68 resultaten
Jacob Matheeusz | 1448-03-13
Schadee: Sententiën Hof van Holland no 31 p 48
Voornamenindex
Gysbert van Vianen, eiser, contra Jacob Matheeusz, verweerder: eiser stelt dat Jacob in 1448 van de landsheer het schoutambacht van Krommenie, Krommeniedijk en West-Zanen had verworven, om het zelf te bedienen of dit door een ander te laten doen. Jacob had het ambt toen voor 10 jaar aan eiser verpacht, maar deze heeft niet aan zijn verplichtingen voldaan, want hij liet het ambt uitoefenen door Pieter Willemsz; gedaagde vraagt schadevergoeding. Eiser antwoordt dat Pieter Willemsz het ambt verkreeg van de landsheer zelf, hij vraagt hem het ambt terug te geven, opdat hij aan zijn verplichtingen kan voldoen. Het Hof beslist dat eiser zich met goede redenen heeft beklaagd en dat Jacob hem vergoeding moet geven, behoudens zijn actie tegen Pieter Willems; verweerder wordt in de kosten veroordeeld
Boeter, de | 1457
De Raadt I p 271, II p 123, 438
Achternamenindex
schepen van St Geertruidenberg: Pierre de Boeter, fils de Pierre, met zijn wapen, vgl Mijld (Milde); ook schepen: Hubrecht Hughenz; 1517: Hubrecht Matheeusz
1559-03-07 |
Inv Arch Delftse Statenkloosters p 442 regest 217/Klooster St Anna Delft
Jaartallenindex
mater en conventualen van St Anna te Delft oorkonden met toestemming van de prior van Sion, dat zij schuldig zijn aan Jan Matheeusz en na hem aan zijn erfgenamen, een rente van 30 Kar gld sjaars uit de nalatenschap van Adriaen Jansz, in leven pater van het St Annaklooster. In dorso staat dat Jan Matheeusz verklaart ontvangen te hebben tbv zijn oudste dochter 50 Kar gld in mindering van de rente (vgl 1559-02-03, 1559-05-28)
Pieter Aerntsz | 1468-10-31
Coll Aanw 240 fol 1355v
Voornamenindex
drapeniers te 's Hage: Pieter Aerntsz, Pieter Matheeusz, Pieter Rembrantsz, Roel Willem Aerntsz, Willem Claesz
1481-04-21 |
Inv Arch Delftse Statenkloosters p 510 regest 219/Carthuizers bij Delft
Jaartallenindex
schepenen in Vosmaer oorkonden dat Faes Matheeusz en Gheylle Romme Jansdochter transporteren aan Ydo Jacobsz ½ van 5 kwartier en ½ van 1 ½ gemet 36 roeden land in de Kerckepolder aldaar
1563-12-31 |
G.A. Haarlem O.R.A. 76/24 fol 41
Haarlem Algemeen
Claes Matheeusz, moultmaker, verkoopt Bouwen Willemsz molenmeester een huis en erf op Bakenesse buyten omme opt Spaerne op de hoeck van de Cockstege, an d'een zyde: die Cockstege, aen d'ander zide: Claes Matheeusz, streckende voor met de platinge van de Spaerne achterwaerts met een somerkoeken en plaetse aen de voors. Claes Matheeusz. Belast met 13£ 15sc, losbaar met 220£. Noch met 7sc sjaars. Koopsom 250 Kar gld
Mathys Jansz | 1512
De Raadt II p 150, 66, 438
Voornamenindex
schepen van St Geertruidenberg: Mathijs Jansz; 1525: Reyn Herbersz; 1519: Hubrecht Matheeusz; 1522, 1525: Pieter Mathysz; 1516: Mathys Jan Mathysz, allen met wapenbeschrijving
1547-10-26 |
R.A.H. Coll Roeperpapieren Inv 130 regest 99
Jaartallenindex
Koen Claesz, schout in t Hofambacht, oorkondt dat Jan Pauwelsz erkent schuldig te zijn aan Pieter Jan Ghijsbertsz 12 Kar gld, verzekerd op 9 hond lands gelegen in de ban van het Hofambacht, zuidoost: Jacob Jansz, noordwest: Vrederick Matheusz, streckende van Dirck Matheeusz land tot an Floris Symonsz land. Losbaar met 200 Kar gld. Borgen: zijn broeder Dirck Pauwelsz en zijn zwager Dirck Pietersz
scepenen en tuygen van t Hofambacht: Michiel Michielsz en Cornelis Nannincksz, met zegel van Koen Claesz, schout
1561-07-18 |
Inv Arch Kapittel Den Hage regest 689, 690
Jaartallenindex
deken en kapittel in den Hage besluiten om de brieven die heer Jan Willemsz, vicaris in hun kerk, hun afhandig gemaakt heeft, aan Barbara Jansdochter, weduwe Eewout Matheusz (toebehorende aan haar zwager den krankzinnigen priester heer Pieter Matheeusz als bezitter eener vicarie, en die hij geconsigneerd heeft onder het kapittel), aan Barbara voors. onder bepaalde voorwaarden terug te geven. Op 1561-08-13 erkent Barbara deze brieven terug ontvangen te hebben
met handtekening van notaris Cornelius de Cappella
1607-05-01
R.A.H. O.R.A. 1064 fol 85v
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen van Tetrode oorkonden dat Lijntgen Ariaensdochter, huisvrouwe van Gillis Joorisz Blondeel, ende mits de absentie van hem t.o.v. Dominicus Matheeusz, onse buerman, als haar gecoren voogd, opdroeg aan Crijn Meynertsz, onse mede buuerman, een huijsken mitten erve tot Overveen, west: Cornelis Kuijt, oost: de stad Haerlem, noord: Vrederic Ramp, zuid: die gemene wech. Belast met een jaarlijkse erfpacht van 32st. Koopsom 36 Kar gld
Balthasar Cornelisz, schout, Cornelis Thaemsz en Claes Jansz, schepenen