Bedoelde u soms?
mandament | mandement | mandemente | manebant

1 resultaten

1551-1552 |

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl I dossier 65bis en 1-9
Jaartallenindex

de gemene buren van Heemstede, Hillegom, Lisse, Noordwijkerhout en Noordwijk contra Adriaen Dircsz van Crimpen, onderhoutvester van Holland en de Procureur Generaal. Bij placcaat van 1551-02-19 (1550) werd aan degenen die landerijen bezaten grenzende aan de duinen en wildernis van Holland, gelast om voortaan de wallen van de sloten, die tussen hun landerijen en de wildernisse gelegen waren, veel lager te maken. Deze wallen zouden namelijk veel te hoog en te steil zijn, waardoor de konijnen die uit de wildernisse naar de sloten kwamen om te drinken, in groten getale in het water vielen en verdronken. Hierdoor zou de wildstand in de duinen in gevaar komen. Toen Adriaen Dircsz van Crimpen kwam schouwen, legde hij deswege vele boetes op. De inwoners gingen daarvan in beroep bij de Grote Raad en verkregen op 1551-06-01 een mandament van appel. Dit kwam te laat in hun bezit, doch zij werden gereleveerd van de te late indiening van het appel. Op 1552-09-24 onderzoek gelast door commissarissen van de Grote Raad, intussen behoefde geen verandering in de bestaande toestand gebracht te worden. De dorpen leidden hieruit af dat van Crimpen betaalde boetes moest restitueren. Attestatie dd 551-05-06 (onder c) van Pouwels Claesz, schout van Noortwijkerhout, houdende dat vertegenwoordigers van genoemde dorpen voor hem verklaard hebben in beroep te gaan tegen het placcaat en de opgelegde boeten, en dat op 1551-05-09 notaris Philips Vranckenz uit Leiden dit aan van Crimpen heeft aangezegd. Attestatie van 1551-08-25 (onder e/I) van Willem Diricksz "coddeclerck" van de procureur Vincent Fransz en Jan Dirksz, dat enige gemachtigden van appellanten aan Christoffel Harmansz, gezworen bode van het Hof van Holland, hebben aangezegd om het mandemant van appèl dat de advocaat Gysbrecht van Hogendorp had geimpetreerd, en dat hij, bode uit Brussel zou meebrengen, af te geven tegen betaling van bodeloon en vergoeding van onkosten, waarop de de bode een hoger loon eiste. Op .... wordt Christoffel Hermansz gelast het mandement van appel binnen 24 uur aan appellanten af te geven. Relaas van 1551-09-01 van Dirck Adriaensz, eerste deurwaarder van het Hof, dat hij Christiaan Hermansz, bode, heeft gelast om 5 uur voor de raadsheer van Nydtsen te verschijnen. Een schrijven dd 1551-09-16 (f/1), waarbij van Crimpen Jacob Wouters uit Langeveld tegen 1551-10-02 ten stadhuize van Haarlem dagvaardt, om zich voor meesterknapen voor de overtreding van het placcaat te verantwoorden, een zelfde schrijven aan Ocker Adriaensz uit Lisse (f/2). Attestatie dd 1551-09-24 (h) van Pauwels Claesz, schout van Noortigerhout, en idem van 1552-03-08 (p). Onder D: attestatie dd 1552-10-19 van Christoffel Gerritsz van Nieuwenhove, schout van Noordwijk, betreffende een beeedigde verklaring afgelegd door Jacob Woutersz uit Langeveld en Jeroen Jansz