1 resultaten
1533-06-07 |
Arch Marquette 1106 no 232/Cartul Assumburg
Jaartallenindex
Willem van der Goes, abt van Egmond, oorkondt dat Dirck van Buyten Gerbrandszoon hem heeft opgedragen tbv heer Gherit heer van Assendelft, en dat hij deze heeft beleend met: 1) 4 hofsteden binnen der stede van Beverwijck opt Ropeynde, daer die twee of gebruycken Ghijs Meynoutsz, ende belend zuid: Jan Willemsz, noord: Gheryt Prickhouwers, oost: die Conincxwech, west: die afterwech. Ende die ander twee gebruyckt Cornelis Claesz, daer lenden van zijn an beyden zijden: Cornelis Claesz, ant oosteynde: die meer, ant westeynde: die Conincxwech, 2) 2£ sjaers gemeen metten Regularissen ofte nonnen in Beverwyk, belend zuid: de nonnen voorn, west: die wech die nae de moelen gaet, 3) een hofstede belend zuid: de Beghijnenstege, west: die wech after die nonnen, oost: die Conincxwech, noord: Gherit Willemsz, 4) die helft van 2 stucke landts mit een block daer toebehoorende, zuid: Her Wouterswech of Aerntswech, noord: Abdyenlant, west: die heerwech, oost: die beeck, 5) item [de helft ?] van noch een stuck lants dat belent hebben zuid: Heer Wouterswech of Aerntswech, noord: die papelike prove in Beverwyk, west: Monickendaelsbeek, oost: die Wendeacker die de abdij toebehoort, 6) item die helft van noch een stucke landt in Midbrouck of Wyckerbrouck, west: St Aechtendijck, noord: Dirck Aerntszoons weduwe, oost: die nonnen van Beverwyck, zuid: dat Smallecamptgen. Te houde ntot een rechten leen ende anders niet (vgl 1532-04-05)
hierover waren: Meester joost Sasbout, raad ordinaris v.d. Keyzer, Phillips …... de Jonge, leenmannen van de abdij