Grebber | 1547-03-16

R.A.H. Recht Arch 4576 fol 646

Achternamenindex

Jan Grebbersz, van Oesthusen, bootsgezel

Grotinc | 1405

Rek Rentmeester Kennemerland 836 fol 7

Achternamenindex

Pieter Grotincsz: van de tienden van groot Oesthusen 14 £ 3sc 6d

Beets, van der | 1354-1355

Rek Rentmeester Kennemerland 801 fol 9v

Achternamenindex

Dirc van der Beets: van de tienden van Groet Oesthusen 18 £ 5sc

1474-06-12 |

Arch N.Z. Kapel Amsterdam no 313/Arch Oude Kerk Amsterdam

Jaartallenindex

scout en schepenen van Oesthusen oorkonden dat mr Jan Eggert, priester, met zijn voogd Mathijs Loen, geeft aan de kerkmeesters van de St Nicolaaskerk te Amsterdam, totten siven getiden behoef, een stuk lands van 11 hont gelegen in den ban van Oesthusen, dat Jan Mijenz die molenaar te houden placht. Nog een stuk land van 2 deympt dat Jan Dircksz te bruken placht. Noch 3½ deympt land geheten Vokell koije, welke Jan Dirksz ende Jan Moensz plachten te gebruiken. Nog 6 deympt geheeten de Katerbiesen, en verder al het land dat hij in den ban van Oesthusen heeft liggen

Pieter Heijnsz, schout, Pieter Jansz ende Pieter Mijenz, schepenen; bezegeld door Loeff Dirxz

Waal, de | 1356

Rek Rentmeester Kennemerland

Achternamenindex

Claes de Wael: (806 fol 7v) van de tienden van Scaderwoude 3 £, van Grote Oesthusen 6 £; 1356-1357: (804 fol 5) afterstal van 1355 van de tienden van Scaderwoude 31sc 6d, van Groet Oesthusen 38sc 7d; 1358-1359: (806 fol 3) van de biertollen in de Veenhopscogge 37 sc afterstal

Oosthuizen, van | 1316

Rek Hen Huis I p 26, 184

Achternamenindex

ontvangst van landhuur van de meente te Eykendunen: Doedo van Oesthusen, 13 sc 4d; 1334: Doedekyns weduwe van Oosthuisen, 13sc

1498-11-21 |

Kroniek Hist Gen jg 1852 p 278/Arch Mathenesse

Jaartallenindex

verpachting van s Heren Warderbroeck door Floris van Alcmade, op voorwaarde van den dijk te onderhouden, naar luid van de keuren van Oesthusen (vgl 1365-01-27~, 1390-04-16, 1515-06-11)

1325-10-08 |

A.R.A. Copie Leenkamer no 27 fol 49/L.R. 11 fol 15

Jaartallenindex

graaf Willem oorkondt: heren Dierick van Outshorne, onsen bailju van Medenblic saluyt ende onsen goide jonste! Wi doen u te weten, dat dit onse segghen es van dien van Scaderdam, dat wij ghestade houden die zeventuich dien op ghedaen is ende seggen dat te beteren Ebele Pietersz ende Gherbrand Ballingh van Groot Oesthusen, daer t op ghetughet es met all den lande dat leget binnen den ban buyten den dycken van Groet Oesthusen, ende in den tuijch wanwerkich es. Ende ombieden u dat ghij diegheene die wanwerkich syn, dat ghelt dairoff doit betalen, ende offpandt, alsoo dats hem Ebelen ende Gherbrand met reden niet en hebben te becroonen. Ende des en laet niet, alse lieff als ghy ons hept

1510-08-05 |

R.A.H. Coll Aanw 114 Caput Zeeland, Voorne fol 43v

Jaartallenindex

Karel etc beleent Claes Claesz van Veen na dode van zijn moeder Clemence van Veen met "alsulcke een deel lands als zyn moeder Clemence van Veen aldaar hadde leggende in Oesthusen". Leen van Voorne. Te houden tot een erfleen. Heergewade: een rode sperwer

present: Jacob van Matenesse, Pieter Plumion, Jorden van Raemsdonck

1469-05-25 |

G.A. Amsterdam Inv Gasthuizen regest 681/Arch Nieuwe Nonnen Amsterdam

Jaartallenindex

schout en schepenen in Oesthusen oorkonden dat Heyl Garbrandsdochter met Pieter Jansz, haer oudevader en voogd, geeft aan het Nieuwe Nonnenconvent te Amsterdam ten vrijen eigen alzulke goederen als haar zijn aanbestorven van haar vader Garbrant Pietersz, en van haar broeder Melys Garbrantsz, bestaande in eenige landen bij Oesthusen, nl een deymt in Jan Heinricsz Ven, daer lenden of zijn oost: Jan Arijs, west: Claes Rol. Voert een deymt in Barnts Ven, t verrdel van die 4 deympten, daer lenden of zijn oost: die Reguliers, west: Jacob Jan Rembris. Voert een deymt in die Koech met haer oem Heyn Rol, bij Dirc Gerytsz hofstede, met dat ¼ deel van dat huijs en werf daer Peter Jansz nu ter tijt in woent; ⅛ deel van een morghen after dat blochuys binnendyc after die Leijsen [?] mit Dirc Rol gemeen, daer lenden of zijn noordoost: Kathrijn Outghers, zuidwest: Egghel Jacopsz, ende ½ deempt lants op Hoebreede in Tyman Scoutinx Wout (vgl 1469-08-25)

Loef Dircz, schout, Pieter Jacop Harmis en Jacop Timisz, schepenen