9 resultaten

1499-10-13 |

R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 66
Jaartallenindex

Philips oorkondt dat here Otto van Egmond van Kenenburch, ridder, ons opdroeg tbv Marieken Symon Claeszdochter, weduwe van Claes Jansz, ½ van 44 morgen land, liggende tot Dykshoorn optie Harnasse, tussen den Hof van Delft en heer Willem van Coulster, wyleneer domproost te Utrecht was. En dat hij Marieken voors. hiermede vervolgens heeft beleend. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Haar zoon Daniel Claesz doet de eed voor haar (vgl 1503-12-19)

present: here Cornelis van Dorp, ridder, Thielman van Dullecum, Dirck van Boneem

1541-01-07 |

R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 153
Jaartallenindex

Karel beleent, in gevolge zeker appoinctement gemaakt met de rekenkamer in den Hage met Pieter Cornelisz en Zarys Thonisz als getrout hebben des voors. Pieter's suster, genaamd Marieken Cornelisdochter, vervolgens deze Mariken Cornelisdochter met 2 morgen land gelegen in Noordeloos, streckende van de thiendewateringe zuidwaarts totten dwerssloot toe, leen van Arkel, recht erfleen (vgl 1540-12-18)

leenmannen: Cornelis Barthoud, Anthonne Lebucq, Jacob van Busschhuysen

1539-01-03 |

R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 120
Jaartallenindex

Pieter Jansz wordt na dode van zijn moeder Marieken Claes Ysbrantsz dochter beleend met ⅓ deel van ½ van 44 morgen land, gemeen liggende met de andere twee delen, makende het voors. deel: 7 morgen 2 hont, liggende tot Dycxhoorn op te Harnassche, tussen den Hof van Delft en de heer Willem van den Coulster, wyleneer domproost te Uytrecht lande. Te houden tot een onversterfelijk erfleen, zoals zijn moeder hield

1537-04-28 |

R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 28v, 30; R.A.H. Coll Aanw 141 fol 473/Reg Nassau fol 280v
Jaartallenindex

Karel beleent Marieken Huygendochter na dode van haar vader Huych Pietersz met ½ van de hofstede van Woude met twee weer lands, bedyckt ende onbedyckt, groot 20 morgen, daerof de 10 morgen bedyckt zijn, gelegen tussen Ryderwaart en Slyckersweer. Te houden tot een recht erfleen. Pieter Bol, auditeur v.d. camer v.d. rekening heeft de eed voor haar gedaan. Op 1551-03-02 (1550) doet Willem van Beveren als man en voogd van Marieken de leeneed. Eodem die beleent Karel Lysbeth Hugendochter na dode van haar vader Huych Pietersz met 16½ morgen lands, gelegen in Swindrecht in onsen land van Zuid Holland, in een landeken geheten die Hogenesse, te houden tot een erfleen. Pieter Bol doet ook voor haar de leeneed (vgl 1536-03-28). Op 1573-04-11 wordt de leeneed gedaan door Jacob Muys, schout van Dordrecht, krachtens procuratie dd 24 maart door juffr. Maria van der Linden Huijgendochter gepasseerd ter vernieuwinge van de leeneed in volge het placaat van 3 maart j.l, to.v. heer Arnout van Dorp als stadhouder van de leenen (vgl 1579-03-12, 1566-04-29: Jacob Muys)

Cornelis Barthout Jansz, Jan Jansz [lees: Jan Gans], Anthonne Lebucq, leenmannen; 1551-03-02: Cornelis Barthouts, Willem van Criep Pietersz; 1573-04-11: Maerten Heyndrix, Willem Wouters, Philips Doubleth, leenmannen van Holland

1542-05-23 |

R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 244v, 245
Jaartallenindex

Marieken Jacobsdochter wordt na dode van haar moeder Catherina Jacobsdochter beleend met 3 morgen lands gelegen in den ambacht van Monster bij Quinshuele, belend ene zijde: mit erve dat clooster van der Lede, andere zijde: die Canoniken van Naaldwijk. Te houden tot een erfleen, binnen den eersten lede niet te versterven. Gysbert Pietersz heeft de eed gedaan voor Mrieken. In margine: op 1542-02-14 [moet onjuist zijn] doet Claes Pietersz als haar man en voogd de leeneed

leenmannen: Cornelis Barthouts, Willem van Criep, Berthout Frans Barthouts

1541-07-22 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 155v, 156v
Jaartallenindex

Mariken Jansdochter wordt na dode van haar broer Jacob Jansz beleend met 2 morgen lands in Scoonreloo, genaamd de Hoydrift, oost: Wouter van Mathenesse, zuid: Claes Aerntsz, west: dat convent van Egmont, noord: Willem Venijn [er staat: Oenijn], leen van Putten, onversterfelijk erfleen. Haar oom Allart Jacobsz doet de eed voor haar. Op 1565-01-16 doet Arien Ariensz als man en voogd van Marieken Jansdochter de eed voor haar, in presentie van Cornelis Suys, here van Ryswyk, president en stadhouder van de lenen

leenmannen: mr Willem van Zevender, Willem van der Criep; 1565: Arien le Seur, Pieter Herweijer, Pieter van Houve Cornelisz

