17 resultaten
1524-09-09 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Vriesland fol 40-41v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat voor de president v.d. Raad in Holland mr Nicolaus Everardi in absentie v.d. stadhouder-genraal, Gerrit Dircsz opdroeg tbv Adriaen Mertin Adriaensz, nu ter tyd onse schouts van Texel sone, de navolgende percelen leen: 1) een hofstede met vier hondert lants gelegen tot Burch in onsen lande van Texel, belend zuid: Dirrick Rippersz, west: Ysbrant Guttez en Wouter Dircsz, oost en noord: Oge Nannincxz, 2) 2 stukken land geheten Hoperen in onsen lande van Texel, oost: Ysbrant Coenenz, zuid: Alart Haijenz, west: Gerrit Jansz, noord: Willem Gerritsz. Vervolgens wordt Adriaen Mertin Adriaensz met deze percelen beleend. Daar hij onmondig is, doet zijn vader Merten Adriaensz alias schout Merten de eed voor hem. Vervolgens draagt Mertin, onse schout van Texel, over tbv zijn zoon Adriaen Mertinsz, alsulcke een huysinge ende cogge staende tot Backum, als hij van de grafelijkheid in leen hield. Adriaen wordt hiermede beleend tot een onversterfelijk erfleen, en zijn vader doet de eed voor hem. Op 1539-05-31 doet Adriaen Mertin Adriaensz zelf de eed
leenmannen: mr Tielman van Dullekem, Raad v.d. reeckeninge in den Hage, Jacob van der Wiele Adriaensz, Vincent Dammas, Cornelis Barthouds; 1539-05-31: heer Zegelyn van Elveringen heere tot Hofwegen, ridder, Cornelis Bertouts, Willem Criep, Anthunis le Bucq
1527-12-20 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Vriesland fol 8
Jaartallenindex
Karel beleent Jan Maertsz, na dode van zijn vader Mertin Adriaensz, met een huysinge en cogge staende tot Backom in onsen lande van Texel in t westereynde, genoemt t leencooch. Te houden tot een erfleen
mr Joost Sasbout, Huge van Assendelft, onse Rade van Holland, Bamgaert Saij, Cornelis Bertouts
1496-01-30 (1495) |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Vriesland fol 25-27 (fol 15)
Jaartallenindex
Pieter van Teylingen, auditeur van de Camer van de Reeckening in Holland, en ontfanger van der espargue ende extra ordinarisse partijen in Hollandt ende Vryeslandt, oorkondt dat hij als zodanig namens den hertog verkocht heeft aan Pieter Hanneman 3 morgen lands gelegen in die Koich van Groote Oosthuijsen, ende belend hebben oost: Brecht Bouwenszoon, west: dat gasthuys te Hoorne, daer aff die 3½ deymden leengoed is, als wijlen een genoemt Mertin Jansz Velaer, lange overleden, te besitten plach, welk land Mertin zoo hij zeide in zijn leven gemaakt en geresigneert zou hebben aan Jan Mertynsz, zyn natuurlyke zoon, waarvan in de leenregisters echter niets te vinden was, zodat het leen na de dood van Mertin Velaer, die geslegen werde omtrent Hoirne, in der oorloge van Utrecht (1482, 1483), den hertog door wanverzoek aangekomen was, of na den dood van Jan Mertynsz die het gebruikt had zonder verlij, en zonder wettige kinderen gestorven is, meest hoijland, niet meer opbrengende 40 stuvers. Hij belooft namens de hertog vrijwaring; 1495-01-31: de hertog confirmeert en approbeert deze verkoop
1485-08
folio 38v XXXVIII 1484-1486
Transportregister Haarlem
Geryt Philipsz verkoopt Mertin Jacobsz een schuer mitter cuijpen daerin staande in Jan van Foreestenstege an de Voldersgraft, an d'een zide: Meeus Meeusz, an d' ander zide: Ysbrant Jansz after streckende an Aerndt Jacobsz
1520-01-31 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Vriesland fol 11v
Jaartallenindex
