34 resultaten

Monoculo | 1130-1161

Bijdr Hist Gen 1914 p 34
Achternamenindex

aanwinsten van de abdij Egmond in het bisdom Utrecht: in Marsne [Maarsen] 3 ½ morgen, Alberto Monoculo

Lichtenberg, van | 1407-12-06

Ons Voorgeslacht 09-1988 p 406
Achternamenindex

leen van Amstel: no 132) ½ hoeve in het kerspel van Maarsen op het Slijk, Pieter Ruysch krijgt ten eigen van Jacob van Lichtenberg, burger van Utrecht

1615-04-14 | Maarsen

Ms Opstraeten III fol 1542/Gaasbeek
Jaartallenindex

jhr Jan de Cock van Opijnen als man en voocht van zijn vrouw jvr Anna van Fladracken, na dode van haar moeije vrouwe Barbara van abcoude van Meerthen, beleend met ½ van de tienden tot Maersen

1536-05-18 | Maarsen

Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis fol 23v
Jaartallenindex

Aernt van Duvenvoerde Ghijsbrechtsz oorkondt dat Ghijsbrecht Jan Splintersz hem heeft overgegeven 4 morgen lands leggende in den gerechte van Maerssen, belend boven: Cornelis Jansz, beneden: dat convent van Oudwijk, tbv Aert Diricxz, die er vervolgens mede beleend wordt tot een onversterfelijk erfleen

mijn leenmannen: Claes Willemsz, Dirick Jacobsz

1550-07-27 | Maarsen

Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis fol 45v
Jaartallenindex

Arent van Duvenvoerde Ghysbrechtsz oorkondt dat Aert Diricsz hem heeft opgedragen 4 morgen lands in den gerechte van Maerssen, belend boven: Cornelis Jansz, beneden: dat convent van Oudwyck, tbv zijn zoon Dirck Aertsz, daer alleenlyck an houdende zijn lijftochte, en dat hij Dirck Aertsz er vervolgens mede heeft beleend tot een onversterfelijk erfleen. Onder staat: dit leen is bliven staen op syn vader hoewel desen brief gescreven is, ende is die eerste Aert Dircsz in die tafel [= tabel op dit leenregister] (vgl 1542-07-07, 1554-08-17)

Cornelis Ghijsbrechtsz, Jacob Geritsz, mijn leenmannen

1551-06-25 | Maarsen

Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis fol 48
Jaartallenindex

Aernt van Duvenvoerde Ghijsbrechtsz oorkondt dat Margrijt Ysbrantsdochter met Jan van Scaijck als haar man en voogd, hem heeft opgedragen 2 morgen landts, gheleghen in die gerechte van Maerse veen, belend boven: Maersserlaen horen kerckwech, beneden: Jan Pouwelsz, tbv haer zoen Pouwels Jansz, die er vervolgens mede wordt beleend [de akte noemt hem dan waarschijnlijk ten onrechte Jan Pouwelsz], tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een Francrijcse croon (vgl 1509-05-16, 1562-06-20)

t.o.v. mijn leenmannen: Aert Dyrcxz, Cornelis Ghysbrechtsz

1558-06-14 | Maarsen

Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis fol 56
Jaartallenindex

Aernt van Duvenvoerde Ghijsbrechtsz oorkondt dat Jannitgen Wouter Bogertsdochter met haar man en wettelijke voogd Jan van Zwol hem heeft opgedragen 4 morgen lands te Maersen, belend boven: dat cloester van Brigitten, beneden: Claes van Oestrom, tbv Guert Jan Bogertsz, die er vervolgens mede wordt beleend tot een onversterfelijk erfleen. Dit alles niettegenstaande het feit dat zij comparante op den 1533-02-19 stilo Trajectensi versocht heeft ende verschijnt gewilt te hebben dattet voors. leen naer haer doot besterven ende erven soude op haer suster Heyltgen, welke dispositie zij mits desen royeert. Onder staat: wederomme versocht den 20e Marty 1565 stilo... [rest ontbreekt] (vgl 1533-02-19, 1567-03-20)

Jan van Almonde, Reynier Moons, licentiaat in de rechten, leenmannen van de grafelijkheid

1559-07-17 | Maarsen

Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis afd 2 fol 3v
Jaartallenindex

vrouwe Gheertruyt van Liere, weduwe heer Jacob van Duvenvoorde, ridder, here van Opdam ende Hensbrouck, als voogdes over haar onmondige zoon Anthonis van Duvenvoerde, oorkondt dat Wouter Gerrijtsz Spijcker als momber over Ghysbert Cornelisz mit pntie (?) ende believen van hem vertegen gesamender handt tot behouff Elyzabeth Aertsdochter sijnre moeder, van alsulcke recht ende actie hem competerende aen 4 margen lants leggende in den gherecht van Maerssen, belend boven: Cornelis Jansz, beneden: dat convent van Outwijck. Vervolgens wordt Elyzabeth Aertsdochter met haar man en voogd Pieter Cornelisz hiermede beleend tot een onversterfelijk erfleen. Rechtevoert so gaff over deselve Elysabeth met Gerryt Jansz de Jonge, haer gecoren voogd in dezen zake, dat haar man Pieter Cornelisz de lyftocht aan dit leen zal hebben zolang hij leeft, tenzij hij wederom trouwen zou (vgl 1554-08-17)

Ghysbert Claesz, Aert Jansz [van Dorselen], Wilhelm Lambertsz, leenmannen

1559-09-09 | Maarsen

Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis afd 2 fol 2v
Jaartallenindex

capelrygoet. Vrouwe Gheertruijdt van Liere als voogdes over haar onmondige zoon Anthonis van Duvenvoorde als eygenaer van den huyse ten Bossche gelegen tot Uytermeer ende collateur van een beneficie gelegen in de kercke van Maersen op St Nicolaesoutaer erkent in erfpacht gegeven te hebben ⅓ deel van 4 hondt landts ofte daeromtrent Jan Baertsz, op welcke landt Hans van Mechelen, syne voorsaet, een huijs opgetimmert heeft, belend zuid: Gerryt Jaspersz, noord: Frans van Nyenroe off Willem Jansz, streckende van de dwerssloot tot in de Vecht. Welverstaende dat die voors. Jan Baertsz sal betalen in handen van denghene die t beneficium bedient ofte sijne nacomers alle jaer 28 stuivers erfpacht. Ende sal hier en boven die selve Jan Bertsz noch gehouden wesen jaerlicx t'onderhouden den dijck also ver den als dat huijs ende landts streckende is (vgl 1564-05-26)

1531-02-26 | Maarsen

Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis fol 14v
Jaartallenindex

Aernt van Duvenvoerde Ghysbrechtsz beleent Willem van der A Ghysbrechtszoen met 4 morgen land tot Maersen, belend boven: dat cloester van die Bregitten, beneden: Willem van Oestrum met zijn medewerkers. Te houden van het huis ten Bosch tot een onversterfelijk leen, te verheergewaden met een jaar rente (vgl 1533-02-19)

mijn leenmannen: Gheerlof Gherytsz, Maerten Ghijsbrechtsz