 4 april] om het leenland dat door hem was bedijkt maar weer was ondergelopen, opnieuw te mogen bedijken