Heemskerk, van | 1339, 1364

Wapenheraut VII p 306/Van Mieris II p 619, III 170-172

Achternamenindex

Hendrik van Heemskerk vermeld onder de trouwe luyden en Raden; 1364: Hendrik van Heemskerk vermeld onder de raden van de graaf

1622-04-23

R.A.H. O.R.A. 2100 fol 121

Transportregister Egmond

schepenen van Egmond oorkonden dat Maerten Maertensz, lijndrayer op tie Hoeve, verkoopt aan Neel Jansdochter, weduwe Ysbrant Thijmasz en haar zoon Pieter Isbrantsz, een out huijsken wesende een lynbaenken, staende tot Egmont op tie Hoeve, alwaer zy luyden wel den tijt van 35 jaer in gewoond hebben, oost en zuid: de wagewech, west: de graft van t sloth, noord: de Boomgaert en Bossche. Belast met een erfpacht van 2 gld 5st voor de Grafelijkheid van Holland. Ende alsoo dese coopers zyn luyden van soberen staet, oversulcx dit mael van den incomen van de H. Geest moeten werden geassisteert, hebben daeromme geenen 40e penn. betaelt. Koopsom fl 100, op rente tegen den penn. 16

Jan Heyndriksz en Gerrit Pietersz, schepenen

Lawick, van der | 1584-10-01

R.A. Arnhem Recht Arch Heerlijkheid Ammerzoden Inv 243 fol 18v, 19v

Achternamenindex

Aerndt van der Lauwyck transporteert een schepenschuldbrief; 1585-03-15: idem; 1585-04-05: hij ontkent scheldwoorden te hebben gebruikt t.a.v. het gericht en de schiltis en erkent dat deze vrome luyden zijn

1399-07-14 |

G.A. Haarlem N 184 no 1/Cartul Leprooshuis/Orig G.A. Haarlem

Haarlem Algemeen

Willem van Schoten, schout in den ban van Adickendam, oorkondt dat Ysbrant Claes Ysbrantsz.z geliede dat hij verkocht heeft den Lazeriisen luyden in den ban van Hadickendam de helft van 4 maden lands gheleghen in den ban voors mitten Lazerusen luyden voirs. ghemeen mitter onsen ende mitter singel van der ghiest, ende belegen hebben noord: dat capelrielant, zuid: Dirck Claes Heynenz.z, Jan Lottynsz ende Saelmon Allertszoonskinder, streckend van der Ghiest an den Breetsloot

1568-07-12 |

R.A.H. O.R.A. 276 fol 191/Schepenprotocol van Heemskerk

Jaartallenindex

schout en schepenen van Wyck opt Zee en Wyck an Duyn, certificeren dat Jan Jansz, van Wyck, bij ons met zijn huisvrouw en kinderen, bij ons luyden heeft zyn habitacie met ons heeft gehouden den tijt van 3 jaren ende heeft hem eerlicken bij ons luyden gedragen als een goed schamel mensch behoert te doen, gheen ketter noch sacramentarius ofte met eenige heresije besmet etc. Gescreven bij mij here Cornelis Dircsz alias Rijn, pastoer doen ter tyt van Wyck op Zee

Adriaen Jansz, schout, Adriaen Simonsz en Adriaen Gerritsz en Adriaen Gerritsz Wadde, Jan Claesz alias Nagel, schepenen

1306-11-30 |

Van Mieris II p 60v/Ms Handvest Chron. M.v.d. Houven dl III op t jaar 1306

Haarlem Algemeen

schepenen ende Raed van Haerlem berichten [aan graaf Willem ?] dat die goede luyden van Kennemerlant, die hier in beschreven staen, thoonden voor ons, ende maeckeden seecker met beswooren eden over die Heyligen, van grooten schaede van goede ende van luyden, alsoo hiernaer geschreven staet, sint dier tyt, dat t oorlogh rees jegens de Vlamingen. In den eersten: Velsen 200£, Wyck 250£ 10 scell, en 5 doode mannen, Oostsaenden 250£, Wormer 150£, Heemskercke 250£ ende drie doode mannen, Westsaenen, 150£ ende 16 doode mannen, Aelsmeer 250£, Sparenwoude ende t Hofambogt 70 £ en 2 dode mannen, Sloten 200£, Nierop [!] 200£ ende 1 dode man [= Nieuwerkerk ?, niet Niedorp], Riedwyck 250£ ende 1 dode man

1617-09-08

R.A.H. O.R.A. 1064 fol 55v (155v ?)

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Dirck Beecke en Anna Wouters, geechte luyden, tot Aelbertsberg, erkennen schuldig te zijn aan d'erbare Duyfgen van Beresteijn, een losrente van 12 Kar gld 10st. Hoofdsom 200 Kar gld, onder verband van haer huys en erve met 1 morgen land daaraan, leggende op de hoeck van de Cleverlaen, west: Meynert van Heussen, noord: de Cleverlaen, zuid: het lange padt, oost: een stuck lants genaemt "t Morgen", zonder enige belasting

Hans Aelbertsz Colterman, schout, Gerrit Jorisz en Pauwels Willemsz, schepenen

1464-1465 |

Rek Rentmeester Kennemerland Verv. II

Jaartallenindex

die biertollen op de Langedyk (behalve die van Oudkerspel die den here van Egmond toebehoren) zijn geheel vergaan, alzo daer maer twee welboren luyden en zijn die bier tappen ende geen tol sculdich en zijn

1468-03-17 |

R.A.H. Coll Aanw 238 fol 424v~/Mem Hof van Holland

Jaartallenindex

compareert voor het Hof de Procureur Generaal van Holland bij monde van zijn advocaat Adriaen Lottynsz, seggende en proponerende hoe dat de genoemde personen altyt gereputeert ende gehouden zyn geweest, te weten die sommige selve, ende die sommige hair ouders voir huysluyden ende buyrluyden betalende scot en lot en voirt alle t gundt dat alle onvrye luyden sculdich hebben geweest. Desen nyet tegenstaende zo hebben zy nochtans binnen zekere jaren herwaerts te rechte geseten als welboeren luyden, met den baljuwen en welboeren mannen van Rynland ende Delflant en anders. Mijn genad. here dreigt hierdoor zijn scot, lot en hofdienst te verliezen. Daarom zijn zij op huiden gedaagd. De Proc. Gen. eist veroordeling van hen elk in een boete van 200 gouden leeuwen

genoemde personen: Jan Jansz, Huych Jansz, Dirc Jansz, Jacob Dircsz, Claes Dircsz, Geryt Dircsz, Dirck Willemsz, Claes Willemsz, Gheryt Huygenz, Heynric Jacobsz, Allert Willemsz, Jacob Allertsz, Potter Willem Jacopsz, Clais Allertsz, Jan Allertsz, Claes Jacopsz, Willem Jacopsz, Geryt Huygenz, Aernt Huygenz, Jan Tymansz, Jan Willemsz, Jorys Jansz, Heynric Jansz

Witte, (de) | 1315

Van Mieris II p 140

Achternamenindex

"also dat om dese vryheden te hebben die voorsz luyden onse dycken sullen besorgen, alsoo dat di van Werckendam ende die van Houweningen den dyck, die hoort toe tot Geert die Witten lande, ende een deel van 't slijck, dat hem aencoemt, ende die bij Giessenmonde den dijk bij Robbertshouve met een deel van 't slijck die hem aencoemt"