Luytgen Cornelisz | 1584-07-03

O.R.A. Alkmaar 311 fol 101

Voornamenindex

Luijtgen Cornelisz, buerman tot Egmond, vestigt rente op zijn goederen

1545-10-18 | Kortenhoef

Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis fol 36

Jaartallenindex

Aernt van Duvenvoerde Ghysbrechtsz oorkondt dat Thyman Willemsz hem heeft opgedragen het tweedeel van een acker lants in Claes Pietersz zaet, nu gehieten Willem Pouwelsz zaet, streckende van die Cortenhoufsendyck tot die Goeijer Rade toe, en dat hij Luijtgen van Drolshagen er vervolgens mede heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een jaar rente. Op 1565-06-08 is dit leen overgedragen op Gerrit Willemsz, swager van Luijtgen van Drolshagen (vgl 1533-05-16, 1559-10-06)

t.o.v. mijn leenmannen: Jacob Pietersz, Evert Harmansz

tussen de Oosterweg en de Hecksloot V 57 | 1561

10e penn inv 74 I fol 32

Maatboek Heemskerk

tussen de Oosterweg en de Hecksloot V 57

eigenaar: Pouwels van Mechelen

huurder: Luijtgen

800 roeden

6 Kar gld

1533-07-21 |

R.A.H. Coll Aanw 466 fol 7v/Leenregister Brederode fol 5v

Jaartallenindex

Reynalt van Brederode beleent Henrick Pietersz met een stucke lants geheten de Bossche, gelegen in den ban van den Oghe bij de Boschwale, west: Luijtgen Aelbrechtsz, noord: Sijmon Abelsz, streckende zuijtwaerts van den dijck noortwaerts op tot in den Boschwale. Hem aanbestorven bij dode sijns vaders

mannen: Joost de bastaard van Brederode, Gheryt van Sparnwoude

1602-05-24 | Koedijk

R.A.H. O.R.A. 6218 fol 131v

Jaartallenindex

Jacob Cornelisz Luijtgen erkent schuldig te zijn aan joncker Jan van Persijn een jaarlijkse losrente van 9 gld 7st 8 penn. onderpand zijn huis en saetacker genaamd "Jaep Bocken (Rocken ?) acker", groot 10 snesen, zuid: Yf Dirck Yffsz vercofte vroonland, west: die achtergracht, noord: die erven van Ariaen Dirck Yfsz. Borg: zijn broer Pieter Jansz Coninck die ten onderpand stelt zijn huis en erve, zuid: Aeriaen Vrericx weduwe, noord: Jan Hilbrantsz timmerman. Op 1626-04-20 afgelost door Jacob Cornelisz

1433-06-23 |

Arch Grote Gasthuis Haarlem no 68/28/St Elisabethsgasthuis Haarlem

Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat Fije Lottijnsdochter met haar zwagher en momber coman Heynric Jacobsz opgaf ten vrijen eigen aan de gasthuismeesters 8sc en 6 penn sjaars op Luijtgen Dircsz die slotemakers huis en erf gelegen in die cleyne Houtstrate twisschen Dirc Jansz an die ene zide en Pieter Claes Havincszoen die cuper aen die ander zyde, afterwaerts streckende an Pieter Vool

Jacob Claes Aerntsz.z (met zijn zegel) en Florys Maertynsz (zegel: een kruis vergezeld in het 1ste kanton van een klimmende leeuw, in elk der 3 andere een bloem ?), schepenen

1497-09

folio 82 LXXIII 1495-1498

Transportregister Haarlem

Rembrant Jansz, scoemaker, aan Symon Bouwensz een schuer en erve op tie Voldersgraft. After streckende an Luijtgen de elemaker, an d'een side: Allart de volder, an d'ander: Mathys Claesz

1492-11

folio 24 XVI 1492-1495

Transportregister Haarlem

Alijt Willem Claesz weduwe met haar zoon Willem Willemsz als voogd en dezelve Willem Willemsz voor hem zelve, erkennen schuldig te zyn aan Luijtgen Dirksz de elemaker, 108 R gld

1494-09

folio 96 LXXIII 1492-1495

Transportregister Haarlem

Wyntgen Symonsz verkoopt Henric Dircsz de Volder een schuere en erve op tie Voldersgraft. After streckende an die voirs Luijtgens erve, an d'een zide: Luijtgen die elemaker, an d'ander: Henric voirs

1628-09-21

R.A.H. O.R.A. 2101 fol 86

Transportregister Egmond

Willeboert Adriaensz, coopman op de Houve heeft gecoft van Claes Jansz ½ van Alit Dirricx hofstede, groot in het geheel 1400 roeden, belend oost: een wech, west: Geert Willeboertsz, zuid: Cornelis Claesz, noord: de erfgenamen van Helias Cappelman; koopsom 1400 gld. Deselve heeft gecoft van Dirrick Michielsz van de Camer als erfgenaam van wijlen Adriaen Jansz coopman, een crofte lants mette ½ van de huijsinge daerop staande, gelegen op de Houve, belend het geheel: oost de erfgenamen van Aelbert Willeboertsz, noord: Luijtgen laen, zuid: Aelbert Jansz, west: Pieter Gerritsz Louwen, groot in het geheel 900 roeden; koopsom 1300 gld