2 resultaten
1401 | Meeuwen
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 76v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
tot Meduwen ende tot Muelkerke. De bonis nostris tot Meduwen scriptum in registro 1401: item Goedevaert Gysbrecht Smeedsz hadde 3 £ zwart sjaers op 1 ½ morgen gelegen voir Maes Pieternellenz over de dwerssloot, oost: Dirc Ghybe Vinckenz, west: Pieters erve voirs [!] dat Agnete Vischaerts gaf. Des hebben wij 1£ zwart sjaers, die dach Bamis, op 1½ morgen. Item enen camp van 8 morgen 59 roeden gelegen in die hengemenge die geheten is die grote hoeke, oost: die proost van Bremen, west: die joncheer van Drongelen vóór en her Willem Buser achter. Dit gaf Maessijn van der Lede. Item in den ambacht van Muylkerke 8 morgen lants die ons gaf de joffr. van Lonen gecocht tegen heer Willem van der Merwede, op die een zide, oostwaarts: dat erve dat Reyners kint van den Zande aldaar had, op die ander side, westwaarts: Maes kyntszoens erve. Ende t verdyct voor 7 morgen min 1 hont. Item in den ambacht van Muelkerkc op 13 morgen lands 4⅓ hont gelegen in die Berntsche hoeve, dat Willem Blochouwer jegens ons ghecoft heeft ende geeft er af erflyc. Item Wilhlelmus resignavit istam terram in anno 23. Item gaf ons Ghysbrecht die smit 1 oude schilt op een huis en geseet gelegen jegen die kercke, ten oosten: Arnt van den Wiel, west: Dirc die smit
1464-03-27 (1463) | Muijlkerk
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 87/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
dit is alzulke utspraeck ende seggen als wij mr Jan van Leckerkerck, persoen der kercke van Breda, ende her Jan Aelbrechtsz, Canonick en deken ter groter kerck binnen Dordrecht van der Carthusers wegen by St Geertrudenbergen, daer to van denselven Carthusers op tie een zyde, ende Hughe Willemsz en Arnt Henrixz van Henric Diricxzoen wegen, bi denselven Henric daertoe gecoren, op die ander zyde, eendrachtelyk utghesproken hebbe opt gescille tussen beyden syden voirs. utstaende voir den scout en heemraders van Muylkerke mits overgeven en submissie van beyden syden voorn. an ons vier segsluden, ruerende van den 8 morgen 3⅓ hond lants gelegen tot Muelkerke, nae uytwysinge der Carthuseren brieve in den Beerntsche hoeve, belend ten zuiden: daer Jan van Wyfliet Diericxz an gearvet was, noord: Henric van Drongelen. Ende noch van 5 morgen en een hont lants aldaer, namaals al te samen ghenoemt ende gheheten Willem Arntsz hove, streckende thant [!] zoe ons angebracht is desen landen tesamen van der halver Dussen totten lande van Althenae toe. De uitspraak luidt dat het convent al hun rechten op al dit land zullen opdragen aan Henric Diricxz. Het convent zal echter behouden alle inkomsten die zij tot op desen dag van dit land gehad hebben. Henrick zal niets over de verlopen jaren behoeven bij te betalen. Zegslieden eisen dat Henrick te hunnen genoege zal moeten bewijzen 42 cronen op [!] 1 Eng. nobel erfpachts die de Carthuizers jaerlycs plegen te hebben. Indien Henrick bewyst dat het geschied is, zullen de Carthuizers 4 morgen uit dit land mogen uitzoeken en in rente behouden tegen 1 Eng nobel. Dit zeggen te houden op straffe van een boete. Gezegd in den clooster voirs. De vier zegsluiden bezegelen de akte. Gegeven 27 Mrt 1463 na den schryven s Hoofs van Ludick
in presentie van Jacob van Dobben, Arnt van der Dussen bastaert, Jan van Wyfvliet