Bedoelde u soms?
middelharnis | middelhernisse

22 resultaten

1500-04-08 (1499) |

R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 63v
Jaartallenindex

leenmannen van de grafelijkheid oorkonden dat Lourys Spernagel heeft opgedragen tbv prior en convent van St Salvator binnen Antwerpen dat men hiet tot Pieter Pots, ½ van ½ van ¼ deel van t vierde gemet vroenlants, dat in t uytgeven van het bedycken van de gorssen van Middelharnisse vrij gehouden is, soowel in de Oestmaer als in de Middelharnisse etc. Met verzoek prior en convent hiermede te belenen (vgl 1500-04-29)

Pieter Potter van der Loo, Dirck van Boneem (met zijn zegel), Crispyn Jansz, leenmannen

1500-02-18 (1499) |

R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 52
Jaartallenindex

Philips beleent, na opdracht gedaan door Lodewyk van den Werve van zijn deel van de heerlijkheid van Middelharnisse, mr Willem van der Goes, onse Raet en meester van onsen reeckeninge in den Hage, met ⅙ deel van ¼ deel en van 1/16 deel van de gehele heerlijkheid van Middelharnisse, tot een onversterfelijk erfleen. Heergewade: een nobel van 48 gr Vls, gelijk Lodewyk v.d. Werve en zijn vader die gehouden hebben (vgl 1500-02-01)

Claes Corf, Jacob Clamp, Dirck van Boneem, onse leenmannen

1514-04-10 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Putten etc p 50v
Jaartallenindex

Max. en Karel belenen heren Jacob Enghebrechtsz, abt van St Michielsklooster binnen Antwerpen, met: 1) ¼ deel van de heerlijkheid van Middelharnisse in hoge, middelbare en lage gerechten, met tienden, chynsen, maelry, visserij, vogelry, veeren etc. Mitsgaders ¼ deel van t vierde gemet Vroonlandt, dat in t uytgeven van t bedycken van de voors. Middelharnisse vrij gehouden is. Tot een onversterfelijk erfleen; 2) ¼ deel van ¼ deel van dezelfde heerlijkheid met ¼ deel van ¼ deel van t vierde gemet vroonland; 3) ½ van ¼ deel van dezelfde heerlijkheid. Deze twee leste percelen tesamen te houden tot een onversterfelijk erfleen. Gemerckt dattet altyd een leen is geweest aleer dat verkregen wert aen den voors. clooster, staende op eenen genoemd Willem Pieter Mannenz ende op syne mededeelres. Tot sterfman, die de leeneed doet, wordt door de abt gesteld Cornelis van Wingaerden Willemsz

praesent: Franchois Hoochstraet, Pieter Plumion, Reynier Willemsz

1495-06-27 |

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Arkel, Putten fol 43v
Jaartallenindex

Maximiliaan en Philips belenen Jan van der Werve, na dode van zijn vader heer Jan Ruychrock van den Werve, met ⅙ deel van ¼ deel en van 1/16 deel van de hele heerlijkheid van Middelharnisse, in hoge-, middele en laghe gerechten, met allen hueren rechten, prerogatieven, thienden, erfchynsen, maelrye, visserij, vogelry, veeren en andere toebehoren. Leen van Putten, te houden tot een onversterfelijk erfleen

present: Philips Ruychrock van de Werve, Jan van de Werve mr Claesz, Dirck van Boneem, Floris van Wyfvliet, Jacob Adriaensz, Adriaen Willemsz

1506-11-04 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput Putten fol 8
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat hij na dode van Victor van Heelo, sterfman van de abdij van St Michiel te Antwerpen, heer Jacob Engebrechtsz, abt van deze abdij, beleend heeft met ⅛ deel van de gehele heerlijkheid van Middelharnisse, zoals heer Jan die Waert dit leen in zijn leven verkregen had van Louris Spernagel. Gerrit van Ilpendam doet hulde en legt de eeneed af

1494-01-16 (1493) |

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Arkel, Putten etc fol 22
Jaartallenindex

Max. en Philips belenen heer Jan die Waert, abt van het St Michielsklooster te Antwerpen, en heer Jan Robyn, des voors. heren Jans die waerts leste voorsaet in der abdij voors. in zyn leven niet versocht had, met de volgende lenen, te houden in alle manieren als heere Jan Fierkens en heer Andries van Aichtenrijck, des voors. heren Jans Robyns en heer Jan die Waerts voorsaten, abten voors, die gehouden hadden: 1) ¼ deel van de heerlijkheid van Middelharnisse, in hoge ende lage en middele gerechten, en ¼ deel van alle prerogatieven, tienden, erftynsen, maelry, visserij en vogelry, veeren, mitsgaders ¼ deel van t vierde gemet Vroonlants dat tot des voors. cloosters behoef in t uytgeven alst bedyckt worde vrij gehouden is tot een onversterfelijk erfleen. Heergewade: 1 nobel van 48 gr Vls; 2) ¼ deel van ¼ deel van Middelharnisse voirs, met ¼ van ¼ deel van t vierde gemet als voren. Zoals heer Jan Pierkins dat kocht van Willem Pieter Mannenz. Tot een onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met een nobel van 48 gr Vls, behoudens als voren. hulde en eed doet Victor van Eele Aerndtsz

present: Tielman Oom van Wyngaerden, Philips Ruychrock van der Werve, mr Gheryt van der Mye, Dirck van Boneem, Jacob Adriaensz, Willem Jacobs natuerlycke zoon van Assendelft

