4 resultaten
1517-03-24 (1516) |
A.R.A. 490 no 290/Sent. Hof van Holland
Jaartallenindex
Claes Gerytsz als gemachticht van Aeff en Lysbeth, Gerytsdochteren, Dirick Gerytsz en Ysbrant Gerijtsz, gebroeders en zusters, erfgenamen van hoeren moeder Mosselt vuyten Hage, eysschers in cas van reformatie, contra Joest Ghijsbrechtszoon van Zijl als man ende voocht van Geryt Gerytsdochter, oick erffgename van de voirs. Mosselt. Mosselt had bepaald dat na haar dood al haar land, huys en hof comen en erven zou op de naeste van hueren bloede ten vierden grade toe, onder condicie van representatie, en ook dat niemand van deze erfgenamen tot de vierde graad toe iets van dit goed zou mogen verkoopen, verminderen, belasten of versetten, op verbeurte van zijn aandeel, waarvoor zij een notarieele belofte moesten afleggen, die alle erfgenamen dan ook aflegden. Gedaagde wendde zich echter tot het gerecht van Heemskerk om te krijgen het 1/7 deel van den achtergelaten goederen van Mosselt voor zijn part, van welk gerecht hij een vonnis verkreeg tot zijn nadeel. Impetranten gevoelen zich hierdoor bezwaard. Gedaagde beweert dat hem bij zijn huwelijk met Gerrit Gerrit Claesdochter beloofd is dat hij bij schoonouders zou inwonen en zou helpen de kost te verdienen mits tot zijnen prouffyte nemende het ⅓ deel van t gundt an den den koeyen, paerden ende andere goederen toebehorendende den voirs. Geryt Claeszoon ende Mosselt, en dat de kinderen van Gerrit en Mosselt na hun beider dood even rijk zouden zijn, en dat er op dien voet na Geryts dood, zonder eenig bezwaar, alzoo verdeeld is, en dat hij op denzelfden voet wil toegelaten worden tot de erfenis van Mosselt, niettegenstaende het testament van Mosselt. Het Hof reformeert het vonnis en verklaart gedaagde erfgenaam voor zijn portie en kindsdeel, welke portie hij zal mogen ontvangen achtervolgende testament en uyterste wille van Mosselt, uytgesondert sijn legitima, die hij zonder eenige last of belofte zal mogen ontvangen
1455-1456 (4) |
G.A. Haarlem Inv I 205 Thesauriersrekening
Haarlem Algemeen
(vervolg) (fol 28) Sept. Jan Trant met Jan Gherytsz de bode naar de schout van Alcmaer om de zaak van Mosselt Claesdochter te verborgen (nog 28v); (fol 28v) 31 Oct gesent Huijchtgen Cock mit een brief te Graft, roerende dat men geen recht vorderen en soude op ten poirteren, van Lubburgen saken ende Symon Tedinck ende was uijt 2 dgen 16sc; (fol 29) op 11 Nov. Hubert gesent met een brief roerende die weeskinderen van Jan van der Burch die an hoir lant te Rijswijc ghepandt was; (fol 29v) op 2 Jan. een brief naar t gerecht ter Goude roerende hoe Garbrant Schaverdack Claes van Yperens scip hadde doen becommeren. Noch een brief hierover; (fol 30v) den gerecht ende stede dieners van horen clederen: Aelbrecht van Raephorst, scout, Pieter Jordensz, Gheryt van Arikum, Symon van Noortich, Jacob Meynertsz, burgemrs, Jan van Huessen, Jacop Gherytsz van Hillegom, Jan Hert, Jan Claesz uten Gasthuse, Jan van Schoten, Wouter van Bekesteyn en Gherijt van Hillegom, scepenen, huerlick te hulpe tot sijn stede tabbert gegeven 1£ grote, 96£. Den 4 theosauriers elk voor zijn caproen 4£, facit 16£. Item Gheryt Jan Dirc Tymansz.z, oude Wouter Jansz, clercken, elc tot synen tabbert te hulpe 4£, 8£, Willem Paedze voor zijn tabbert 1£ grote (= 8£), Jacop Spiker, Jan Dircsz, Salomon, Jan Gherytsz, boden, elcx voor zyn tabbert 4£, facit 16£, Claes Persijn en Hubert, messagiers, elx voor sijn tabbert 4£, facit 8£, Claes Willemsz der stede kamer knecht voor zyn tabbert 4£, Jan die wynscroeder voor idem 4£; (fol 31v) here Willem Danielsz, de organist, van t heel jaar van zijn wedde op die orghelen te spelen 32£, Willem Paedze voor zijn wedde 76£, Claes Willemsz der stede kamerknecht, van zijn wedde 24£ 5sc 4d, Valc van t Sant schoon te maken en te houden 16£, Gheryt mr Pietersz van 1 jaar lang de uijrcloc te bewaren 16£, Claes Claesz van 1 jaar lanck den Hout te bewaren 16£
1455-1456 (2) |
G.A. Haarlem Inv I 205 Thesauriersrekening
Haarlem Algemeen
