noordoostzijde
10 resultaten
1540-10-29 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 134
Jaartallenindex
Willem de Jonge Willemsz wordt na dode van zijn vader Willem de jonge Reyersz beleend met ½ van alsulck somerlant mitten somerdijcke, bedyckt, als syn vader gemeen liggende hadde mitten kinderen van wijlen Adriaen van Meerdervoort, aan de noordwestzijde van Puttershoeck. Te houden tot een onversterfelijk erfleen
1535-07-31 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 309v
Jaartallenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat heer Lodewyck van Praet geseyt van Moerkercke, ridder, opdroeg tbv Willem de Jonge Reijersz ½ van alsulcke somerlandt mitten zomerdyk als heer Lodewyk gemeen leggende heeft mitten kinderen van wijlen Adriaen van Meerdervoort, aen die noordwestzijde van Pieter Huijchoirdt, met het verzoek om Willem de Jonge hiermede te belenen
Jacob de Vries Jansz, Gysbrecht Heerman Jacobsz, leenmannen van Holland
1545-06-06 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 360v
Jaartallenindex
Willem de Jonge Willemsz wordt na dode van zijn vader Willem de Jonge beleend met ½ van alsulck somerlant mitten somerdijck, bedyckt als syn vader gemeen liggende hadde mitten kinderen van wijlen Adriaen van Meerdervoort, aan de noordwestzijde van Puttershouck. Onversterfelijk erfleen. Daar Willem nog onmondig is, doet mr Willem de jonge, secretaris in den camer van onsen Rade in Holland de eed voor hem
leenmannen: mr Ipolite van Peryn, Raad en Proc. Gen. van Holland, jhr Roelof van Donghen, Cornelis Barthouts, Jan van den Woert, Anthonne Lebucq
1504-01-18 |
G.A. Haarlem Cartul Carmelietenconvent fol 48
Jaartallenindex
Heynrick Gherytsz, scout tot Akersloot, oorkondt dat Jan Ysbrantsz Poijtman erkent verkocht te hebben aan broeder Symon Heerman van Purmerend, prior van OLVr broeders binnen Haerlem, 1 R gld sjaars, staande ter lossing op zijn huis en erve tot Akersloet bij die kerke an die noordwestzijde, oost: Dyeleff Arentsz, zuid: Jacob Claesz, west: Pauwels Jansz, noord: Adam Gherytsz tot Haerlem. Binnen 10 jaar mag de rente met 12 R gld afgelost worden.
tuygen en buyrluyden in Akersloot: Eylaert Jacobsz en Evert Jacobsz, bezegeld door Heynrick Gerytsz
1371-09-23 | Leiderdorp
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 65/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
noch den brief van 8 morgen in een weer van 17 morgen. Schepenen in Leiden oorkonden dat Jan uten Waerde Mourynsz verkoopt Peter Symonsz 8 morgen in den ambacht van Leiderdorp in een weer lants van 17 morgen van der noordwestzijde in. Streckende uten Ryn op an den Afterdyck, an die Noordwest zide: Jacob die Ledighe, Zuidoost zide: Gheryt Screvel. Bezegeld 1371 s Dinxdages na St Mauritusdach (vgl 1369-12-11, 1371-11-23)
Ghered van Oestgeest en Willem Vlaminck, schepenen
Moor, de | 1664-12-23
R.A.H. O.R.A. 586 fol 34v
Achternamenindex
Gerard Pauw, heer van Heemstede, geeft in eeuwig durende erfpacht aan Philips Cornelisz van Beyerbergen het erve en werve, dat hij tegenwoordig in huur gebruikt, gelegen aan de Molenwerf, omtrent de noordwestzijde van het huis van Heemstede; daarop staat zijn huizing, erfpacht 33 gld, belend oost, west, zuid: de heer van Heemstede, noord: de sloot van de Molenwerf (vgl 1653-03-28, 1673-04-19)
