20 resultaten
1374-06-14~ |
R.A.H. Coll Aanw 50 fol 139v/Reg B Bloys Cas D fol 159v
Jaartallenindex
Jan van Chastillon, grave van Bloys, verkoopt aan Pieter Maertine en sine nacomelingen: 172 ½ gemeten lands in de ban van Poortvliet in allen sticken en mercken als hierna bescreven staet in Priestermeer over den Vliet 58¼ gemeten en 4 gemeten daeran die bretspaden waren, ende 34 gemeten daeran leggende in den oesthoeck, 25 gemeten 100 roeden gelegen in den oesthoeck in Damas Copieren hoec. Item in Poortvliet buten Priestermeer seven quart binnen allen merken van den Stete gere, 3 gemeten binnen allen merken van Pouwelspolre, 9½ gemeten 6 roeden binnen allen mercken van Jeddenhoek, 19 gemeten binnen alle merken van Heynrix hoecke, ener 7 quart binnen alle merken van Goesthoecke, 6 gemeten binnen allen merken van Borgemede, 8 gemeten 85 roeden binnen alle merken van Hannelgelnouts hoecke, 7½ gemeten 70 roeden binnen allen merken van Peter Bollaertshoeck en 2½ gemeten 50 roeden in den hoec vort dorp. Ende op al dit voers. land geloven wi etc. Pieter voirs. en sine nacomelingen te houden als op ener rechten eigendom, ende alle commer af te doen die daerop was voer den daet van desen brieve. Ende hierof erkennen wi ons betaelt den lesten penning mitten eersten (ongedateerd, volgt op een akte van des woensdags na St Odulfsdach anno 1374)
1510-10-07 |
R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Zeeland, Voorne fol 45v
Jaartallenindex
Karel beleent Laurys Dammasz na dode van zijn vader Dammas Symonsz met: 1) 1/32 en 1/72 deel van de heerlijkheid en tienden van den lande van Vosmaer, met den ambachte, ambachtsgevolge en ambachtsrecht. Tot een onversterfelijk erfleen; 2) een block tienden gelegen in onsen lande van der Tholen ende is geheten dat oesteinde in Doirlo, groot 6 morgen tienden, tot een onversterfelijk erfleen; 3) ½ van alsulcke leengoeden, daeraf die wederhelft toebehoort de erfgenamen van Claes Jacob Bartelmeusz.z: a) van 13 gemeten Vroonland gelegen in de heerlijkheid van Vosmaer, binnen desen lantmerken, oost: Pieter Pietersz, zuid: Pieter van Dalem, west: die kerckstraten wech, noord: die dyk aen die kerckepolder, b) van 9 gemeten Vroonland binnen deze merken, oost: heren Adriaen van Treslongs erfgenamen, zuid: de lange wech, west: Jan Willemsz, noord: Pieter van Dalem, c) noch 14½ en ½ quartier gemeten Vroonlands, liggende in desen merken, oost: Jan Willemsz, zuid: Gillis Danckertsz, west: die kerckstratenwech, noord: die langewech, d) noch 5½ gemeten Vroonland, gelegen binnen desen merken, oost: die kerckstratenwech, zuid: Jan van Doornick voors [!], noord: heer Adriaens erfgenamen van Treslong, west: dat spadeland. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Heergewade: een paer wapenhandschoen of een Bourg. schild
heer Jan Ruychrock v.d. Werve, ridder, Jan van Treslong, Pieter Plumion, Gysbert van Schoten, Jorden van Raemsdonck, Reinier Willemsz, leenmannen
1348~ |
R.A.H. Coll Aanw 50 fol 2v/Reg B. Bloys Cas D fol 3
Jaartallenindex
Jan van Henegouwen oorkondt: dat ons heer Raesse van Cruningen, ridder, onse getrouwe man, opgedragen heeft voer t lant dat hi van ons te houden plach, gelegen in Walcheren in Welleterwerve, dat wi hem geoerlovet hebben te vercopen 2 gemeten lants liggende in die parochie van Nyelande binnen deser merken, zuid: Moerlode, noord: die heerwech, west: t oudorp, oost: t nyedorp. Welke 2 gemeten en daertoe 6 gemeten en drie vierendeel lands gelegen in Dreyschier die wij hem daer sullen doen bewisen wi hem weder verlyet hebben ende verlyen [geen datering, geplaatst voor akte van 1348-11]
Keppel, van | 1354
De Raadt II p 236, 200
Achternamenindex
Henri de Coc, ridder, zegelt een akte van Beatrice de Keppel; Beatrix van Keppel donne, au convent de Monichuzen (Chartreux), de l'aveu de son fils Sweder de Voorst et de Keppel, "dat leengoed dat van ons het Ernst Heynic en dat van ons roert toe vijf merken, dat gheleghen is toe Hoeten (Hueten) ende scuet upter vrouwen hofstede van Elten"; Frederic van der Ehze, ridder, zegelt een akte van Beatrice de Keppel
Wijhe, van | 1346-10-26
Urkb Stift Xanten no 761 p 508
Achternamenindex
Willem van den Berghe, heer van Bilant, en Sophie jvr van Bilant, "sin wittelike wief ende recht beddeghoet", oorkonden dat hun 'man' Jan Scodemouwe heeft opgedragen tbv Walraven van Wyie heer Jansz van Wyie de oude, de 10 morgen land die hij van hen in leen hield, als leen "tot vief merken", gelegen in Dufel in het kerspel van Niel, en dat hij vervolgens deze 10 morgen in volle eigendom heeft gegeven aan Walraven
Berns Bernsz van Gent, Hubert den Toncer
1333-10-07 |
