9 resultaten
1531-01-16 | Uitgeest
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 234/Arch Zijlklooster Haarlem
Jaartallenindex
Claes Jansz, schout in den ban van Uitgeest, oorkondt dat Louwerijs Claesz, buijrman tot Uytgeest, ende Claes Baertsz, buijrman tot Crommenije, gelieden dat zij gezamenderhand verkocht hebben aan het Zijlklooster te Haarlem een acker zaetlants gelegen in den ban van Uytgeest, groot 12 snees lants. Welcke acker voers. nu al te hants belent is noord: die pater van Zijl te Harlem, zuid: Aernt Nannesz ende Cornelis Nannesz, streckende met die oostzijde an den breeden wech ende mit die westzijde an Claer Gheryt Boeijken binnenven
Pieter Pietersz en Claes Philipsz, schepenen in Uitgeest
Gerrit Jan Nannesz | 1592-06-05
O.R.A. Alkmaar 135 fol 53
Voornamenindex
Gerrit Jan Nannesz, van Koedijk, koopt een schuur te Alkmaar
Rembrand Nannenz | 1423-1424
Rek Rentmeester Kennemerland
Voornamenindex
Rembrant Nannesz: betaalt visserijgeld van 5 gheers 10 snees te Scagen (854 bijlage)
1485-05
folio 12v XI 1484-1486
Transportregister Haarlem
Joest Jansz als man en voocht van Katryn Lourysdochter verkoopt Arijs Nannesz ½ van het huis en erf in de Veerstraat, op tie Beeck, an d'een zijde: Aecht Jacob Mertyns weduwe, an d'ander zijde: mr Pieter Ballinck, achterwerts streckende an Symon Arnttsz [?]. In margine: dit vercoopt Geryt Lourisz ende Steven Aerntsz op teselve dage
1629 | Egmond Binnen
Arch Egmond Binnen no 11/Rekening Beerhemmer Watermolen fol 1-5
Jaartallenindex
rekening van molenmeesters van Beerhemmer watermolen, genoemd: mr Willem van Veen en Herlaer als gecommitteerden; Cornelis Jansz van Nierop, aannemer van deselve molen; Sybrant Jansz, steencoper te Alkmaar; Claes Fransz, notaris te Alkmaar, Adriaen Claesz, stadsbode aldaar, Oloff Harmesz en Jan Nannesz, mr metselaars, Pieter Cornelisz smid, Adriaen Pietersz, waert te Egmond, Willem Jansz molenaar, Ewout Willemsz, bode. Willem Pietersz Criger en Claes Willemsz Decker zijn onwillig om hun molengeld te betalen. Cornelis Jansz Baert ontvangt voor zijn besognes fl 6. Aelbert Jacopsz, Aerian Valcxz, ingelanden van de Egmondermeer, Cornelis Gerritsz Gyssen, waert in het Rohart, Jan Hendricsz Tegel, Cornelis Claesz houtcoper, Aechte Pouwels en haar broer Simon Pouwelsz leveren yzer, Hillegont Oloffsz in de Witte Son, Willem van Rietwijk leverde spijkers voor de molen; Olof Harmansz te Alkmaar, Anthonis Paets, stadsteenhouwer te Alkmaar. Aldus gehoort ende gesloten den 7e januar, februar 16.. [1630 ?]. Andries Crynsz Coopman tot Egmond is tot molenmeester gecommitteert
getekend: Pieter Pauw, Jacob van Egmont, Aerian Valcksz, Aelbert Jacopsz, Pieter Pietersz Rieenen, Andries Crijnsz
1596 (II) | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 88
Jaartallenindex
Hendrick Jansz, onse buervryer, transporteert aan Jan Hendriksz, onsen buyrman, de haysthues [?] ende afterendt, staende en leggende achter sijn voorhuys, met het erf; - Willem Luijtgis scheldt quijt an Cornelis Jansz, van Oterleek, een huis en erf op het suytende van Coedyck, belend zuid: Bouwen Claesz, noord: Jan Glijnisz. Onderpand: het huis en erf daar hij nu ter tyt in woont, mede op het zuidend gelegen, belend zuid: Hendrick Garist, noord: Marytgen Cornelis, weduwe Jan Garbrantsz; - Jan Gerrit Jan Nannesz scheldt quyt an Reyer Cornelisz lantmeter een acker saetland, gelegen in t Harpedel, groot 5 sneesen, noord: Reyer cornelisz, zuid: Jan Dircsz. Onderpand een stuxken weytlants genaamd "Maritge part", groot 8 sneesen, belend west: Frans Michgielsz erf, zuid: de Veersloot, recht achter: Pieter Gerrytsz Calis; - Reyer Pieter Yvis als voocht van Guert Jans, weduwe Pieter Jacobsz Luitge, scheldt quyt Cornelis Pieter smith [?] een acker saetlant gelegen in Outcarpsel, groot 11 sneesen, noord: jonge Jan Heynis weduwe, zuid: de erfgenamen van Claes Pouwelsz
