1 resultaten
1531-02-15 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 37v-41v
Jaartallenindex
Jan Cornelis Florisz, burgemeester, en Jacob Jansz, schepen der stede van den Briel, oorkonden dat Joost van Cleijburch, krachtens octrooi van de keizer verkregen dd 1529-09-25, ratificeert alsulcke makinge als hij en zijn vrouw jvr Cornelie Adriaen Janszdochter elkaar in voorleden tijden gemaakt hebben [1505-01-26]. Verclaerde voorts de voors. Joost van Cleyburch, testator, dat de meeste landen die hij nu met zijn vrouw bezit "sijn geinundeert ende mitten watere bevloyt sijn, waertoe men groote penningen zal behouven om deselve heure landen weer te brengen in heuren eersten staet". Hij vergunt nu zijn vrouw eventueel landen te verkopen om de benodigde penningen daertoe te verkrijgen. Verbeteringen aan het goed zullen dan niet ten goede komen aan zijn erfgenamen maar aan de hare. Al haar clederen, juwelen etc zullen haar blijven. Aan Neelkin Pietersdochter, nu ter tijt wonende bij de testator, maakt hij alsnog 30 schell per jaar haar leven lang, zolang zij niet tegen de wil van zijn vrouw huwt of geestelijke wordt. Indien Neelkin dan kinderen krijgt, zullen deze de rente van 30 schell behouden. Hij benoemt tot zijn executeurs testamentair: zijn neef heer Cornelis Claesz, priester, Andries van Bronchorst, Raad van Holland, Jan Cornelisz van Kerkwerve, rentmeester van het land van Voorne, Willem Boudinsz van Drenkwaert. Voor hun moeite maakt hij hun elk 6 Kar gld of 20 sch gr Vls (vgl 1529-09-25 en 1532-01-02)