3 resultaten
Teylingen, van | 1295, 1296
De Fremery no 309
Achternamenindex
uitspraak over het eigendomsrecht van gronden, tienden, rechten: 21) in die wildernisse die an Noetdorp leghet, die hair Symon van Teylinghe vercofte den buren diese bezeten hebben, hebben wi bepaelt den grave tambacht ende tiende van den Kerkweghe an den smalenweghe toe. Ende van Pieter Bonen sloete tote den Kerkeweghe toe, wisen wi den grave 't ambocht ende tiende, al hebben die luden dat erve ghecoft ende vergouden
1537-04-03 |
Inv Arch H. Geest 's Hage dl II regest 605
Jaartallenindex
schout en gezworenen in de ban van Stompwijk oorkonden dat Cornelis Cornelisz alias Kees verklaarde schuldig te zijn aan Dirck Gerytsz alias Komistgen een rente van 12 £ gr Vls sjaars of wel 6 £ Holl, uit 2 morgen land in Tegelrebroeck in de ban van Stompwyck, belend west: Cornelis Pietersz de Jon en Cornelis Cornelisz alias Kees, oost: Joachim Jansz en Jan Fransz, zuid: de Nieuweveenseweg, noord: de Goe, terwijl hij deze rente verzekerde op dit land en op nog 2 morgen ten westen daarvan, belend oost: de voors. 2 morgen, zuid: de Nieuweveenseweg, noord: Cornelis Pietersz de Jon en Cornelis Cornelisz alias Kees, west: Claes Jansz Boon. Op 1546-01-05 is ½ hiervan gelost bij handen van Jan Fransz in presentie van Dirck Pietersz. "Deesen brief hoert tue Geryt Dircksz scuemaker. Desen brief spreekt up Cornelis Cornelisz alias Kees. .... upten ..... tot Noetdorp" (Oorspr Inv 994)
Cornelis Jansz, schout, Adriaen Steffensz en Cornelis Jansz [als gezworenen]
Jacob Gherytsz | 1351-10-06
A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 10/Reg EL 25 fol 5v
Voornamenindex
hertog Willem oorkondt "dat wi vercoft hebben Jacob Gerritsz, onsen poirter tot Delft, dat ambacht van den Nuwenvene dat s graven Noer [t ?] vene geheten is, dair die N.Z. of streckt tote Dedingerbroeck, ende dat oestende dairof tote veren Avensloet toe, ende die suytside daerof an dat veen dat Willem Snickeriems veen genoemt is, ende t westende dairof tote Pieter Baven sloots toe, sterckende an Noetdorp, met allen renten en toebehoren alst hierbinnen gelegen is ende heer Willem van Duvenvoirde te hebben plach, diet jegens ons verbeurt heeft"; de hertog verklaart zich voldaan en betaald "met gereed geld, ende met coste dij hij ons bewijst heeft, dat hi bi onsen behiete in onsen dienst gedaen heeft. Ende gebieden allen onsen goeden luden binnen desen ambacht van den Nuwenveen, dat si Jacob gehorich en onderdanich syn"