2 resultaten
1365-04-03 (1364) |
Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 262/St Bavo Haarlem; R.A.H. 44 fol 145/Reg Albr. IV fol 88
Haarlem Algemeen
hertog Albrecht oorkondt dat hij gegeven en bevolen heeft, omme dienst wille, die hi onsen lieven broeder gedaan heeft ende noch doen zal, aan Mathyse Willemsz, onser liever gesellinne pentier, onse boedambacht tot Haerlem, tot sinen live te bewaren. Hij beveelt de schout van Haarlem om hem uit te reiken jaerlixe van onser wege: een pair cledere ende enen winterroc; 1365-04-03 (1364): Mathijs Willemsz gegeven dat bodeambacht tot Haerlem tot sinen live, mit een paer cleder ende enen winterroc, die him die schoute aldair van myns heren wegen alle jaer utreyken sal
per dominos de Brederode, de Egmond et Ysselsteyn, G. de Heemstede, get. Th Vopponis
1575-06-27 |
R.A.H. Coll Aanw 139 Caput Kennemerland fol 17v, 17
Jaartallenindex
compareerde voor mij Cornelis Oem, griffier van den leenhove van Holland, Pieter Dirxz als oom en bloedvoogd van Jan Aelbrechtsz, onmondig weeskind, oud 4 jaren, wonende in de Beverwijk, en heeft volmacht gegeven aan jhr Frederick Uytenham, bailliu van Rynland en Harman Oem Harmansz om namens het weeskint voor de stadhouder van lenen verheffing te verzoeken van diens leen van 7½ geersen in Doedingermade en een block van 2 achtendeel rogsadinge in Bolande in de ban van Heemskerk, hem aangekomen van zijn vader Albrecht Clement Mathysz; 1575-07-02: koning Philips beleent Jan Aelbrechtsz, wonende in de Beverwijk, na dode van zijn vader Aelbrecht Clements Mathyse, met 6½ geersen land gelegen in Doedingermade ende een block van twee achtendeel rogsadinge in den Bolande, tot een onversterfelijk erfleen. Daar hij onmondig is, doet Herman Oem Hermansz de eed, speciaal daartoe gemachtigd bij procuratie dd 1575-06-27. Op 1590-11-16 doet Pieter Clement Mathysz als oom en voogd van Jan Aelbrechtsz de eed, overmits diens langdurige uitlandigheid
Laurens van der Goes en Joseph van der Meerhout, leenmannen