Moriaen, van | 1577-07-19/18

O.R.A. Alkmaar

Achternamenindex

Cornelis van Moriaen, belend te Alkmaar (310 fol 62); 1579-03-01: koopt rente te Alkmaar (310 fol 102); 1582-01-30, 1582-05-09, 1584-05-25: belend (310 fol 32v, 41, 98); 1569-05-07: Cornelis Jansz Morienne verkoopt aan zijn zwager Cornelis Garbrantsz Ruyck (?) een pacht op zijn huis en erf (309 fol 176); 1582-03-22: koopt hij het huis en erf genoemd 1570-07-10 (309 fol 209)

Moriaen, van | 1580-08-05

O.R.A. Alkmaar

Achternamenindex

Cornelis Moeriaens wijnhuys belend te Alkmaar (132 fol 1); 1581-01-18: Cornelis van Moriaen verkoopt huis en erf (fol 11); 1582-03-21: stelt zich borg met zijn huis in de Langestraat (132 fol 58v); 1583-04-08: verkoopt huis en erf te Alkmaar (132 fol 100v); 1588-05-07: zijn wijnhuis belend (133 fol 126)

Moriaen, van | 1592-03-13

O.R.A. Alkmaar

Achternamenindex

Cornelis van Moriaen verkoopt huis en erf te Alkmaar (135 fol 4v); 1590-03-28: belend (134 fol 69v); 1590-03-31 en 1590-09-29: het wynhuys van Cornelis Moeriaen (fol 70v, fol 112); 1591-09-14: koopt huis en erf (fol 200v); 1591-11-11 en 1592-02-14: belend (fol 205v, 227); 1596-08-03: rgent van de huisarmen (137 fol 1v); 1598-02-06: hij verkoopt aan zijn zwager Rutger Brinckhoff huis te Alkmaar (fol 138); 1595-04-21 en 1595-07-17: belend (136 fol 91, fol 152); 1595-05-05: koopt huis en erf (136 fol 106); 1596-04-26: regent van de huisarmen (fol 247); 1596-05-06: belend (fol 257v); 1599-01-29: regent van het mannengasthuis (138 fol 27v)

Moriaen, van | 1609-06-01

O.R.A. Alkmaar139 fol 281

Achternamenindex

Appellonia Garbrantsdochter, weduwe van Cornelis van Morienne koopt huis en erf te Alkmaar; 1611-07-31: begraven te Alkmaar: Jannitgen Moeriaens; 1613-04-29: begraven Apollonia Garbrants; 1606-11-22: Appellonia Garbrantsdochter weduwe van Cornelis van Moeriaens verkoopt huis en erf

Oem van Bochoven | 1540-06-28

Voorname Huizen 's Hertogenbosch dl III p 387

Achternamenindex

Elisabeth dochter van wijlen Claes van Bochoven verleent een grondrente uit het huis de Moriaen in den Bosch, dat reeds aan haar grootvader Willem van Bochoven behoord had

1603-05-09

R.A.H. O.R.A. 2098 fol 16v

Transportregister Egmond

Loeff van Haerlaer, schout van Egmond, passeert voor schepenen van Egmont een losrentebrief tbv Gerrit Jansz Huelst, poorter van Haerlem, groot 75 Kar gld per jaar, in hoofdsom fl 1200. Onder verband van een stuk land genaamt "de laege wayt", groot 2 morgen, oost: de erfgenamen van Aelbert Cornelisz Coemans, west: de Hoogedyck, zuid en noord: Jacob Cornelisz secretaris. Noch een croft lants gelegen op Jannen weech. Tsamen in de banne van Egmont, groot 2½ morgen , oost: Cornelis van Moriaen, zuid: Jan Gerritsz Haesen, west: Anna Pietersdochter (1603-06-09, 1612-08-15, 1612-12-01), noord: Doet Jansz Meedenblick, burgemeester tot Alcmaer. Afgelost 1639-07-18

Aelbert Aelbertsz Lacher en Aelbert Cornelisz, schepenen

1542-02-16 |

R.A.H. Coll Aanw 249 fol 352-359/Mem Hof van Holland

Jaartallenindex

keizer Karel bericht aan zijn luyden van de Grote Raad van Mechelen, aan het Hof van Holland, en aan de baljuw van Schoonhoven, dat hij ontvangen heeft de ootmoedige supplicatie van Willem Thin, voertijts onse baljuw van Schoonhoven en Beloys, inhoudende dat hij lange jaren heeft gehad t principaal regiment van onse voors. stede van Schoonhoven, ende aldaer geweest tot diverse stonden burgemeester, schepen en tresorier. Dat hij op Alre Zielendach l.l. met nog 6 andere personen nae die noene tsamen vergadert syn geweest ten huize van Dierick Claesz, waert in de Moriaen. Dat enkele leden van dit gezelschap hem uit afgunst beticht hadden dat de leden van het Hof van Holland waren "een hoop verraders, dieven en rabauwen". Dat zij hem zelfs deswege bij de Proc. Gen. aangeklaagd hadden, die hem had gedagvaard. Hij ontkent de bewuste woorden geuit te hebben, maar om een langdurig en kostbaar proces te vermijden, verzoekt hij door de keizer gepardonneerd te worden. Dat gebeurt en hij wordt van rechtsvervolging ontslagen tegen betaling van de kosten. Wel zal hij voor het Hof moeten verschijnen en onder ede zijn ontkenning bevestigen. Heeft hij de woorden wel geuit, dan zal hij deze voor de Grote Raad in besloten camer moeten herroepen, dit gebeurt op 1542-06-21