Aper Melijsz | 1473

Thesauriersrekening Haarlem

Voornamenindex

Erkenraet, vrouw van Aper Melysz, oud 22 jaar, en haar dochter Geeryt Aechte, oud 3 jaar, Delft, kopen lijfrente van 15 R gld op Haarlem voor 220 £ (221 fol 15)

Willem Melysz | 1427-1428

Rek Rentmeester Kennemerland

Voornamenindex

Willem Melijsz: pacht de tienden van Nubox- en Oudeboxwoude 7 £ (857 fol 36v)

Hoog, de | 1422-08-06

Arch Heren en Graven van Culemborg regest 754, 758

Achternamenindex

hoge dijkheemraden in Alblasserwaard: Jan Akerlaeck, Willem Duijck van Nyementsvrient, Willem van Rijswijc, Gheryt die Hoghe, Reyner Jansz, Harman van Wijer, Claes Erick, Jan van den Werve, Willem Akerlaeck, Pieter Danielsz, Coenraet Melijsz, Jan Willemsz en Jan Jansz; idem 1422-09-03

Tete Melysz | 1361-1362

Rek Rentmeester Kennemerland

Voornamenindex

Teete Melijsz: de tienden van Oesterblocweer 18 £ 10sc (809 fol 14v); 1363-1364: afterstal van 1364 van de biertollen in Suderencogge 35sc (811 fol 22v)

1527-05-31 |

Bissch Oud Arch Haarlem/Cartul Klooster in den Hem Inv no 119 fol 15v

Jaartallenindex

broeder Henrick Jansz, prior, en gemeen convent der Regulieren in den Hem buiten Schoonhoven oorkonden dat zij op 1503-03-10 24 morgen in Boenrepas in erfpacht hadden gegeven aan Dirck Engelsz, mr Pieter Engelsz, priester, Claes Engelsz, ende Aechte Engelsdochter, hoire suster, waarvan 6 morgen nu weer aan het convent gekomen zijn bij de kinderen van wijlen Jan Melysz, als Jacob Jan Melysz, Cornelis Jan Melijsz en Jan Jan Melijsz. Welke 6 morgen leggen in Boenrepas an die noortzyde naest an die hofstede van Enghelenborch genaemt, ende aen die zuidzijde naest gheland Egbert Berntsz mit eygen ende mit erve. Zij geven deze 6 morgen nu in eeuwige erfpacht aan Adriaen van Hooff Berntsz, om 12 scilden sjaars en nog 5 oude leeuwen voor het St Nyclaesoutaer (vgl 1503-03-12, 1543-04-03)

medebezegeld door Ariaen Berntsz van Hooff, Jan die Rijck Jacopsz, scout van de Vlist en Bonrepas, ende Dirck Meeusz, Pieter Dircsz Doud' gheswoerenen in denselven ambacht

1512-05-04 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 34/Diversorium Galileaconvent Monnikendam

Jaartallenindex

scout van Oesthuijsen en scepenen van Etersem oorkonden dat Dirck Jacopsz van der Beets heeft quytgescouden den prior mitten ghemenen broeders van den convente van Galilea legghende by Monikendam een stuck lants legghende in die ban van Etersem, hyetende mr Jan Melijsz lant, groet wesende 6 deympt, belend west: Zijslant, oost: Gransven

Jan Claesz, schout (met zijn zegel), Pieter Claesz ende Jan Aerntsz, schepenen

1512-04-15 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 34/Diversorium Galileaconvent Monnikendam

Jaartallenindex

ic mr Jan Melijsz, coopman van Amstelredam, maeck machtich Baernt Baerntz mijn swagher of brengher van desen brief, te ontfanghen ende op te heffen die reste van zes deympten lants die Dirc Jacopsz oude Dirck ghenoemt wonende op ter Beets van mij ghecoft heeft int jaer voerleen, ende quytscelding daerof te gheven alst vorwarden sijn. In kennisse is dit mijn utscrift, naem ende merck (vgl 1512-05-04)

1514-03-01 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 82/Diversorium Galileaconvent

Jaartallenindex

broeder Willem, prior, ende t gemeen convent van OLVr Haven in Warmont van St Bernaertsorde, machtigen onse professide donaet broeder Symon Claesz van Heemstede in te manen te hebben ende te ontfanghen alle sculden, renten ende afterstallen die men onse cloester voers. sculdich is ende toebehoren, gheleghen binnen der stede van Monickedam of int lant of dorpen daeromme gheleghen, die ons anghecomen sijn van broeder Heynric Melijsz, onse cloesters professide monnic ende priester

1470~ |

G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam 1e Inbrengregister fol 72-74v

Jaartallenindex

goederen van Aeff, Jan, Bely, Lysbeth, Kathrijn en Hillegont Jacob Melijsz die brouwers kinderen, gemeen met haire moede Kathrijn Jacob Melyszoons weduwe: 5) een stucke lants after Ilpendam (behoort Jan Betten toe), 25) 6 Wilh sc op Peter Heynenzoonslant toe Amsterveen, 26) een stuck lants toe Assendelf dat Aernt Martijns bruijct, 27) 6 R gld op Peter Jansz lant toe Assendelf, 28) 5 made lants min een hont dat Gheryt Gherytsz bruyct

1459-11-15 |

A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 11/Reg Charolais fol 6v

Jaartallenindex

Anthonis Michielsz oorkondt dat q.q. voor mij kwam Ave Gheryt Meuszdochter met haar man Aernt Melijsz als voogd en opdroeg tbv Adriaen Gherytsz ½ van een viertel lands in Strevelandt, streckende van der Lecke totter kade toe, nu belend west: Lourens Meusz erfnamen, oost: Wouter Voppenz erfnamen, daer Floris Boc [Bot ?] Seghersz die andere helft van de heer van Charolais in leen houdt, als leen van Arkel. Vervolgens wordt Adriaen beleend als leen van Arkel tot een recht erfleen

present: Gheryt van Assendelft, mr Henrick van der Mye, leenmannen van Charolais, Jan Ruychrock, leenman van Holland