R.A.H. no 32 fol 90/Reg EL 39 fol 25
Haarlem Algemeen
graaf Willem oorkondt dat wi Wouter van Assendelf oirloff ghegheven hebben ten vrijen eyghen te vercopen een half lant dat hout negen mergen die hi van ons te liene helt, liggende in Scoten binnen desen merken, die heer van Brederoede al langes op die noirtside, Jan van der Scure op die suytside. Ende van den mad lande, Jan Bertoud op die suytside, ende Jan van der Scure op die nortside. Graaf Willem geeft den kooper van dit land den vrijen eigendom hiervan
1538-03-20 (1537) |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 37v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat voor zijn stadhouder van lenen jvr Cornelia van Cleyenburch Adriaensdochter met haar zoon Willem Vastaertsz als gecoren voogd in deze zake, opdroeg tbv Jacob Willemsz, t gorscheken van gorsscheydinge, zulcx alst bedyct leijt, mits ambachtsheerlijkheid, tienden, visserijen, vogelrien, jaar grooten, gelegen binnendijks. Alleenlyk reserverende aan haar selve het onbedycte mette droge en natte dyken van tselve gorseken. Ende is t selve bedycte land gelegen binnen deze merken, oost: de dyk van St Pieterspolre, genaemt t Perdegat, zuid: de dyck van Herkingen mitte ½ heule van t selve land, west: de zeedyck, die Vastaert Willemsz leijde [er staat: beijde] in den jare 1532, noord: de dyk van Dircxlant. En dat hij Jacob Willemsz hiermede beleend heeft. Leen van Voorne, onversterfelijk erfleen
Cornelis Barthouts, Willem Criep, Jan Gans, leenmannen
1537-03-22 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 18v
Jaartallenindex
Karel beleent Jan Ruychrock van de Werve na dode en makinge van zijn vader heer Jan Ruychrock v.d. Werve, ridder, met ½ van ⅓ deel van alle alsulke gorssen, landen en slicken, geheten Grysoerde, Duvenwaarde, die Thonge, Hugenvliet, Hellebrantsgat en Battenoort, en alle ander hoe die genoemd mogen wesen, tusschen bepalinge en merken, hierna beschreven: noordoost: Honsloo, zuidwest: dat heijdiep van Greveningen, zuid: dat Heijdiep van Bomer, noordwest: Wellevliet, Herckinge en die Ryere, met ½ van ⅓ deel van de moerneringe ende brant daartoe behorende en daarenboven noch ½ van ⅓ deel van de ambachts, ambachtsgevolg, thienden, molen, visserijen, vogelrien, gifte van kerken, boeten, foerfeyten etc. Leen van Voorne. Onversterfelijk erfleen. Behoudelyk ons ende onsen penn. daaruit mit onsen rechten van den moerneringe, boeten, voerfeyten etc. Behouden vrouwe Maria van Sombeeke, weduwe van de voors. heer Jan, achtervolgende de makinge en octrooi haar leven lang haar lijftocht hieraan (vgl 1536-04-06)
heer Joost van Bronchorst, ridder, Cornelis Barthout Jansz, Pieter Willemsz, Willem Pietersz Criep, Anthonne Lebucq, leenmannen
1336-09-11 |
R.A.H. no 32 fol 96/Reg EL 39 fol 26v
Haarlem Algemeen
graaf Willem oorkondt "dat wi die III morgen lands jof dairomtrent ligghende an die porte van Hairlem, op die Zuytside van den weghe die men vairt te Tetroeden bi den Zilekijn binnen deser merken": op die oostzijde: die wateringe die in den Zile gaet, west: t land van onser Vrouwenghilde van Haerlem, zuid: die beke tot Hairlem, noord: die wech van Tetroeden, die ons ane verstorven van Wouter Mensensoens doijt, ende Machtelt die sijn wijff was van ons te lijftochte hout, der voirs. eyder Machtelden ende Claijs Willemssone van Geervliet, horen man, vercoft hebben tot een vrij eigen om 30£ Holl, daer si Henric Heren Dierixsone onse rentmeester van Kennemerland ende van Vriesland ghenoech of gedaen hebben
1499-03-15 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 37
Jaartallenindex
Philips oorkondt dat Hendrik Cnobbout opdroeg tbv Bertoult Diericxz 17 morgen lands uyt al sulcke 28 morgen lands als Hendrik voors. van ons te leen hield in t lange Nyeuvelt in den lande van Arkel. Welke 17 morgen lants gelegen zijn in drie campen binnen dezen merken, noord: Hendrik Cnobbout zelve, zuid: t klooster van Arckelle c.s, oost: die Achter wateringe, west: de dyk. Vervolgens wordt Bertoult Dircsz ermede beleen als leen van Arkel, te houden tot een onversterfelijk erfleen. Dit voors. land tiendevrij te blijven van alre schattinge, heergewaden, coggengelde en ongelden. Ende niet metten buren te gelden in enigerwys. Ende mitten dagelyke gerecht daar op te hebben. Te verheergewaden met een paar wapenhandschoenen of een oude schilt daarvoor. Welverstaande dat wanneer deze 17 morgen bij coope of anders wederom komen aen die ander 11 morgen lants wesende die rest van den voors. 11 morgen lands, deze beide delen dan weer tesamen één ongesplitst leen zullen vormen
present: mr Gerrit van der Mye, Jacob van Wyngaerden, dierick van Boneem, Jan van Rijn