verponding 1732 no 85a Heemstede
1371-09-23 | Leiderdorp
Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 65/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex
noch den brief van 8 morgen in een weer van 17 morgen. Schepenen in Leiden oorkonden jouffrou Geertruyt Ghysebrechtsdochter Jans wijf uten Waerde Mourynsz afstand doet ten behoeve van Pieter Symonsz van 8 morgen lands die zij leggende hadde in een weer land van 17 morgen in den ambacht van Leiderdorp, streckende uten Ryn aen den Afterdyck, an die Noordwestzijde: Jacob die Ledighe, an die Zuidoostzijde: Gheryt Screvel. Welk land Jan uten Waerde voirs. in leen hield van heren Willem van Kralingen, ende jouffrou Geertruyden voirs. lyftocht was. Voirt so quam Gherit van der Does Jans broeder voers. en scout quyt alzulke erfnisse als hem aencomen mochte van den lande voorn. Bezegeld 1371 s Dinxdages na St Mauricusdach (vgl 1369-12-11, 1371-11-23)
Ghered van Oestgeest en Willem Vlaminck, schepenen
1543-02-03 | Dampegeest, Limmen
Bijdrage Bisdom Haarlem dl 16 no 240/G.A. Haarlem Arch Zijlklooster Haarlem
Jaartallenindex
schout en schepenen van Lymmen oorkonden dat Claesgen Nyelendochter, weduwe van Adriaen Woutersz, met haar gecoren voogd Jacob Claesz, en de broers van Adriaen Woutersz, Claes Woutersz en Adriaen Woutersz, als voogden over de weeskinderen van wijlen Aeriaen Woutersz, erkennen schuldig te zijn aan het Zijlklooster te Haarlem een jaarlijkse losrente van 234 gouden Kar gld en 5 stuvers, losbaar met 4216 Kar gld en 10 stuivers. Als onderpand voor de betaling stellen zij: 1) een saete lants met de huijsinge daerop staende in den ban van Lymmen, genaempt Dampegeest, belend zuid: Willem Bertholomeusz c.s, west: t kerckenlandt van Limmen ende Arijs Dirick Visscherskinderen, noord: de gemeene dijck, oost: Dirick Willemsz; 2) een stucke lants annex Dampegeest, genaempt Dirick Willemszoonscamp, belend oost, west en noord: Dampegeest, zuid: een wateringe genoempt Grijelenzandt; 3) een stucke lants gecommen van heer Meynert tot Alcmaer, oost: de prelaet tot Egmont, zuid en west: de gemeene vaert, noord: het convent te Poel; 4) een acker landts, geheten de Zwetacker, oost en west: de gemene wech, zuid: Guerte Pietersdochter, noord: Anna Jans van Schoten; 5) een halff ackertgen, oost: de gemene wech, zuid en west: Claes Dielofsz, noord: coman Dieuwer; 6) een campe lants op tie Cleymeer, zuid en west: Jan van Foreest, noord: Jan Hugen, oost: Cleijmeer; 7) een stucgen lants op die noordwestzijde van de Rughe maedt, west: Jan van Foreest, noord: de Zandtcamp, oost: de gemeene Rughe maedt, zuid: dieselve Rughe maedt mit t convent van Zijl voors; 8) 1½ geerse lants, west en zuid: Jan van Foreest, noord: de Zantcamp, oost: de gemeene vaert; 9) ⅛ deel in heer Dirickencamp, west: die gemeene vaert, noord: die Monnickenhorn, oost: Claesgen Nyelendochter, zuid: de vaert; 10) een koeweyde, oost: de Zandtven, zuid: Jan van Foreest, west: de coster van Lymmen ende noord: Dampegeest. Om bij gebreke van betaling de rente hieraan te verhalen en aan geen der andere goederen van Claesgen en haar kinderen (vgl 1526-03-28, 1530-06-08, 1531-12-15, 1533-03-04, 1539-12-18, 1541-02-20, 1543-04-20, 1543-06-19)