(vervolg) (fol 7) ontfaen van Dirck Hoen ende onder hem geset waren in den jare '53 om Jan Gorys te Mechelen mede te betalen, die deze niet wilde ontvangen 27 £ 12sc, ontfaen van Willem Jacobsz midsomer ½ jaar pontgelt 40 £; (fol 10) Dirck Soijersz ontvangt 211£ 15sc 8d om lijfrenten in Brabant en Vlaanderen te voldoen, Gheryt van Noortich ontvangt 38£ 18sc 8d om idem te voldoen; (fol 12v) op 11e Juni reis (?) van 2 burgemeesters, 1 schepen, de tresorier en de secretaris in die Santpoert bij den here van Brederode om hem van der stede wegen 4 punten te kennen te geven roerende Martyn van der Laen ende t gasthuijsbreg; (fol 13) getuigen gezocht tegen Pieter Jansz van Werre; (fol 13v) op 8 Juli naar den Hage o.a. Ocker Claesz, Jacob Dircsz vroescip Claes Gherijt, Jan die Vlaminck goutsmit en Willem Paedze clerc, roerende t proces van der stede met Pieter Jansz Werre. Ook om te spreken met Gheryt van Assendelft van Gheryt Claesz, der stede poirter, roerende t paert dat hij bij Jan Claesz zynen soen in die hoeij tyt over 2 jaren doet ghemendt soude hebben; (fol 15v) Also myn here van Oostervant in die jachtyt [Aug. 1455] tot Teylinghen gecomen was, so reijsden aldair bij hem om hem welcome te hieten dat gerecht ende sommigen van den ouden recht metter stede dyeners, ende om mit hem te spreken ende raets te vragen op die coemste van mijn genad. Here, zij namen mee 5 amen hypocras gecoft bi Dirctgen in die apotheke voor 46st, en 10 mengelen malenezeije gecoft bij Ocker Claesz voor 20st; (fol 17v) op 27 Sept. reisden tot Alcmair Symon van Noortich als burgemeester ende wairdeyn ende Dirck Pietersz oick waerdyn om te besien of sij t laken souden moghen crighen van den scout van Alcmer op borchtocht dat hij Joffr. Mosselt offgenomen hadde mit anderen hoeren lakenen soe dat laken een onrecht segel hadde; (fol 18) Op 6 Oct. naar den Hage o.a. om te spreken met den Rade van Aetsert van Naerden, die over den scepenen van Haerlem geclaecht hadde van een vonnis dat gewijst was tussen hem ende Heijn Stael; om een mandement te verkrijgen om Jacob de moelnaer van t kerchof te nemen, en om Mosselden lakenen
1455-1456 (3) |
G.A. Haarlem Inv I 205 Thesauriersrekening
Haarlem Algemeen
(vervolg) (fol 18v) 19 Oct. naar den Hage om voor den Rade de schepenen te verantwoorden tegens Aetsert de bastert van Ysselsteyn van den vonnise gewijst tussen Heyn Stael ende Aetsert voirs, en om te horen die sententie van Pieter Jansz van Werre; op 29 Oct. naar den Hage o.a. Jan v.d. Meer waerdyn in zake Mosselden lakenen, tegen de schout van Alcmaer; (fol 19) 12 Nov. supplicatie om het proces met Willem van Montfoort te casseren (ook fol 19v, 20, 20v); (fol 19v, 20) 20 Nov. Allyn Claesz vroescip, ook de zaak van Gheryt Naettgen; (fol 22v) op 1456-02-08 Jan van Huessen, Jacob Gherytsz en Gherijt Jansz naar Alcmer om tughe ende besceyt te horen van t laken van Mossalt Claesdochter; (fol 24) op 9 April reisden in die Santpoert Jan van Bekesteyn, tresorier, Willem Paedze, Dirc van Zanen Claesz ende Martyn v.d. Laen om te spreken aldaer metten baljuw van Brederode van Mertyns zaken van der Laen ende dat men hem van t vonnesse roerende die vredebraec dat over hem gewijst was, den brief niet daervan zegelen en woude; iemand in Naaldwyc had 3 briefjes geschreven op ingeven van Mosselt Claesdochter, nu naar Haerlem gebracht om daar gehoord te worden; (fol 25) op 12 Mrt Jan Hert, scepen, Berger Pietersz, Dirck Soyersz, Floris Engbertsz en Huge Jansz naar den Haghe om hoir tuge te doen voir den Rade van den gestande opten eyssche van mr Voppe; (fol 26v) op 3 Juni '55 Hubert de bode naar Brederode ende ter Wyck op Zee om te vernemen waer men die here van Brederode soude mogen vinden, op 9 Mei Claes Persyn naar Vianen an den heer van Brederode met brieven roerende Martyn van der Laen, die claechde dat hem in die Santpoirt van de baljuw en mannen t recht van den lande niet gebueren en mocht; Herman Jansz is zijn bier te Enghusen ontnomen; (fol 27) item Claes Persyn gesent tot Aelbertsberghe, tot Velsen, te Beverwyck ende op t Vlielant, roerende an Ave Jan Boonen lant ende vruchten die Wigger Claesz c.s. crafteliken van daer gevoert hadden; in Sept. Claes Persyn naar Willem Bolle, rentmeester beooster schelt roerende dat bespreck van heer Enghebrecht uten Hamme; (fol 12) om 14 Sept. naar Graft om Dirck Gelleman, so t gerecht sonderling met hem te spreken hadde