42 resultaten

Clouck | 1281-1284

De Fremery no 228
Achternamenindex

lenen ten tijde van Floris V: 238) Jan Clouck [Clove ?] te Naeltwyck in het ambacht van Florens van der Woert, 4 morgen daar hij woont

1533-03-17 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 84, 84v
Jaartallenindex

compareerde in de griffie van den Hove van Holland jvr Katheryne van Naeltwyck en gaf volmacht aan Hubrecht Pietersz om namens haar haar leen te verheffen van 50 gemeten Vronen lands gelegen in Dirxland, leen van Voorne, haar aangekomen van wijlen jvr Johanna van Naeltwyc, get. J. de Jonge; 1533-03-27: Karel beleent jvr Katheryna van Naeltwijck na dode van haar zuster jvr Johanna van Naeltwyck met 50 gemeten vrij lants gelegen in onsen lande van Voorne in Dirxland. Leen van Voorne, tot een onversterfelijk erfleen. Als gemachtigde doet Hubrecht Pietersz de eed voor haar

mr Gillis van Soutelande, Cornelis Barthout Jansz, leenmannen

1648-08-03

R.A.H. O.R.A. 2103 fol 178v
Transportregister Egmond

Volckert Jansz, als procuratie hebbende van Cornelis Gerritsz van Egmond, smidt te Honsholredijck, gepasseerd voor schepenen der heerlijkheid van Naeltwyck dd 1648-06-22, verkoopt aan Jacob Jansz Langevelt, onse buerman en Wiltschult van de grafelijkheid van Holland, een stuk land gelegen in onsen banne, belend oost: de erfgenamen van Willem van Veen, zuid: Maritie Pieter Ghijsen, west: de coper zynde eertyts gecomen van Claes Gerritsz Keyser, noord: de coper

1599-02 |

Arch Marquette 1677 K (18e eeuws afschrift)
Jaartallenindex

Margriete, gravinne van Arenberge, geboren gravinne van der Marck en Aigremont, vrijvrouwe tot Sevenbergen, Naeltwyck, Heemskercke, Noordeloos, Oosthuysen enz, erfmaarschalckinne van Hollant etc, geeft octrooi aan Lambert Wijngaerts van Vollenhooff om te bedijcken en droog te maken alle wateren en land gelegen binnen de heerlijkheid van Oosthuysen, en zegt hem het vrije gebruik toe van dat door hem gewonnen land voor 25 jaar, alles op zekere voorwaarden

1560-07-10 |

Inv Arch Delftse Statenkloosters p 275 regest 177/St Barbaraklooster Delft
Jaartallenindex

Johan van Ligne graaf van Arenberge, vrijheer tot Barbanson, heer tot Naeltwyck, Honsolredyck en ter Capelle, erfmaarschalk van Hollant etc, beleent Corstiaen Adriaensz [Christiaen Adriaensz van Adrichem] te Delft met 1 morgen in t Honderlandt [Honterland]. In dorso staat dat [zijn broer] Nyclaert [!] Adriaensz op 1571-03-29 de eed heeft vernieuwd voor Korstiaen Adriaensz omdat deze de investituur en de geestelijke staat had aangenomen (vgl 1561-02-25)

1510-07-04 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 68
Jaartallenindex

Karel beleent jonse welgeminde jonckvrouwe Machtelt oudste dochter des Heeren van Montfoort, jonckvrouwe van Airenburch, na dode van vrouwe Willem van Naeltwyck, vrouwe van Montfoort, haar vrouwe moeder, met: 1) een coornthiende in den ambacht van Monster, 2) die goeden van der Made met allen hoeren toebehoeren in landen ende in thienden, 3) dat overtocht tot Voerburch c.a. Tot een onversterfelijk erfleen. Haar man jhr Robbrecht grave van der Marcke en van Arenberch doet de eed voor haar

present: heere Bouwen heere tot Abbenbroeck, ridder, Gerrit heere tot Assendelft, Ysbrant van Schoten, Gysbrecht van Schoten, Tielman van Dulleken, Pieter Plumion, Reynier Willemsz

1528-06-10 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 57v-58v
Jaartallenindex