Clais Willemsz en Claes Gerytsz, schepenen van Lymmen, bezegeld met het zegel van Jan Matheusz, schout
1528-02-24 (1527) |
Arch Marquette no 1106/Cartul Assumburg no 133
Jaartallenindex
Floris heere van Wyngaerden ende van Ruybroeck oorkondt dat hij heeft verkocht aan Alydt van Kyfhouck vrouwe douwagiere van Assendelft die perceelen van landen gelegen in den ban van Heemskerck ende opt Hofflandt in den ban van Wyck upt Zee, aangecomen vuyten huyse van Zwieten: 1) ½ van 5 Wilh scilde sjaars gaende bij maniere van erfpacht of huyer van een campe lants genoempt die Rietcamp, 2 R gld 17½st; 2) ¼ deel van al de landen die Willem Willem Andriesz in pacht heeft voor 105 R gld sjaers, daerinne gerekent die voirs. 5 Wilh scilden, zoe dat mijn portie daeraf bedraecht jairlix 27 R gld 13st 1 blanck, ende behoren die andere 3 delen, elk ¼: Ghijsbrecht van Zwieten, de weduwe van Gheryt van Schoten, Ghijsbrecht van der Bouckhorst mitten kinderen van wijlen Floris van der Bouckhorst tesamen; 3) ¼ deel in Jan Aertszoons campen als ick mitten voirs. persoon leggende heb, twelck gebruyct wordt bij Jan Claesz ende Symon Claesz, wonende tot Heemskerck ant Veer om 2 R gld sjaers, mijn deel 10st sjaers; 4) ½ van de drie delen van den Heckcommervenne [Heckmervenne] gelegen an de noordwestzijde van het voirs veer, gebruikt geweest bij Jan Claesz en Symon Claesz jaerlix om 43 R gld, mijn portie 16 R gld 2½st, ende die wederhelft van deze drie delen behoort toe aan Ghybrecht van der Bouchorst c.s. Ende dat vierendeel behoort toe die voors. Ghysbrecht van Zwieten ende die weduwe van Gheryt van Schoeten tsamen; 5) ¼ deel van alzulcke landen als ick ghemeen leggende hebbe mitten voirs. personen ende bruyckt Mergriete Maarten Dircszoons weduwe op t Hoflant, jaerlix om 15 R gld, mijn portie 3 R gld 15 stuvers; 6) ¼ deel van den landen die ick mittenselven persoonen hebbe leggende gemeen, die gebruyct worden bij Mergriete Gheryt Dircxzoons weduwe jaerlixe om 11 R gld, mijn portie 2 R gld 15st; 7) ¼ deel van alzulcke landen als ick mitten selven personen ghemeen hebbe ende Oetger Dircxzoon gebruyct heeft jaerlicx om 22½ R gld, mijn portie 5 R gld 12½ stuver. Soe dat mijn portie van alle die voirs. perceelen jaerlicx zuyver bedraegt 56 R gld 8st ende 1 blanck. Florys verklaart vervolens voor genoemde percelen 1693£ 2 schell en 6 penn ontvangen te hebben, en ondertekent en bezegelt de akte, tevens zegelt zijn schoonvader heer Willem van Alckmade, ridder
1546-12-31
Cartul Assumburg no 326/Arch Marquette 1106
Eigendomsakten Heemskerk
de prins van Oranje beleent Gerrit heer van Assendelft, na opdracht uit eigen goed, bruiker: Willem Willemsz en Dirck Baertsz, met: 25) twee stucken lants beijde geheten die Heckmervennen, gelegen aan de noordwestzijde van t Veer, daer Gysbrecht van Zwieten en de erfgenamen van zijn zuster de weduwe van Gerrit Schoten ¼ deel in hebben en die erfgenamen van Gysbrecht van der Bouchorst ¼ deel, ende die andere 3 deelen, groot voor mijn portie 4 morgen 174 roeden
Cartul Assumburg no 326/Arch Marquette 1106