10 resultaten

1475~ |

G.A. Amsterdam Weeskamer Amsterdam 1e Inbrengregister fol 175v
Jaartallenindex

goederen van Lysbeth Koen Koenenzoons die snijders dochter: 2) ½ van een stucke lants te Schermer, geheten Kerstijnenwerf, 3) ⅛ van een stucke lants op Catwoude geheten de Gouden Ven, 4) ⅓ R gld op Jutte Coppijns huijs toe Monckendam int noirteynde

1475-11-13 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 29/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex

Jacobus Proys clericus Traj etc instrumenteert het testament van Jacobus filius Reijneri de Monckendam, frater laycus. Hij vermaakt aan het Galileaconvent suam medietatem hoc est dimidiam partem de quadam pecia terre sita in parochia de Broeck in Rietbroeck in vulgaribus nuncupata die Cromme oerd, cui ad partem orientalem coheret: aqua vocata die Leeck, occidentalem: campum dictum die Benneven en al zijn roerend goed. Acta sunt hec in prenominato monasterio de Galilea in camera hospitum

Symone filio Nicolai, artium magistro, Nicolao filio Nicolai, Meynardo filio Nicolai et Johanne filio Florentii, presbyteris, testibus

1516-10-21 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 39, 122/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex

broeder Reijn, prior, en ghemene broeders des convents van St Bernardusoirde ghenoemt Galdeen bi Monckendam der oerde van Cisternen erkennen schuldig te zijn aan Elizabeth Pieters ende haer suster Verdou Pieters toe Amstelredam, 8 gld ende 2 st tot horen [lyve] ende niet langher durende jaerlicse rente. Oec mede waert dat dese twie suseren oflivich waren soe sullen haer nichten Lysbeth Claesdochter ende Lutgaert Claesdochter deze rente tot hun dood behouden (vgl 1499-01-29, 1499-06-04, 1501-02-19)

1476-01-17 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 17v/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex

Jacobus Proeijs, clericus Traject etc, notarius publicus, instrumenteert dat Jacobus filius Johannis de cleyn Overleek, frater laycus professus aan het Galileaconvent propter deum dedit, cessit et tradidit twee stukken lands ter grootte van 3 deympten in parochia de Broeck in Rietbroeck contra partem orientalem dicti monasteria, versus austrum per quas transitum fit ab ipso aggere dicto die Purmerdyck versus minorem Overleeck, belend oost: Nannincxlant, noord: de dykkamp, zuid: Jan Jansz alias vocatum Sceng de minori overleek. Actum sunt haec in Monckendam in dom habitationis Jacobi filii Gherardi (vgl 1470 St Blasiusdag, 1457-03-15, 1470-01-12~)

presentibus: Jacobo filio Gherardi et Gheraerdo filio Reyneri oppidanis Monikendammensibus

1500-08-07 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 32v/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex

ic Pieter Jansz Vries, poerter ende inwoner van Westerblocker, liede ende kenne etc dat ic vercoft hebbe den broederen van Galileen gheleghen buyten Monckendam, die helft van een stucke lants ghehyeten die ses deympt, gheleghen in den ban van Westerblocker bij die Blocdyck, belend oost: Claes Wiggersz, west: Gherbrant Dircsz. Omdat ic Pieters Jansz Vries voern. op dese selver gheen zeghel hebbe noch ghebruycke soe heb ic versocht ende ghebeden Garbrant Dircxz van Hoern om dese brief voer mij ende over mij te willen bezeghelen, daer tegenwoerdich bi waren als tughen Jacop Jansz ende Jacop Walravensz, poerteren ende inwoneren van Hoern (vgl 1500-06-02)

1500-06-02 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 32v/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex

scepenen in der stede van Westewoud mit sijn toebehoren oorkonden dat Pieter Jansz [Vries] onse medepoerter, wonende in Westerblocker, erkende verkocht te hebben aan de prior en convent van der oerde van Cisternen gheleghen bi Monckendam gheheten Galilea een stucke lants groet wesende 4 (doorgehaald) morgen ende 42 roeden lant ghemyen ende onderdeel mit Garbrant Dircsz in een stucke lants groet wesende 4 morgen ende 80 roeden gheleghen in dat scoutambocht van Westewoud ende in die ban van Westerblocker, belend west: Garbrant Dircsz, oost: Claes Wigghersz. Bezegeld door Jan Wiggersz scepen voers. Ende omdat ic Pieter Wiggersz voers selve ghien zeghel en heb noch ghebruijcke op dese tyt soe heb ic ghebeden heer Pieter Jansz, pastoer van Bijnnewisen, desen brief voer mij te willen bezeghelen (vgl 1500-08-07)

Jan Wigghersz ende Pieter Wiggersz, schepenen

1496-03-12 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 31v/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex

wij Diewer Wybrantsdochter, ministersche, Alyt Dircsdochter, Lysbet Evertsdochter procuraterscher, heer Albert Koenesz, biechtvader, mitten ghemene susteren des convents van St Marien binnen Medenblic, bi consent van Garbrant Willemsz onsen voecht, erkennen verkocht te hebben aan het convent van Galileen bi Monckendam, een stucke lants groet omtrent 6 marghen bynnen den banne van Swaech. Belend oost: Claes Fredericsz mit meerre anderen, west: die kercke van Hoern mit meerre anderen. Item noch een stucke lants groet omtrent 11 koeweyd gheleghen in den ban van Medenblijc, belend oost: die Nijstraet, west: Jan Gaefsz. Vervolgens huren zij dit land van het convent van Galilea voor 11 gouden R gld sjaars. Zij mogen dit land terugkopen voor 200 gouden R gld. In margine: ista littera soluta est et ultima vacat. Aan het slot: ista littera de Medenblyc medietas ejus soluta est [het stuk is doorgehaald]

