29 resultaten
1535-05-22 |
Bronnen Gesch Rijnsburg regest 1158
Jaartallenindex
notaris Cornelis van der Cappellen instrumenteert dat Marije van Toutenburch, verkozen en geconfirmeerde abdis van Rynsburg, en Elisabeth van Amstell, priorin, beide met haar partyen in haar geschillen, zijn overeengekomen dat Elisabeth en Marije elkaar aanvaarden als resp. priorin en abdis
ondertekend door de abdis, de priorin, Cornelis van de Cappellen, secretaris en notaris van deken en kapittel op het Hof in den Hage, in presentie van Frederick Schenck van Toutenburch, proost van St Pieter te Utrecht, mr Steven van Rumulaer, kanunnik van St Jan te Utrecht, Willem van Alckemade, rentmeester
1568-02-01 |
A.R.A. Inv Arch Mackay van Ophemert regest 89
Jaartallenindex
huwelijkse voorwaarden tussen Adriaen die Cock van Delwynen en Marije van Hemert. Zij brengen alle goederen in die zij bezitten. Adriaen maakt Marije een lijftocht van 250 gld per jaar, alsmede een morgengave van 500 gld en enige gouden sieraden. Terwijl Jochim de Cock, zoon van Adriaen, afstand zal doen van een tiend op Delwynen, in ruil voor een huis, hof, boomgaard, hopland en 6 morgen land te Delwynen. Op de nakoming van dit is t.o.v. Arnt die Bije, secretaris van de stad Saltbomell, een boete gesteld van 1000 gouden Engelse rosenobels
namens de bruidegom: Willem die Cock van Delwynen, Dirck die Cock van Delwijnen, Ghysbert die Cock van Delwynen, Aernt die Cock van Delwynen en Aelbert van Hoichwaveren; namens de bruid: Hanrick van Hemert, persona te Avesaet, Otto van Hemert, Gysbert van der Horst, Hubert van Boxmeer en Hanrick van Holt
Dalem, van | 1480-06-06
Arch Nassau Domeinraad regest 2069
Achternamenindex
Cornelis de Bruijne, schepen van den Hage, verklaart als gemachtigde ontvangen te hebben van Willem van Dalem, erfgenaam van Jan van Dalem, tbv Marije dochter van Philips Ruijghrock van den Werve, weduwe van Jan van Dalem de hier vermelde klederen en kleinodiën
1542-01-08 |
Leenregister Huis ten Bosch bij Uitermeer 138bis fol 28
Jaartallenindex
den ban van Catwoude bij Monickedam. Aernt van Duvenvoerde Ghysbrechtsz beleent Melys Symonsz met ½ deemte lants gelegen bij Monickendam in den ban van Catwoude, belend west: die Purmer, zuid: Claes Claesz, oost: den lagen dyck, hem aanbestorven van zijn moeder Marije Claesdochter, weduwe Symon Jacobsz. Welk leen Melijs terstond weer overdroeg tbv Pouwels Pietersz, die er vervolgens mee wordt beleend tot een onversterfelijk erfleen (vgl 1527-07-10, 1554-08-17)
Baerthout van Assendelft, secretaris ordinaris van den Hove van Holland, Zeger Eversz Keij, leenmannen van de grafelijkheid
1528-02-01 |
R.A. Arnhem Inv Arch Doornenburg regest 111
Jaartallenindex
leenmannen van de grafelijkheid van Holland bij absentie van die der hofstede van Polanen oorkonden dat Ghijsbrecht Jorysz van Brederoede erkent verkocht te hebben aan Gheryt van Spaerwoude een tiende in Monsterambacht, hem aangekomen bij dode van zijn moeder Marije, dochter van Philips Ruychrock van de Werve en bij dispositie van dezen. Gheryt wordt ermee beleend met voorbehoud van vruchtgebruik voor Gysbrecht voorn. en zijn vrouw Belije van Outhorst
Joest van Brederode, bastaard, en Jan van Alckemaede, leenmannen
1532-09-06 |
R.A.H. Coll Aanw 466 fol 6/Leenregister Brederode fol 4v
Jaartallenindex
Reynoult heer tot Brederode etc beleent onse lieve nichte Vrouwe Marije van Gaveren, geechte huisvrouw van heer Loijs van Barlemont, ridder, heer tot Floijen, die tienden tot Valkenburgh, grof en smal, als gevolg van de scheiding op 1501-08-02 gemaakt tussen zijn vader wijlen heer Walraven ende onse zal. moeije vrouwe Walraven van Brederode, moeder van onze nichte voirs. De heer van Floijen, ons zwager, doet de eed