1542-05-15 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 238v-241v
Jaartallenindex

mr Engbertus de Hemstede, prepositus Leodiensis (prevost de Wassenburch) draagt over aan Florens de Grebonal, segneur de Plessy en zijn zuster Cornelie de Hemstede zijn deel in de seigneurie de Middelharnisse in het land van Putten, om te voorkomen twisten over de nalatenschap van hun oom wijlen Enguelbert de Hemstede, prevost de Mastricht. De schenking geschiedt onder voorwaarde dat de schenker gedurende zijn leven de inkomsten behoudt. Overlijdt Cornelie vóór de donator dan keert de schenking terug aan zijn erfgenamen (1543-04-03 en 1544-04-23)

present: mr Egidius Brakelman, Georgius de Rouck, ondertekend door Egidius hondert scellingen, presbiter Tornacensis diocesis, notarius

1543-03-20 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 185v-189
Jaartallenindex

Jasper van Bloys van Treslonge, baljuw van het land van Voorne, als man en voogd van jvr Catheryna van Wyngaerden, zuster en rechte leenvolgster van haar broers wylen heren Joost van den Hove, ridder, en Ghysbrecht van Brederode, erfgenamen van wijlen Philips Ruygrock, haar grote vader, te weten op Joost: ⅓ deel van ¼ deel en 1/16e deel van Middelharnisse, genoemd St Michiels in Putte, leen van Putten; Gysbrecht Jorisz van Brederode erfde 16 morgen lands in het ambacht van Soeterwoude in Tedingerbroek, leen van Holland. Daarna zijn heer Joost en Gysbrecht overleden, te weten heer Joost gedisponeert hebbende over zijn leengoederen buiten de tekst van zijn leenbrief, en ook de 16 morgen verkocht heeft aan Gysbrecht. Jasper stelt dat zijn vrouw Catheryna van Wyngaerden rechte leenvolgster is, en vervolgens wordt zij beleend met: 1) ⅓ deel van ¼ deel en 1/16e deel van Middelharnisse, genoemd St Michiels in Putte, leen van Putten, tot een onversterfelijk erfleen, 2) 16 morgen lands in het ambacht van Soeterwoude in Tedigerbroek, belend west: Willem Denys, oost: die susteren van Rijswijk en Vranck Claesz weduwe tot Delft met haar kinderen, zuid: die wateringe geheten die Goeden, noord: de Voorburgerdijk, te houden tot een onversterfelijk erfleen. Haar man Jasper van Bloys van Treslong doet de eed voor haar

leenmannen: mr Joost Sasbout, Raad Ord, Aernt van Duvenvoorde, Jan van Wyngaerden, Cornelis Barthouts

1566-08-31 |

R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Arkel, Putten fol 17
Jaartallenindex

koning Philips beleent Daniel van der Heyde, hem zeggende althans de naeste oer ende leenvolger van jouffr. Dorne Poppe Heijms, ende dat daer Laurens van Sparnagel van Beoosterzwenne zyne vaders grote vader die parcheelen van leenen hiernae volgend: 1) ½ van ¼ van de geheele heerlijkheid van den Middelharnisse in hoge, middele en lage gerchten, niet daervan uytgesondert met allen rechten, prerogativen, thienden, thynsen, malerijen, visscherijen, vogelrijen, veeren, 3) ⅛ deel van de voors. Middelhernisse van allen uytgors ende aanwassen die nu zijn of namaels comen mogen. Leen van Putten te houden tot een onversterfelijk erfleen

heer Splinter van Hargen heer van Oisterwijk, ridder, Raad van onsen leenhove, Cornelis Oem, Claes van Dam, Thomas Pietersz, leenmannen

1499-04-18 |

R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 53, 55v
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Lodewyk van den Werve erkende verkocht te hebben aan mr Willem van der Goes, mr van de reeckeninge in Holland, de somma van 4 £ gr Vls sjaars erfelijke renten; tot dat deze afgelost zal zijn met 49 £ gr Vls. Voor welke rente Lodewyk voors. tot een onderpand gesteld heeft ⅙ deel van ¼ deel en van 1/16e deel van de hele heerlijkheid van Middelharnisse. Leen van Putten. Welke som van 48£ hij Lodewyk van mr Willem van der Goes ontvangen heeft. Philips confirmeert deze brief [zonder datum]

Dierck van Boneem, Jacob Clamp, leenmannen