11 resultaten
1420-12-31 |
R.A.H. 56 fol 34v/Reg in Beyeren IX fol 20
Haarlem Algemeen
Hugo van Ruyven is verleyt van mijn genadige Heere op ten lesten dach van December anno 1420 18 mergen lants gelegen bij der stede van Haerlem aen die noortzijde mitten woninge daerop staende, te houden ten rechten leen. Item noch dat ambacht van [Ruyven] gelegen bij Delft mit sijne toebehoren, ende groot is ± 200 mergen lants. Te houden ten rechten leen
Hogendorp, van | 1605-04-26
G.A. Amsterdam Not Arch no 5 fol 219v/Notaris Pylorius
Achternamenindex
scheiding en deling van de erfenis van Stijn Ysbrantsdochter, hun moeder of schoonmoeder: Ysbrant van Malsen, Lucas van Malsen en Cornelis Lenertsz Hogendorp als man van Hillegond van Malsen; aan Cornelis Hogendorp is ten deel gevallen bij loting "twee huijsen ende erven staende besijden malcanderen op de oudesyts oostervoorburgwal, daer lendenen van zijn Jacob Jansz Vick ean de noortzijde ende Wyburch Jans aen de zuytzyde"
1520-07-12 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Sticht fol 43
Jaartallenindex
Karel beleent Jan Evertsz na dode van zijn vader Evert Jansz met 4 morgen lands tot Bodegraven in t Burchbim [!] an die noortzijde van de Rijn, in een weer lants van 11 morgen gemengder vuere, belend boven: Jan van Vloeten, nu Albert Dircsz ter Goude, beneden: heer Gysbert van Vyanen en Jan Heyndricsz. Te houden tot een recht leen. Hulde doet voor hem Geerlof Jacobsz. Deze draagt het leen in presentie van heer Jacob Jacobsz, priester, oud oom van de voors. Jan Evertsz en als diens gemachtigde over tbv Willem Jansz, die er vervolgens "gemerckt dat de voors. Willem Jansz mede een jonge es beneden syn jaren", mede beleend wordt. Daar Willem Jansz onmondig is, doet zijn vader Jan Heindericsz de eed (vgl 1520-07-10)
leenmannen: heer Jan van Renesse van Wulven, ridder, Cornelis Barthouts, Simon van der Goude Jacobsz, Anthuenis Kievit
1476-10-10 |
Arch Marquette no 1106 fol E no 7/Cartul Assumburg no 7
Jaartallenindex
schepenen in den Hage oorkonden dat heer Willem Jansz, priester, met zijn gekoren voochts handt, gegeven heeft tot behouff van een cappelrije diemen opten dach van huyden verdient in die Kerke van St Lijsbettenzusterhuys in den Hage op St Elyzabetten outaer, ende in voorleden tijden gesticht ende gefundeert es geweest bij Jan Vos Hoochstraetsz ende Gheertruydt Willemsdochter, zijnen geechten wijve, 2£ Holl sjaers euwelick staende, gelt daer men broot ende wijn om coopt, te betalen alle jaer tot Heylighemisse, ende dese voors. rente heeft hij verzekert ende bewijst op zijn huys ende erve daer hij nu ter tijt inne woondt, staende in die Kerckstraet ende heeft belegen an die noortzijde Meester Jan Heynrick Warnartsz, oost: meester Jan voors, zuid: Arendt de metselaer, west: die Heerstraat, behouden den heere zijn recht (vgl 1476-10-02)
1547-01-14 |
Bissch Arch Haarlem/Cartul Klooster in den Hem Inv 119 fol 17v
Jaartallenindex
broeder Claes Rommers, prior, en broeder Ghovert Ryckertsz, supprior, broeder Jan oude Jansz, procurator, en gemeen convent van de Regulieren buiten Schoonhoven in den Hem, oorkonden dat zij op 1503-03-10 24 morgen land in erfpacht hadden gegeven in Bonrepas aan Dirck Enghelsz, mr Pieters Enghelsz, priester, Henrick Enghelsz en Aecht Enghelsdochter, waarvan bij besterfte of koop 4 morgen gecomen zijn aan Pieter Adriaensz, van Schoonhoven, en vervolgens weer aan het klooster, belend zuid: Jan Jan Melisz, noord: Anna Verhagen, streckende uijt dat waterschap van de Vlist opwaerts tot die lantsceydinghe toe van de noortzijde van Zevender. Deze 4 mrorgen worden door het klooster nu in een ewige erfpacht gegeven aan Willem Jan Dircksz, wonende nu an Zevender. Bezegeld nae t scriven der landen van Utrecht. Deze erfpacht wordt door Ghysbrecht Claesz van de Vlijst ende Adriaen van Hoef Baerntsz geoorkondt op verzoek van de prior (vgl 1503-03-12, 1549-03-01)