man: Gerijt van Sparnwoude, onse baliu en leenman
1563-05-24 |
G.A. Haarlem O.R.A. 76/24 fol 18v
Haarlem Algemeen
Adriaen van Mathenesse voor hemzelven en als vervangende zyne zustere joncvrou Marije van Mathenesse, verkoopt aan Wigger van Paenderen een huis en erve in Batte Jorisstrate, an d'een zide: Pieter Vredericsz, an d'ander: Jacob Heijmensz, achter streckende en utgaende met een huysken in de Bouerijstege. Belast met 16 sc sjaars. Borg voor de vrijwaring zal zijn Ghysbrecht van Duvenvorde, here van Opdam. Koopsom 770 gld, gereed geld
1462-03-06 (1461) |
A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 58v/Reg Charolais fol 30v
Jaartallenindex
Anthonis Michielsz oorkondt dat jvr Marije Gherijt Knijffsdochter met haar man Louwerens Ghijsbrechtsz heeft opgedragen tbv Claes Woutersz, 7 morgen en 2 hont in de heerlijkheid Asperen, op het Grote Hogeland,"de Knijfscampen" geheten, belend boven: de heer van Charolais, de vrouwe van Asperen, heer Rutgers weduwe van Boetzelaer en het convent van de Cruijsbroeders te Asperen, beneden: Huge Gerijts weduwe met haar kinderen en Claes Woutersz zelf. Leen van Asperen. Vervolgens heeft hij Claes Woutersz hiermede beleend tot een erfleen, niet te versterven
present: heer Lodewijk van Treslong, ridder, leenman van Charolais, Stheven van Raephorst en Jan Dedells, leenmannen van Holland
1443 |
Mem Mater St Michielsklooster Haarlem fol 1
Haarlem Algemeen
scepenen in Haerlem oorkonden dat in het zusterenhuis van St Michiels binnen Haarlem, voor hen kwam Marije Jan die Grebbersdochter, medesuster van den huze voirs, mit Gheryt van Adrichems hant des gemenen convents voers. gecoren voecht, bi wille ende consent der raden van der stede ende Marijen voers. maghen ut hoeren vier vierendelen, en dat Marije kwijtschold ten vrijen eigen Jan Evertsz als een voecht van joncfrou Jan Jan die Grebbersdochter sinen wive, alle alsulcke goede, erffnisse als hor tot horen aendeel ghecomen ende anbestorven sij bi dode Jan die Grebbers hoers vaders ende joncfrou Lysbet van Heemsteden horen moeder, den beiden God genadich si, het sijn huysinge, lant, renten, erve, tilhave, facelment, cleynoden, silverwerc ende alle ander guede, ruer ende onruer, mit alre inscoude ende mit alre utscoude. Zij belooft vrijwaring voor deze goederen zowel die binnenn Haerlem als daerbuiten gelegen. Jan Evertsz neemt op zich om alle legaten uit te betalen ende daertoe alle hoer utvaert ende alle alsulcke sculden als si sculdich gebleven moghen wesen buten Marien Jan die Grebbers voers. dochters cost. Dese brief wort gemaeckt in t jaer ons Heren XLIII
Florijs Bolle en Mateeus Jellisz, schepenen
1462-04-15 |
A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 67v/Reg Charolais fol 35
Jaartallenindex
Anthonis Michielsz oorkondt dat Wouter van Eijcke Willemsz geheten van Huesden, gemaakt heeft tot lijftocht voor zijn vrouw Marije Jan Claeszdochter, die minre helft van een thiende van een block lants liggende in de prochie van Schobbe ende van Everocke, streckende mitten enen eynde tegen Jan Cockaerts over den Zuijtwech, tot den Noirtwech, oost: aen den Middelwech, west: op die oude wateringe, groot in all 52 morgen en 2 hondt lands, dairaff dat den thyende draecht 4¾ margen tienden, luttel min of meer. Leen van de heerlijkheid Putten en Strijen. Hij belooft haar in haar lijftocht te handhaven
leenmannen van Charolais: Jan Wandell, Phillips van Almonde