9 resultaten
Alkemade, van | 1421-07-10
Arch Gasthuizen Leiden Regest 401/Inv no 474
Achternamenindex
Willem Maertynsz en Jacop van Alcmaed, schepenen van Leiden, oorkonden een verkoop aldaar
1468-02-24 |
R.A.H. Coll Aanw 238 fol 319v/Mem Hof van Holland fol 85
Jaartallenindex
compareerden voor het Hof van Holland: Jan Noirding, scout van Muyden, Claes Zwanincxz, Gillis Jansz, schepenen van Muyden, Aelbert Pietersz en Pieter Maertynsz, van Weesp, constitueren Guijot die Cotre als procureur in de zaak die zij voor den Hove uitstaande en hangende hebben tegen de poorteren van Naerden
1477-12-01 |
G.A. Haarlem Inv I no 1535 Lade R/Arch Leprooshuis
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Jacob Maertynsz de molenair geliede dat hij verkocht heeft aan de Lazarusmeesters etc zulke rechtsvorderinge ende brieve als hij spreeckende heeft op Pieter Danelsz ende zinen goeden
Jan van der Meer Jansz en Jacob Maertynsz, schepenen
1492-01
folio 136 CXXXIII 1489-1492
Transportregister Haarlem
Henric Maertynsz lijt dat Ymme Brouwers hem voldaan heeft van de erfenis hem aangekomen van wijlen zijn oem Dirc Janz Poirtlap, die in zijn leven Ymme getrouwde man was
1469-06-20 |
Arch Abdij Egmond Inv no 908 regest 1224
Jaartallenindex
Claes Arijsz, scout tot Limmen, oorkondt dat Aef oude Jacop Ysbrants wedu, mit Claes Jacopz, hoer soen ende rechte bestorven voecht, erkende verkocht te hebben aan heer Claes van Hoechtwoude, prior des cloesters van Egmond tot dat convents memorie behoef des cloesters voirs, twe geersen lants gemien mitten convente voirs, gelegen in den ban van Limmen, belend oost, noord: Jan Claesz Raet ende Duve Jacob Janszdochter, zuid: Machtelt Gerijt Maertynsz wedue, west: Claes die Wisselaer
tugen: Claes Oetgerz, Zweer Janz, met zegel van Claes Arysz: klimmende leeuw [?] met schuinstreep erover heen [?]
1548-11-17 |
Inv Arch H Geest 's Gravenhage dl II regest 644
Jaartallenindex
schepenen in den Haghe oorkonden dat Yeff Jacobsdochter vuytdraechster, wonende in het zuyteynde, met haar gecoren voogd, verklaarde verkocht te hebben aan de H. Geestmeesters in den Haghe een jaarlijkse losrente van 3 Kar gld, losbaar den penn. 16 op haar huis en erf waarin zij nu woont in het Zuyteynde, belend zuid: Claes Pietersz, noord: Heynrick Jansz, houtsager, west: Adriaen Bouwenz, oost: de heerstraat. Reeds belast met een rente van 30st. Borge: Neeltgen Zymonsdochter, weduwe van Maertyn Adriaensz met haar zoon Dirick Maertynsz als haar gecoren voogd, onder verband van haar huis en erf in het Zuiteinde, zuid: Lenert Martynsz cuyper, noord: Jacob Jansz, west: Willem Cornelisz, oost: de heerstraat. Ook Dirick verbindt zijn goederen. Copie: in margine: habet anno 1557 Ghysbrecht de Bootere, wever, nu Cornelis Cornelisz pastoortgen. Dese rente is gelost Maio 1568 ende in merdercoop van renthe van 15 Kar gld tsjaers geemployeert sprekend up Vranck Adriaensz tot Pynacker. Ergo hier deurslaghen (vgl 1441-07-25)
Anthoenis Aertsz en mr Michiel Claesz, schepenen
1443-02-09 (1442) |
R.A.H. Coll Roeperpapieren Inv no 6 regest 32
Haarlem Algemeen
scepenen in Haerlem oorkonden dat er een twist geweest is tussen Gheryt Mairtyn Gherytsz.z an die een zide en Machtelt Maertyn Gherytsz weduwe met haar broeder Pieter Roeper als voogd, over de erfenis en goederen die Machtelt tesamen met haar man Maertyn bezeten hadden. Welc geschil zij op een boete van 100 Eng. nobelen aan de uitspraak van scepenen verbleven zijn. De uitspraak luidt: dat de landen die zij elkander bij huwelijksvoorwaarden hadden aangebracht gedeeld zullen worden ½ om ½. T.a.v. de goederen die aan Machteld's twee kinderen bewezen zijn in der weeskinderboec, waaarvan Gheryt Maertynsz ½ opeist, en de goederen daerof bij bespreck, testament ende utvaert van Machtelden kinderen weghen uytghegeven en in de boedel gecomen zijn, zeggen scepenen "dat doot ende tenijet wesen sal". Dood en teniet zullen zijn alzulke sculden als Gheryt Mertynsz hoer eyschende is ende men zijn vader sculdich was tot Denremonde dat zijn vader bij sinen levenden live bij Pieter Jansz zijns neven hant ontfangen heeft, en tevens de schulden die zijn vader in zijn leven ook ontfangen heeft bij Gheryt van Werven hant van zijn renten tot Vilvoerden
Lottyn Gherytsz (zegel: een staande vis, vergezeld van een sterretje, Jan van Huessen, jonge Symon van Adrichem (een klimmende leeuw beladen met een rad, waarboven een barensteel), jonghe Gheryt Brawe, Jan van Adrikem en Willem van Assendelft, schepenen
1429-04-01 |
A.R.A. Inv Arch Abdij Egmond 874 regest 868
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat bij schepenvonnis bepaald is, dat de rechter of zijn bode tbv de abdij Egmond beslag zal leggen op de roerende goederen van Pieter Bairtsz die pelser, en dat hij diens huis zal doen ontruimen (vgl 1429-02-19)
Dirc Spiker (zegel: klimmende leeuw met dwarsbalk erover heen), Florens Maertynsz (een kruis vergezeld in kanton 2 en 4 van een 6 spakig rad), Ysebrant Willemsz (zegel), schepenen
1433-06-23 |
Arch Grote Gasthuis Haarlem no 68/28/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Fije Lottijnsdochter met haar zwagher en momber coman Heynric Jacobsz opgaf ten vrijen eigen aan de gasthuismeesters 8sc en 6 penn sjaars op Luijtgen Dircsz die slotemakers huis en erf gelegen in die cleyne Houtstrate twisschen Dirc Jansz an die ene zide en Pieter Claes Havincszoen die cuper aen die ander zyde, afterwaerts streckende an Pieter Vool
Jacob Claes Aerntsz.z (met zijn zegel) en Florys Maertynsz (zegel: een kruis vergezeld in het 1ste kanton van een klimmende leeuw, in elk der 3 andere een bloem ?), schepenen