Karel etc. beleent Jan Engelsz, na dode van zijn vader Engel IJsbrantsz, met 2 morgen land in de ban van Ursem, liggende één morgen aldaer buyten den Noortdyck, oost: Claes Jan Lijben, west: Mertin Claes Louwen weduwe of haar voogd. Dat ander morgen leggende andaer in Bolgerswout, west: t kerckelant. Te houden tot een erfleen
leenmannen: Jan van Barry, Frans Nicalaesz [!], secretarissen in onsen camere van den Rade in Holland, Cornelis Barthouds
1496-01-31 (1495) |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Vriesland fol 26
Jaartallenindex
Philips beleent Pieter Hanneman met 3 ½ deymden land uit 3 morgen land in de cooch van Groot Oosthuisen, belend oost: Brecht Bouwenszoon, west: het gasthuis te Hoorn, die Pieter op 30 Jan. gekocht heeft van de ontfanger van onse espargne etc. Te houden tot een erfleen gelyk Mertin Jansz Velaer die te houden plach en bij diens dood of door wanverzoek aan de grafelijkheid vervallen zijn (vgl 1496-01-30)
present: mr Willem van der Goes, meester van onse reeckeninge in Holland, Tielman van Dullecum, Pieter Pluymioen
1496-10-31 |
G.A. Amsterdam Inv Gasthuizen regest 885
Jaartallenindex
schepenen in Amsterdam oorkonden dat Mertin Heinricsz erkent verkocht te hebben aan Jan Claesz van Hoppen een schepenbrief dd 1494-09-20, groot de helft van 12 R gld van 40 gr Vl op een huis en erf in de Kerckstraet. Benevens ⅓ deel van 5 vrije morgen lands gelegen binnen die vrihede van Horne in den ban van Wadeweije, buiten die somerdijck uptie Meerwal, voertijts gecomen van Pieter Garbrantsz (vgl 1494-09-20)
1537-10-03 |
R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 22-24v
Jaartallenindex
schepenen der vrijheid van Diepenbeke oorkonden dat heer Coenraad van Gavere, ridder, heer tot Eelslot, Diepenbeeck etc, volmacht geeft aan mr Claas Rengaart, Jeronimus Heyns, Jeronimus de Moije en mr Jacob Mertin, absent, om namens hem te compareren voor mannen van leen van Putten om daar te accepteren dat St Adolphslant door heer Philips van Bourgondië heer van Phallais als onderpand gesteld wordt voor de vrijwaring van de heerlijkheid van Peer die heer Philips aan heer Coenraad verkocht heeft [er staat 1547, moet zijn 1537]
Claas Geerts, schoutet, Thomas Haijwigen, Claes Bouwen, Adriaen Hectoirs, schepenen der vrijheid van Diepenbeke
Polanen, van | 1412-07-13
Reg Rotterdam en Schieland no 1857/Lenen van Honingen fol 100, 96v
Achternamenindex
Dirck van der Lecke, ridder, verklaart, nadat Florys Jansz hem in tegenwoordigheid van Hemrick Gysbrechtsz en van buren had opgedragen als vrij eigen 2 morgen gelegen in Ommoirden aan de westzijde van de nu door hem bewoonde zate, strekkende van de Rotte tot de landscheiding en belend west: Aernt Symonsz, oost: Florys zelf, dit land in leen gegeven te hebben aan deze Forijs; fol 96v: verstorven op Mertin Jans en Florys Claesz
Wissenkerke, van | 1470-10-03
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 391v
Achternamenindex
leen van de abdij St Paulus te Utrecht: (doorgehaald) abt Johan Clauwert beleent heer Jorden Claesz, canonicus tot St Peter te Middelburch als gemachtigde van Mertin Claesz van Wissenkerck als voogd van zijn vrouw jvr Geijle Henrick Crabelsdochter, met ⅛ deel van de tienden groot en klein, gelegen in den Hoghenlande, zoals haar broer Henric Crabel die tevoren in leen had, jaarlijkse pacht 19 penn groot; "item bij overgift van Martyn Claesz heeft meyster Jan Wysskerke, licentiaet, dit ontfangen"
mannen: Henrick van Duven, Symon Jansz