18 resultaten
Praet van Moerkerke, van | 144-12-10
Inv Arch Dordrecht p 144
Achternamenindex
Jacob heer van Gaasbeek, Abcoude, Putten en Strijen beleent Vranke heer van Moerkercke met het slot ter Merwede met de hoeve land waar het op staat
1535-07-31 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 309v
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat heer Lodewyck van Praet geseyt van Moerkercke, ridder, opdroeg tbv Willem de Jonge Reijersz ½ van alsulcke somerlandt mitten zomerdyk als heer Lodewyk gemeen leggende heeft mitten kinderen van wijlen Adriaen van Meerdervoort, aen die noordwestzijde van Pieter Huijchoirdt, met het verzoek om Willem de Jonge hiermede te belenen
Jacob de Vries Jansz, Gysbrecht Heerman Jacobsz, leenmannen van Holland
1514-01-02 (1513) |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Z.H. fol 49
Jaartallenindex
Max. en Karel oorkonden dat bij brieven dd 1509-11-18 mr Henrick Tack Coenraetsz heeft opgedragen tbv vrouwe Elisabeth van Loen, weduwe van heer Vranck van Praet heere van Moerkercke, ridder, 12 morgen leenland gelegen in den Bitterhoeck [Puttershoek] aen den wech. Hoewel zij schuldig was geweest een leenbrief hiervoor te vragen, was zij in gebreke gebleven. Niettemin verkreeg zij uitstel van belening van de gouverneur bij diens brief dd 1512-09-14. Bij brief van 1513-12-10 heeft de vrouwe van Moerkerken dit leen weer overgedragen aan jvr Anne Charlos van Praet, here van Moerkercken's jongste dochter. Zij belenen nu jvr Anne met dit leen [dochter van Charles] van 12 morgen gelegen in Puttershoeck binnendyks, aen 6 morgen die gelegen zijn aen een huys aldaar, genoemd dat oude hoff. Tot een onversterfelijk erfleen. Hulde doet voor haar haar oom en voogd in deze zake heer Lodewyk van Moerkercke, ridder (vgl 1513-12-10, 1514-03-03)
hier waren over: Pieter Plumeon, Jorden van Raemsdonck, Joris Timmer, Loijs Bruueel, onse leenmannen
1515-03-01 (1514) |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Z.H. fol 66v
Jaartallenindex
Karel beleent Franchois van Praet ende van Moerkercke, na dode van zijn moeder vrouwe Elisabeth van Loon, vrouwe van Moerkerken, met: 1) ¼ deel van ½ van den gehelen lande van Catendrecht ende van de ambachtsheerlijkheid daarvan, met het ¼ deel van de ½ van de huizingen en hofsteden, woningen, potingen, dyken, uitgorsen, tot een onversterfelijk erfleen, 2) dat ½ veer gelegen tussen onser stede van Dordrecht ende Papendrecht, tot een recht erfleen
Loon, van | 1486-02-23 (1485)
R.A.H. Coll Aanw 109 Z.H fol 25v/Reg Max. Philips fol 10
Achternamenindex
Pieter van Slingeland Dircsz heeft opgedragen tbv Elisabeth van Loon vrouwe van Moerkercke de helft van het ambacht van Puttershoeck van der Sijtwinde met gerecht, wind, veren, coren en smaltiende. Zij wordt vervolgens beleend, hulde doet voor haar Willem Ruychrock van de Werve
Loon, van | 1483-01-02 (1482)
R.A.H. Coll Aanw 109 Z.H fol 9v, 10/Reg Max. Philips Z.H. fol 3
Achternamenindex
leenmannen van Arkel oorkonden dat Wouter van der Eycke van Outheusden heeft opgedragen tbv Elisabeth van Loon vrouwe van Moerkercke al zijn rechten op het veer tussen de stad Dordrecht en Papendrecht; 1484-04-11: zij wordt beleend, ter versterven op haar jongste zoon Vranck van Moerkerke, hulde doet haar gecoren voogd Willem Ruychrock van de Werve