1624-12-07 |
R.A.H. Coll Aanw 529 fol 156v
Jaartallenindex
de ridderschap beleent heer Willem van Bronckhorst, ridder, na dode van vrouwe Anna van Woerden van Vliet en van Bouchorst, weduwe was van wijlen zijn broeder jhr Andries van Bronchorst, in syn leven heere van Vliet en Bouchorst, oudste hoogheemraad van Rynland. Volgens haar testament dd 1623-07-03 en volgens brieven van octrooi van de Staten dd 1609-05-07: 1) 6 morgen land, gemeen met heer Aalmanssen erfgenamen in het ambacht van Noordwyck op t westeinde van Duijnschoooten achter de Bouchorst, en is geheten "die Warande"; 2) 2½ morgen land leggende aan de oostzyde van der laan te Bouckhorst en mette suyteynde streckende aan de Heerweg; 3) 2½ morgen leggende gemeen met Vranck v.d. Bouchorst, streckende mitter noortzijde aan de wateringe langs, ende metter zuidzijde streckende aen die Bouchorst op die graft; 4) 2 campen lants leggende aen die Bouchorst, streckende mitter suytsyde achter aan Willem Vranckensz woninge, ende mette westzijde aan Varickhorst, mitte noordzijde aan Duynschoten, mette zuidzijnde aan de Nieuwe wegh. Houdende 14 hondt, eertyts in leen gehouden van de abdij van Egmond. Te houden tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een paar witte handschoenen. Zijn rentmeester Johan Stoop doet de eed voor hem
Herlaer, van | 1597-08-06
Weeskamer Alkmaar no 21 fol 158
Achternamenindex
Maritgen en Trijntgen, kinderen van wijlen Nan van Herler geprocreert bij Alydt Jansdochter: compareert voor weesmeesters hun moeder Alydt Jans, geassisteerd met haar broer en voogd Jan Jansz, en heeft ter presentie van Loef van Herler, schout tot Egmond, als oom van de kinderen van vaderszijde, haar kinderen onder protectie van de weesmeesters gebracht voor haar vaderserve "mitte helft van een huys en erve, staande en gelegen binnen deze stad aan de noortzijde van Luttoudorp", belend oost: Claes Symonsz Verwer, west: Jacob Dierten, houtkoper, belast met 12 gld per jaar, losbaar met 200 gld en nog met 9 gld, losbaar met 150 gld etc; Alijdt Jans zal haar kinderen onderhouden (vgl 1612-09-03 en 1612-02-02)
Alkmaar
1426-02-02 (1425) |
Cartul St Jan Haarlem no 616
Haarlem Algemeen
scepene in Hairlem oorkonden dat Hughe van der Maer en Griete Geerlofsdochter voor hen hun testament gemaakt hebben. De langstlevende behoudt tot zijn dood de bruikweer van de nabeschreven goederen: eerst een huis met erf aan de noortzijde van den grooten Kerchove, twisken Jan van Adrichem an die ene zijde, Hughe voorsz, Jan Evertsz, Claes Clinckairt, Ave Coman Dirc Foyen wedue met haar kinderen en mr Claes Evertsz scriver an die ander zijde, afterwaerts streckende an Heynric van Alcmade. Item noch die helfte van een huys ende erve onderdeelt daer Hughe van der Maer voirn. nu ter tijt in woent, leggende ende staende oestwaerts an die husinge mitten erve voirs, elc met sulken renten als dairop te hure staen. Verder nog imboedel, zilverwerk en kleinodiën. Na hun beider dood alles te komen aan hun rechte erfnamen
Doeve van Riedwijc en Ysebrant van Schoten, schepenen
1446-01-02 |
Register Criminele Sententiën Gerecht Haarlem p 24 no 88
Haarlem Algemeen