Robbrecht grave van der Marckt ende van Arenberg, here tot Eggremont, Naeltwyk, Reeckhem, Bouckhoult, Loenhout, burggrave van Brussel, erfmaarschalk van Holland, belooft jaarlijks te geven 250 gld met onsen dochter van Virnenburg off vincee [?] duizend gld eens. Hij machtigt nu zijn rentmeester Fop Wilhem om onse sone en dochtere van Vernenburg deze rente te bewijzen op ons en onsen huysvrouwen goederen van Naeltwyck ende die Woerdt. Deze rente te lossen met vincee [!] duysend gld (van 20st Brab. de gld). Geinsereerd in de akte dd 1528-08-20

1536-10-13 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 434
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor onze stadhouder van lenen mr Vincent Damas, onse Raet en mr v.d. rekenkamer, opdroeg tbv Catharina Jacobsdochter, weduwe van Jacob Arlewynsz, 3 morgen lands gelegen in het ambacht van Monster bij Quintshuele, belend aan die een zyde: dat clooster van der Lee, an die ander zyde: die Canonicken van Naeltwyck, en dat hij vervolgens Katharina met dit leen beleend heeft tot een erfleen, binnen den eersten lede niet te versterven. Haar dochters man Pieter Claesz doet de leeneed voor haar

Cornelis Barthout Jansz, Willem Pietersz Criep, Bartoud van Outenae, leenmannen

1509-05-26 |

R.A.H. Coll Aanw 113 Caput N.H. fol 67 (Voorne)
Jaartallenindex

Karel beleent Jan Laurisz na dode van zijn moeder jvr Janne van Saerts met ½ van de navolgende lenen, gelegen in den ambachte van Naeltwyck: 1) 19 morgen lants die Adriaen Geryt gebruikt, belend oost: een banwateringe, zuid: die heere van Naeltwyck, west: dat Woirtlandt, noord: een banwateringe, 2) 14 morgen lants, belend oost en zuid: dat Woirtland, west: dat kapittel van Naeltwyk, noord: Meeus Henricxz, 3) den boomgaert van der Hooger Woerde, 4) die vogelrye van Uytkenshouck tot den Scholdam toe, 5) alsulck huys en erve als heer Geryt de bastaert van Liesvelt, priester, zijn lijftocht an hadde, 6) alle andere goeden die jvr Janne van Saers vrouwe van Liesvelt aengecomen ende bestorven zijn of wesen mogen bij de dood van haar vader Jan van Saers, en hij tot een erfleen te houden placht van de heerlijkheid van Voorne. Daer jvr Sibille van Saers die wederhelft of houdende is, negeen daeraf uytgesondert dan alleene die hofstede daer t huys ter Hoger Woerde [er staat: Waerde] op placht te staen, met de manschepe en leenmannen daertoe behorende. Te houden als leen van Voorne, tot een erfleen, binnen after susterkint niet te versterven. Jan Laurisz mag van deze lenen niets verkopen zonder consent van zijn leenvolger (vgl 1508-05-24)

Pieter Dircsz, Dirck van Boneem, leenmannen

1527-01-25 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Sticht fol 70
Jaartallenindex

Ysaac Aellewini, clericus Traject, als notarius publicus door het Hof van Holland geadmitteerd, te Leiden, instrumenteert dat de eersame voorsienige man Simon Jacobsz v.d. Goud[de] volmacht geeft aan de eersame, wijze, circumspecten heer mr Pieter van der Goude, deken van Naeltwyck, om te verkopen 6 morgen land, leengoed, gelegen bij Ysselsteijn, an den Achtersloot in den Brouck, in den Heeren gerecht van Utrecht van den Dom, belend noord: Pieter van Salenburch, zuid: een outaer van St Jan. Aldus gedaen en gesciet in der stede van Leyden op die Braestaet [= Breestraat) bij den Blauwen Steen (vgl 1527-03-28)

getuigen: Dirrck Adriaensz Mase, Simon Heinricsz, nastelinckmaicker, poorters of inwonenden van Leyden; ondertekend: Ysaac Aellewini de Homae [Hoogmade ??]