61 resultaten
Ackoy, van | 1544-06-08
Oud Arch Culemborg Regest 474
Achternamenindex
schepenen in Culemborg oorkonden dat Thonis Roelofsz tot meerder zekerheid van een rente van 6 Kar gld per jaar door Oth Ottenz van Ackoy toegezegd van Gysbert Willem Jansz en Hubert Jansz van Baden uit 11 hont land in de heerlijkheid Ackoy, genaamd die Erkelse kempes, verbonden heeft zijn huis aan de Vorderstraet te Culemborch
1517-02-21 (1516) |
A.R.A. 490 no 249/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex
Jan Pietersz contra Ghijsbrecht van Brederode, contenderend de voors. impetrant tot betailinge van 2 £ 6 schell gr Vl him resterende en den voirs. deffaillant van meerder somme ter cause van teercost en geleenden penningen, lakennen, wynen ende anders. Daar hij niet verschenen is condemneert het Hof hem tot betaling van de geeischte som
Smit | 1539-01-27
Schepenrol Hoorn 4177
Achternamenindex
de crediteurs van Jacob Henricx Smit "claechden op te burgemeesters deser stede, dat zij ex officio naevolgende t recht van contributie gehouden sullen wesen te vercopen die goeden bi deselve Jacob Smit nagelaten, daerinne de burgemeesters tevreden zijn geweest soe verre t recht vermach; scepenen nyettegenstaende dezelve ordonnantie, hebben voor dese reijse gewesen, dat men deselve goeden vercopen sal sonder meerder rechtdach te houden"
1482-08-23 | Westzaan
G.A.Haarlem Inv I no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 84
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Pieter Claesz schuytemaker erkende verkocht te hebben aan de H. Geestmeesters te Haarlem: 1) een stuk land geheten den Oterdyk in de ban van Westzaan, noord: Aechte weduwe Ysbrant Alphertsz, zuid:coman Ysbrant, 2) die Vette Campe in de ban van Westzaan, noord: Pieter Claesz voors, zuid: dat Berckelant, 3) Crocxvenne in de ban van Westzanen, noord: Jacob Heindricsz, zuid: Pieter Kaernaer, 4) nog wat rietland in de ban van Westzaan, gemeen en onderdeelt met Dirc Jansz. En omme die meerder zekerheyt soo heb ik Pieter Claesz schuytemaker gebeden Gheryt van Adrichem deze brief te bezegelen
Jacob Dirc Baertincsz en Gysbrecht Luydolfsz, schepenen
1506-06-01 |
Cartul Reg St Jan Amsterdam fol 115v
Jaartallenindex
scout en schepenen tot Abcoude in ons genechis Heren gerechte van Utrecht, ende schepenen tot Apcoude in der Proestijen in der Heren gerechte van St Pieter t Utrecht, oorkonden dat Jacob Leeu Jansz en zijn vrouw Nelle, toonen dat zij in voorleden tijden een testament gemaakt hebben voor notaris heer Henrick Mathysz, door Jacob voorn. tot meerder vasticheyd mede bezegeld, waarbij zij land vermaakt hebben aan verschillende geestelijke instellingen. Schepenen bevestigen deze making
Dirck Zloijer, schout, Zweer Willemsz en Jacob Petersz, schepenen, Willem Symonsz zegelt voor hen; Jacob Jacobsz ende Romer Jacobsz, schepenen, Jacob Jacobsz zegelt voor Romer Jacobsz
1590-04-07 |
Ms Opstraeten III fol 1224
Jaartallenindex
gesien byn den Hove van Utrecht die deductie ofte specificatie van verscoten penn, vacatien ende andere oncosten die joncheer Willem de Ridder van Groenesteijn, maerscalck van het overquartier slants van Utrecht, gedaen heeft int vervorderen van den processe jegens Henrick Cornelisz Clinck int Goeij, mitsgaders t gescrifte daerbij blyckt dat de Procureur Generael hem gerefereert heeft tot taxatie van den Hove, heeft t voors. Hoff deselve deductie of specificatie die bedragende was tot meerder somme getaxeert etc.
1509-05-04 |
Kroniek Hist Gen jg 1846 p 288/Arch 5 Kapittels Utrecht
Jaartallenindex
Jan van Egmond, stadhouder, en Raden van Holland, verzoeken den bisschop van Utrecht zijn gedeputeerden te zenden om met die van Amsterdam over de herstelling van de dijk van Ypensloot nabij de stad Muiden te overleggen, teneinde de vrees "dat nog meer inundatie gebueren sal, gelijck als geschiet is mitte Dordrechtsche wairde te handelen; over die lasten van den water die gescepen sijn destemeer te worden, overmits toeloop van den stroomen ende winden jaerlicx, bij der verhengenisse Goits, meerder ende starcker opcomen". Gedaen te s Hage
1499-02-28 (1498) |
R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 60
Jaartallenindex
Philips oorkondt dat Dirck Hoogstraat opdroeg tbv Jacob heer tot Wyngaarden 13 morgen lands metter woninge die daar op staat, in onsen ambachte van Voorschoten, aen die noordzijde van der kerke aldaar, die geheten hebben geweest tot op den dach van huiden die Lipzen. Ende als die jegenwoordig is of namaals meerder of minder worden mack (!), wij jegenwoordelijk verclaren tot eeuwigen dagen te willen voortaan gehieten ende genoemt te wesen: die huyzinge en hofstede van Weldelnesse. Te houden tot een erfleen binnen afterzusterkind niet te versterven
present: Philips Ruychrock van de Werve, Dirk van Swieten Willemsz, Dirck van Boneem
1528-02-21 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten, Strijen fol 15
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat voor zijn stadhouder-generaal compareerde Jan van den Velde in naam en van wege jhr Rutger van den Bootzelaer, heer van Asperen, Langeraeck etc, die hem bij doorstoken brief voor het Hof van Holland gemachtigd heeft, verzoekt tot meerder verzekering van zijn huwelijksvoorwaarden gepasseerd in januari voors, tussen den heer van Berttelillemont [!] en zijn dochter jvr Walburg van den Bootselaer. Karel confirmeert deze huwelijkse voorwaarden ins onderscheid de voors [!] disposite van 6£ van 40 gr, zynre dochter te hylicke gegeven zoe verre die roeren van zyn erfleen
1525-11-08 |
Arch Marquette no 1106/Cartul Assumburg no 313
Jaartallenindex
leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden dat Willem Adriaensz, poorter van Alkmaar, heeft verkocht aan Jan Jansz, baljuw van der Nyenburch: "zulck lant als hij liggende heeft inden ban van Groede, groot 27 hondert, dat een stuck genoemt den andeel, dat ander Laechacker, ende dat derde meester Geryts beke" [?]. Willem Adriaensz bekent door Jan Adriaensz [Jansz ?] van wege deze koop voldaan te zijn met een lijfrente groot 56£ van 40 groten sjaars op t lyf van Jan Jansz voorn. en op dat van diens vrouw Guerdt Jansdochter. Tot meerder zekerheid ondertekend door Willem Adriaensz en Jan Jansz
Augustijn van Teylingen, Gherit Heynricxz van Voshol en Cornelis Gheritsz, leenmannen