alsoe Jacop Coster, na den tuijch die t gerecht daeroff gehoord hebben, den kircmeesters onredelicke, dreijgelicke woirde gegeven heeft, doe dat fundament van den nuwen werck aan de noortzijde van der kirken gedolven wort, en omdat dieselve Jacop oic sake gehantiert heeft daer grote ongenoechte binnen der stede off gecomen mochte hebben, ende oic omdat hij zyn wyff groet ontier ende vrese van horen lyve gedaen heeft, ende omdat hy synen broider dreijgelike woorden gegeven heeft, ende alsoe hij van deser misdaden die sake gebleven is an den gerecht, soe seit hem t gerecht over dat hy der stede ter betering daeroff doen sal ende geven 40000 steens ende 20 hoet calcx, ende die zal hij verbrgen (!) an s gerechts handen tusschen dit ende den heiligen Dertiendage. Ende waert dat hij des niet en dede, soe banden t gerecht na den heiligen Dertien terstont uter stede, uut der baljuscip van Kenemerland ende van Rynlant ende niet weder in te comen tenzij dat hij den steen en kalc verborgt heeft ende die sal hij doen leveren en brengen op synen cost binnen der stede by der Zylpoirten ende daer en tenden nochtant binnen der stede niet te comen tenzij bij wille van den gemenen gerecht
1572-05-31 |
Arch Marquette no 1775 2 afschriften begin 18e eeuw, één M.S.P. Rendorp
Jaartallenindex
testament van Martijn van Heemskerk Jacobsz, schilder, poorter der stad Haerlem, hij bepaalt: - te worden begraven in de kerk van Sinte Baef te Haerlem in de nieuwe kapel aan de noortzijde; - bevestigt het door hem en zijn huisvrouw Marritgen Gerritsdochter voor mr Thomas Laurens Prins gemaakte legaat tbv 2 "schaamele maagden" jaarlijks uit te huwelijken, waarbij hij nog een losrentebrief voegt van 12 Kar gld ten laste van Nanninck Jacobsz tot Schalkwijk; - vermaakt aan de kerk van Heemskerk een stuk land liggende achter het huis te Heemskerk, genaamd Goedshuisbosch tbv het onderhoud van het graf van zijn vader, gelegen op het kerkhof aan de zuidzijde; - aan Jan Raad Aelbertsz, secretaris van Haerlem, een losrente van 6 Kar gld sjaars, verzekerd op het huis van wijlen diens vader Albert Claesz Raad; - aan zijn broederszoon Jacob Willems 6 morgen land in de ban van Schalkwijk, gekomen van Wouter van Stompwijk, en een losrentebrief van 60 Kar gld ten name van Frans Jansz, verzekerd op de Maj. Domeinen van Kennemerland, en mogelijke schulden; - Jacob Dirksz van der Hek, zijn zusters zoon , twee stukken land in de ban van Heemskerk, groot 5 maden, gebruikt door Wouter Hendriksz alias Wouter van Dam; - Grietgen Dirksdogter, zijn zustersdochter, een stuk land genaemd de Koekoek, groot 4 morgen, gelegen in de ban van Heemstede, in gebruik bij Jeroon Cornelisz Cornelis Claesse, buiten de Houtpoort; - Klaas Dirksz, zijn zusterszoon, een stuk land gelegen buiten de Cruyspoort in de vrijheid van Haarlem, groot 6 morgen, in gebruik bij Engel Gerritsz; - Hillegond Gerrits, zijn zustersdogter, 2 akkers aen de Hoogdorperwech, strekkende tot de Brugsloot, en 2 akkers strekkende van de Schouwbeek tot de Kuikenweg, en een stuk land gelegen ts de Groote Houtweg en de Beu.... weg; - Baete Gerrits, zijn zustersdochter, een croft geestland groot 14 ackeren zaaijens, met nog 2 akkers daarnaast en een campje land genaamd Kijfven; - Anna Gerrits, zijn zusters dochter te Limmen, 3 stukken land; - maakt tot zijn erfgenaam Jacob Willemsz, zoon van zijn broer Willem Jacobsz voor ⅓, de kinderen van Nelletje Jacobsdochter voor ⅓ en de kinderen van Gerritgen Jacobsdochter, beide zijn zusters, voor ⅓, op voorwaarde dat de erven bij zijn voor- overlijden zijn weduwe jaarlijks 150 Kar gld zullen betalen. Hij benoemt tot zijn executeurs: mr Jan van Zuijren en Hendrik van Wamelen, burgemeesters, hen nalatende 2 schilderijen, t een grooter dan het andere, nl "ons Heere aan t Cruys" en "t Bordeel", of elk 10 Bourg Daelers. Akte van inbewaargeving van dit testament dd 1572-10-18 bij notaris Jan Raed Aelbregtsz te Haerlem. Echtheidsverklaring 1591-12-17