Loon, van | 1515-03-01
Arch Nassau Domeinraad dl I 5e stuk p 71, 72
Achternamenindex
leenregister Lek en Polanen: een half blok tienden geheten heer Niclaes van de Merwedes wederdeel en een heel blok tienden; Nieuw Lekkerland: Karel van Praet heer van Moerkercke, na dode van zijn moeder Elizabeth van Loon vrouwe van Moerkercke; 1516-06-14: Josine van Praet na dode van haar vader Karel; 1526-02-20: Sander Lauwerijsz van Loon, nadat hij heeft aangetoond dat hij sinds de dood van zijn broer Gijsbrecht, die het leen circa 1490 kocht van Matheeus Joestenz, gedurende 16 jaar het gebruik ervan heeft gehad, niettegenstaande de beleningen van Elizabeth van Loon en haar kinderen Karel en Josijne van Praet; 1530-07-09: Maritgen Sandersdochter van Loon, vrouw van Adriaen Aertsz, na dode van haar vader, waarna zij de beide lenen heeft opgedragen tbv Jan Henricsz, ontfanger van de exploiten van het Hof van Holland
Praet van Moerkerke, van | 1438-11-03
Nibbelink no 156, 160/Van Mieris Vervolg p 10, 21
Achternamenindex
hertog Philips vergunt aan heer Lodewijk van Moerkercke om in de ambachten van Schobbe en Everocken gelegen buitendijks omtrent de Maasdam, een dijkgraaf en zovele heemraden als nodig is, aan te stellen; 1440-10-18: idem voor Vranc van Moerkercken om in de ambachten van Poelwijck, Schobbe en Everocke dijkgraaf en heemraden aan te stellen, naar het dijkrecht van de Grote Waard van Zuidholland
Heukelom, van | 1536-06-12
Coll Aanw 139 Caput Z.H. fol 13
Achternamenindex
Gerardt van Arckel heer tot Heukelom, Amersoyen, Merweden, als man van Margriet van Praet van Moerkercke vrouwe van het huis van Merwede, heeft beleend Adryaen van Haerlaer met de ambachtsheerlijkheid, koren-, hennep- en smaltiende, visserijen, vogelrijen, wind, het gemaal, gelegen in de parochie van Muylkerk aan de Dussen, hem aanbestorven van zijn vader Fredrick van Haerlaer, dat hij hield van het huis van Merwede (vgl 1558-01-27)
mannen van leen: Engbert Goess(ens)z en Antoenis Claesz
1515-03-01 (1514) |
R.A.H. Coll Aanw 113 Caput Z.H. fol 65v
Jaartallenindex
Karel beleent Lodewyck van Praet ende van Moerkercke, ridder, bij dode van zijn moeder vrouwe Elisabeth van Loon, vrouwe van Moerkerken: 1) 14 morgen land gelegen op Corte achthoeven in t landt van Vianen, an d'een zijde: Pieter van Loon, an d'ander zijde: de Vliet, tot een recht erfleen, 2) 12 morgen landts in Pietershoeck binnensdijks aen 6 morgen lands aan een huys aldaar, genoemd dat oude Hoff, 3) 18 morgen land gelegen in den ambachte van Pietershoeck, volgend aen 12 morgen, 4) ½ van den ambachte van Pietershoeck van der Zydwinde met den dagelijksen gerechte, met alle visserijen, vloterijen, korsteechinge, vogelien, riethueren, zoetvelden ende den lande dat hij daerinne heeft bedijckt, tot 4 morgen 5 hont toe, metter timmeringe ende teelinge daeraf, ende voort met syn ander deel onbedyckt lants, met winde ende met veeren die den ambachtsheeren daer toe behoren, en smaltienden. Onversterfelijke erflenen