1683-06-02

R.A.H. O.R.A. 2109 fol 43v
Transportregister Egmond

Claes Jansz lantmeter, burgemeester tot Schoorl als gemachtigde van Lysbet Jans, weduwe van Claes Adriaensz decker, wonende tot Monickendam (procuratie gepasseerd voor notaris Joan Fransz Thamis te Monckendam dd 1680-08-09). Verder nog als voogd over de kinderen van Lysbeth Olbrants, geprocreert bij Rayer Jacobsz Dam, en Claes Jacobsz Schotvanger tot Schoorl als voogd over de kinderen van Cornelis Olbrantsz, beide ooms van dezelve kinderen. Tesamen erfgenamen van Stijn Louris, weduwe van Cornelis Meijersz, verkopen aan Claes Ysbrantsz van Zaenen twee croften land gelegen omtrent de Hoef, aan den anderen, genaamd "de Monickecroft en Jan Eenoochscroftge", groot tesamen 2 morgen, oost: Claes Cornelisz Langedyck, zuid: de Rijscampen en Dirck Claasz, west: de wildernis, noord: de heer burgemeester Syms. Belast met 3st 8 penn tbv de grafelijkheid. Laatste transport dd 1637-10-18 [lees 1638-06-20] waarbij Cornelis Cornelisz [Knechten, de 1e man van Stijn Louris] het perceel verkreeg

1479-07-27 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 22v/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex

scout en scepenen in Suyderwoud oorkonden dat Jan Jansz ende Sem Jacopsz van Udam erkennen dat si een compact ghemaect hebben mitten broeders van den convent van Galileen gheleghen bi Monckendam, ende mit Claes Jan Ypkis ende mit Jaep Mertsis twie dochteren van Monikendam, als van de dyck ende bolwerc die Jan Jansz ende Sem Jacopsz nu ter tijt bewonen ende behuset hebben om een sekere summe van penninghen als van een [n]ijeghelike voet dijcs vier stuvers die Jan Jansz ende Sem Jacobsz daerof ontfanghen hebben. Ende desen dijck ende bolwerc is gheleghen van een weer lants gheleghen bi den cloester ofte convent van Galileen bi Monikendam, streckende van die Purmerdyck an die Goeg. Belend west: Jaep Pieter Herdis weer, oost: Jan Pietersz weer. Voert gheloefden Jan Jansz ende Sem Jacopsz dese dyck ende bolwerck te houden op haers selves cost alsoe langhe als si se sullen bewonen of van haer naecomelinghen bewoent sullen werden ende langer niet. Voert soe is dat huus daer Jan Jansz nu ter tyt in woent 33½ voet dycks van de voers. dyck, ende onder dat huus daer Sem Jacopsz nu ter tyt in woent 15¼ voet dycs. Dit niet te verweren mit ghenen recht, gheestelyc noch waerlije etc

Jan Symonsz, schout, Jacop Jacopsz ende Jan die Wael, schepenen

1478-02-10 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 15v/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex

alle luden etc si kondich ende oepenbaer dat Symon Jansz is ghecomen toe Galilee int cloester bi Monckendam om daer in een broeder ontfanghen te werden. Ende heeft voer hem ghebrocht als voerbidders Coppit Pietersz, Dirc Florysz, Jacop Gherijtsz, Reijer Aemsz ende Pieter Coppensz, Jan Florysz overmits welcker voerbidden Symon voers. ontfanghen wart in een broeder. Ende heeft quyt ghescouden ende tot een eyghendoem ghegheven dat voers. convent in teghenwoerdicheit der voerghenoemde mannen als tughen: een stucke lants van elf vierendeel gheleghen in Jacop Pieter Herdijnsweer, ghenoemt die dyckcamp met alsulckdanigher voerwarde als waer dat Symon voers. ut den cloester weder waer gaende ende blivende in die werlt, soe soude dit voers. lant hem weder naevolghen. Ende waert dat Symen voirn. sijn leven verslutende (?) waer int convent voers. soe soude dat lant tot enen eyghendoem toebehoeren ende in der ewicheit bliven int convent voers. In kennisse der waerheits heb ic Jan Florijsz voers. dese sake in tegenwoerdicheit twier eerbare mannen ende tughen als Melys Claesz ende Claes van Veen beleden, ghetughet, vertelt, ghesproken, ende mit minen zeghel bezeghelt. In nomine domini amen. Per hoc presens publicum etc. Symon filius Johannis frater domus nostre secundum formam tertii reguli sancti Francisci professus, dedit, legant monasterio nostro beati Bernardi in Galilea quondam peciam terre in vulgariter seven verndel lants gheleghen in Rietbroeck in Jacob Petri Herdijnsweer op dat noerteynde. Opschrift: instrumentum de fratre Symone Reyneri