Jan Gerritsz, schout, Pieter Gerritsz en Jan Cornelisz Croon, schepenen
"van die ban van Wyck tot die duyn toe tussen die Houtwech en die Scilpwech" XI 67 | 1539
Heemskerk maatboek inv 56 fol 37v, 70v
Maatboek Heemskerk
"van die ban van Wyck tot die duyn toe tussen die Houtwech en die Scilpwech" XI 67
eigenaar: Jacop Pietersz met Simon Nannesz tot Haerlem
1040½ roeden "tusschen Zije"
1561: XI 65, 66
1564-07-12 (3) |
Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 341-348
Haarlem Algemeen
(vervolg) C is bij lotinge ten deel gevallen aan Claes Hals: 1) een hofstede ofte sate lants gelegen in Haerlemmerliede mette huijsinge, berg, geboomte en landen al aen den anderen, groot schaars 16 morgen, gebruict bij de weduwe Willem Gerritsz sjaars om 115£, daer sjaers ut gaet de erfpacht 4£, als 2£ aen de erfg. van Floris Dircsz van Adrichem [boven staat drs soon] en 2£ aen de erfg. van Albrecht Adriaensz [dictus van Adrichem], 2) een stuck lants gelegen tot Castercom, groot 8 geersen, gebruict bij Cornelis Cornelisz tot Baccum om 24£ sjaars, 3) een stuck lants gelegen in de voors. ban van Castercom aen de Voorts ofte Maerdijck, groot 2½ morgen, gebruict bij Dirck Nannesz sjaers om 30£ een sack gorst ende 6 schaepe kaesen, 4) 2 morgen lants gelegen omtrent den Hage, daer sjaers ut gaet sekere stuver tot hoffgelt off erfpacht, en gebruyckende kinderen van Dirck de Bruijdegom om 34£ sjaers, 5) een jaerlycse losrente van 50£ te weten ½ van 100£ sjaers op die voors. stede, op de naam van Frans Gerritsz
1506-02-20 (1505) |
G.A. Haarlem Inv I no 1633/Cartul H. Geest Haarlem fol 62v
Haarlem Algemeen
leenmannen van Holland oorkonden dat mr Huijch van Assendelff, licentiaet in beyden rechten, priester ende visecureyt van der prochykerke binnen Haerlem, Jan van der Meer Ghijsbrechtsz en Jan Reijersz als executeurs en testamentors van wijlen Evert Jansz van der Meer ende wijlen zijn wijve Margriet Lambrechtsdochter, erkennen volgens de uiterste wil opgedragen te hebben aan de H. Geest te Haarlem: 1) een stuck lants gheleghen tot Overveen in den ban van Aelbrechtsberghe, dat Aris Claesz nu ter tijt ghebruyct om 4 R gld en 18st sjaers, daer naeste lenden of zijn noord: Pieter Claesz, zuid: dat ziecke Lazarijshuys buyten Haerlem, west: die Cathuizers van Amsterdam, oost: die Delft; 2) noch een stuck lants gheleghen in den ban van Oosdom, dat een ghenoemt Nyele, ghebruyct om 5½ R gld sjaers, belend oost: heer Michiel, noord: die wech, zuid: die baghijnen van Alckmaer, west: die H. Geest voors; 3) noch een stucke lants in den ban van Oosdom dat Willem Heijn ghebruyct om 5½ R gld sjaers, belend zuid: Andries Claesz van Heijlo, noord: Ysbrant Arentsz ende Claes Corf tesamen, oost: die zusters van Zijl tot Haerlem ende Claes Corf voorn, west: een man van Engmont op Zee; 4) ende noch een stuck lants gheleghen in denzelven ban van Oosdom, dat Symon Nannesz ghebruijct om 6 R gld ende 5st sjaers, daer naeste lenden off zijn oost: die meer, west: Pieter Claesz, noord: die H. Geest, zuid: die abt van Engmont. Bezegeld 1505-02-20 na den loop shoofs van Holland
Floris Bolle en Costijn van Puersen, leenmannen