1492-04

folio 154 CL, CLI 1489-1492

Transportregister Haarlem

Wendelmoet Pietersdochter met haar neef Jacob Henricsz als voogd is schuldig haar broeder Willem Pietersz (voor de alinge uytcoop van de sculden die in de boel gebraken, daer of hij mits desen ofstal doet, ende en sal niet ontfangen, mer de voirs Wendelmoet daermede laten begaen, op te verbuernisse of hij een stuiver van de selve sculden ontfinck van 1 nobel); 85 R gld, te betalen etc

1495-01-31 (1494) | ook Beverwijk

Arch Grote Gasthuis Haarlem no 38/1 no 185/St Elisabethsgasthuis Haarlem

Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem en leenmannen van de grafelijkheid oorkonden dat Ysbrant Pietersz voor zichzelf en Hillegondt Pietersdochter met haar vader Pieter Ysbrantsz, en dezelve Pieter Ysbrantsz, Ysbrant Pietersz en Hillegont Pietersdochter tezamen voor Arijs Pietersz die uijtlandig is, gelieden dat de gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis in het gasthuis aangenomen hebben Margriet coman Danels weduwe, oudemoeder van de voors. Ysbrant, Arys en Hillegont, ende dieselve gasthuysmeesteren himluyden als hare naeste bloet ende gerechte erfnamen voir den ofstal van der voors. Margrieten goede hiernaegescreven, bij dadinge van goede mannen gegeven hebben de somma van 72 R gld. Hiervoor dragen de voors. Ysbrant Pietersz c.s. op aan de gasthuismrs 3 stucken lants, dair af datter een gelegen is in de Beverwijck, een in Wyckerbrouck, ende dat derde buyten dijck, die tesamen geghouden hebben 10 R gld sjaars. En daartoe nog een huis en erf met inboedel en huisraad gelegen in die Breedestege, tevoren aan Margriet toebehoorend. Bezegeld na den scrijven der voirs. stede van Hairlem

Jan Jacobsz en Ysebrant van Sparwoude, schepenen