3 resultaten

1477-05-27 |

R.A.H. Coll Aanw 106 Caput Kennemerland fol 1v/Reg Maria Max. fol 1
Jaartallenindex

hertogin Marie oorkondt dat Willem van Alcmade Ysbrants heeft opgedragen uit zijn eigen goed een stuk land, groot ± 7 morgen, daer een busch op staet van alrehande geboomte, ende is gelegen in den ambochte van Bergen in Kenemerlandt, ende heeft belegen oost: Jan Ysbrantsz, ende Willem selve, zuid: een meerken ende die ghemeen buyren van Bergen met een stucke lants, noord: Willem selve, west: Gerbrant Dircxzoen, Luijtgen Allaertszoon ende Willem selve. De hertog beleent hem vervolgens tot een onversterfelijk erfleen, na zijn dood te komen op Ysbrant van Alkemade, sijnre dochter zoon indien dieselve Ysbrant dan leeft. Te verheergewaden met een roode sperwer of 10 schell Holl. Achtervolgende seeckere appoinctement van den Hove van Hollandt, soo is dese opdrachte te niete gedaen, et ergo duerslagen, ut supra libero prl. Ducis Karoli metter reder Coffi turie folio XC

1634-10-18

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 201
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Cors Reijersz, wonende tot Haerlem, verkoopt aan de eerbare juffrou Anna Munninckx, weduwe van sr Gerart van Schoonhoven, wonende te Amsterdam, deze naervolgende partijen van landen, al tesamen binnen Vogelesanc: 1) een stuk weiland genaampt "de Plaggerweijt", groot 3 duijn morgens. Met noch een stuk daaraan gelegen, genaemt "t Blomweydeken", groot 1 duyn morgen, oost en zuid: de erfgenamen van Steijn Ruijven, west: Cornelis Arents Woutersz, noord: het land van het huis te Vogelesanck; 2) een stuk land geheten "Huijschooter meerken", groot twee duijn morgen, oost: Steyn Ruyven erfgenamen, noord, zuid, west: de wildernis van Brederode. Belast met 6 Kar gld Brederodes erfpacht. Koopsom 3750 gld

Jan Jacobsz Dickman, schout, Hendrick Oliphiersz en Jan Claesz (met zijn merck), schepenen van Tetrode

1496-1497 |

Rek Rentmeester Kennemerland 924 fol 17, 22
Jaartallenindex

"van een waterken en meerken genoempt Sloterdyckermeer liggende by der stede van Amsterdamme, t welck myn aldergenadigste here den Rooms Koninck ende Vrou Marie zyn gesellinne bij hun opene brieven gegeven den 18e in Merte anno 1479 gegundt ende gegeven hebben di kercke van Sloterdyck in eenen erfpacht, overmits dat zeekere jaren doe geleden die kerck van Sloterdijck verbrant ende te nyete gegaen is geweest, ende al ijst zoe dat die gemeene buyren aldair arme scamele lantluijden zyn ende alle naersticheyt gedaen hebben ende noch dagelycx doen nair hoir vermogen omme dezelve kerck weder op te brengen, ende dairinne te besorgen datter van noode is totter eeren ende dienste Gods ende die te onderhouden. Soe en connen nochtans die kerckmeesters ende gemeene bueren mitten renten ende incommende van der voirs. kercke dat zeer weijnich is, noch oick mittet gunt dat bij devotien daertoe gegeven wordt, die voirs. gebreken niet gefurmen [?] sonderlinge van kelcten, boecken ende anders dat van node is", om al deze redenen en ook omdat het meertje bevist wordt door niet-Sloterdijkers, zodat het dorp er geen inkomsten uit had, verzoekt de kerk het in erfpacht te mogen nemen, hetgeen geschiedt, tegen betaling van 24sc (fol 17). "Van een quaet leenkin ende is een lapkin hoijlants gelegen tot Assendelft, buijtendijcx, dat van den meeren afslaet, geldende sjaers 3£ van 40 gr, mijnen genad. here anbestorven van Jan vuijten Hage Willemsz diet tot een recht leen houdende was van der grafelijkheid van Holland, te weten de rechte helft van 4 morgen lants of daaromtrent, gelegen in den ambacht van Assendelft", west: die meer, oost: Willem Ocker mit eygen erve, daeraf dat Jan Jansz van der Beke dat wederdeel in leen houdt van de grafelijkheid. Welke ½ van Jan uten Hage de hertog aan Gerrit here van Assendelft ten vrijen eygen verkocht had (fol 22)