1570-10-26 |

Inv Arch H. Geest 's Hage dl II regest 743
Jaartallenindex

schout en gezworenen in het ambacht van Wassenaar en Zuidwijk oorkonden dat Aernt Cornelisz, wonende in dit ambacht, verklaarde schuldig te zijn aan de H. Geestmeesters te 's Hage een losrente van 6 Kar gld 5st sjaars, losbaar den penning 16, verzekerd op 8 hont land in genoemd ambacht bij de Horstlaan, belend oost: Boudewijn Jansz, zuid: de weduwe van de jonge Aert Gherritsz [Marieken Martens], west: Claes Jansz Verburch, noord: de veenwatering. Belast met de hofpenning van 9 groot. Schepenen van den Haghe oorkonden dat op dezelfde dag Cornelis Florisz zich borg stelde voor genoemde rente, onder verband van zijn huis en erf aan de oostzijde van de Spoye, oost: Pieter Scrap, west: de heerstraat, zuid: Meyns Aris, oost: Jan Cruijcken. Belast met 3 gld sjaars. In margine: op 12 juni 1595 afgelost bij Dirck Huybrechtsz tot Wassenaer over t kapitaal 100£, mitsgaders noch van t verloop van dien 3£ 9st, compt tesamen 103£ 9st. Dus hiermede dese quyete

Boudewyn Jansz, schout, Claes Jansz van der Burch en Jacob Pietersz Hillenaer, gezworenen; Eeuwout Jansz en Adriaen van der Criep, schepenen

Mariken Wisse Claesdr | 1430

Thesauriersrekening Haarlem
Voornamenindex

Mariken Wisse Claeszdochter en Mariken Claes Wissensz, Zierikzee, rente op Haarlem 17 £ 6sc 8d (184 fol 81); 1440: (195 fol 54); 1429-1430: Wisse Claes Wissenz en zijn vrouw Mariken Jacob Jelyszdochter kopen lijfrente van 6 Wilh scilde op Haarlem op hun leven en dat van hun dochter Marieken, voor 72£ 5sc (fol 15v); 1432-1433: hun rente 19£ 6sc 8d (fol 24v); 1434: idem 22£ (fol 15); 1435-1436: Wisse Claesz en zijn dochter Mariken, 30£ 13sc 4d, 15£ 4sc (fol 43v, 44, 47); 1441-1442: 16£ (fol 17v); 1442-1443: 17£ 10sc (fol 39); (fol 17v) Mariken Wisse Claesz wijf en hun dochter Mariken 17£ 10sc

1535-05-13 |

R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 24v-27
Jaartallenindex

Karel verleent Huge Pietersz, burger der stede van Dordrecht, octrooi om bij testament over zijn goederen te mogen disponeren; 1536-03-28: extract uit het testament van wijlen Huych Pietersz, ambachtsheer van de Lindt, door Anthonis Jansz, notaris en priester. Huych Pietersz maakt zijn zoon Joris: - ½ van den ambacht van de Lindt met nacoop van de lande ende renten daerinne, met dien uytergorre buyten om Swindrecht, sijn portien mit die visscherijen, die bruyckt Arien Apersz en Matheus Apersz. Dit sal Joris vooruyt hebben als leenvolger; - ½ van de hofstede te Woude met zijn toebehoren en daartoe die ½ van 4 weren lants, houdende tesamen 52 morgen lands, alsoo die gelegen zyn tussen Ryderkercken ende Slyckerveer, daarof binnensdyks gelegen zijn 11½ morgen, ende bruict Heindrick Jansz, ende 2½ morgen leens, ende bruyct Michiel Henricsz, ende 1 hont bruyct Heindrik Willemsz den morgen getaxeerd voor 10£ gr Vls eens, des sal t uyterlandt binnen gaan ende niet getaxeerd zijn. Hij maakt Marieken: ½ van de hofstede van de Woude met 2 weer lands, bedyckt en onbedyckt, groot wesende 20 morgen, daarof die 10 morgen lands bedyckt zijn met dien huyse gelegen tussen Ryderkerck ende Slyckerveere ende bruyct nu Pieter Pietersz, ook den morgen getaxeert voor 10£ gr Vls, ende dat buyten lant sal binnen gaen en niet getaxeert zijn. Aan zijn dochter Lysbeth: 16½ morgen lands in Swindrecht in den lande van Zuyt Holland, in een landeken geheten die Hoghenesse, den mergen getaxeerd voor 7£ gr Vls eens. Des sullen uytreycken dien kinderen voors. d'een d'ander alsoo veel als zij meer hebben, dat sij gelyck begroot mogen wesen. Aldus geextraheerd bij mij Anthonis Jansz (vgl 1537-04-28)