10 resultaten

Heye | 1308-12-02

Reg Rotterdam en Schieland no 191
Achternamenindex

Ocker Bitter, Henric van Cralinghen, Henric Willaem Makoutsz, Gilys van der Sluse, heemraden in heer Ogiersambacht in Yselmonde

Sluyse, van der | 1308-12-02

Reg Rotterdam en Schieland no 191
Achternamenindex

Ocker Bitter, Henric van Cralinghen, Henric Willaem Makoutsz, Gilys van der Sluse, heemraden in heer Ogiersambacht in Yselmonde

Makout | 1308-12-02

Reg Rotterdam en Schieland no 191
Achternamenindex

heemraden in heer Ogiersambacht in Yselmonde: Ocker Bitter, Henric van Cralingen, Heye Willem Makoutsz, Gilys van der Sluse

Cralingen, van | 1308-12-02

Reg Rotterdam en Schieland no 191
Achternamenindex

Ocker Bitter, Henric van Cralinghen, Henric Willem Makoutsz, Gilys van der Sluse, heemraden in heer Ogiersambacht in Yselmonde

Riviere, van | 1304~, 1313~

Reg Rotterdam en Schieland dl IV p 650 no IV/R.G.P. Grote Serie no 171 Rek Domein Putten II p 265
Achternamenindex

leen van Putten in Zuidholland: Jacob die Riviere en Alyd Willem Hoefstaertsdochter wegens 6 gaarden land in Ysselmonde; in het land van Putten: de Rivire, 8 gaarden in zijn zate in heer Ogiersambacht

Voorschoten, van | 1308-12-02

Reg Rotterdam en Schieland no 191
Achternamenindex

heemraden in heer Ogiersambacht in Yselmonde verklaren dat hun heer Ogier van Vorscoeten aan heer Jan uten Hage, kapellaan te Coninxvelt, tbv de proost en convent van Coninxvelt, gegeven heeft 5 gaarden land, bewoond door Hughe Ottenz

bezegeld door heer Dideric pastoor van Yselmonde en Jan, zoon van heer Gilys van Vorscoten, ridder

Bitter | 1308-12-02

Reg Rotterdam en Schieland no 191
Achternamenindex

Ocker Bitter, Henric van Cralinghen, Henric Willem Makoutsz, Gilys van der Sluse, heemraden in heer Ogiersambacht in Yselmonde, verklaren met erkenning van zijn bevoegdheid om erover te beschikken, dat vóór hen heer Ogier van Vorscoeten, hun heer, aan heer Jan uten Hage, kapellaan te Coninxvelt, tbv de proost en convent van Coninxvelt, gegeven heeft 5 gaarden land, bewoond door Hughe Ottenz, en verzoeken aan heer Dideric, pastoor der parochie te Yselmonde en Jan, zoon van heer Gillys van Vorscoten, ridder, het stuk te bezegelen, waaraan zij gevolg geven

Haghe, uten | 1308-12-02

Reg Rotterdam en Schieland no 191
Achternamenindex

Ocker Bitter, Henric van Cralinghen, Henric Willem Makoutsz, Gilys van der Sluse, heemraden in heer Ogiersambacht in Yselmonde, verklaren met erkenning van zijn bevoegdheid om erover te beschikken, dat vóór hen heer Ogier van Vorscoeten, hun heer, aan heer Jan uten Hage, kapellaan te Coninxvelt, tbv de proost en convent van Coninxvelt, gegeven heeft 5 gaarden land, bewoond door Hughe Ottenz, en verzoeken aan heer Dideric, pastoor der parochie te Yselmonde en Jan, zoon van heer Gillys van Vorscoten, ridder, het stuk te bezegelen, waaraan zij gevolg geven

Cralingen, van | 1397-09-04

Reg Rotterdam en Schieland no 1394, 1393
Achternamenindex

Jan die Weent, abt van Egmond, verklaart in leen gegeven te hebben aan heer Diderick van der Lecke, ridder, het leengoed, vrij gestorven door het overlijden van zijn schoonvader Odgier van Cralingen, zonder wettige zoon, bestaande uit een korentiende en een smaltiende, gelegen in Ogiersambacht van Cralingen, strekkende aan de oostzijde 10 gaarden buiten de uiterste zool van de oude dijk in 's Gravenambacht, gaande zuidwaarts tot aan de vloeddijk, terwijl tussen de vloeddijk en de weg een watering loopt, die de scheiding vormt tussen deze tiende en het ambacht, dat van de vrouwe van Rotterdam was, de westzijde strekkende tot aan de Lanesloet etc tot de Hem en het noordeinde tot het dorp van Schie; <1397-09-04: Oetzier van Cralingen verklaart ontvangen te hebben van Coert Coertsz van diens eigen goed 3 ½ morgen land gelegen in het ambacht van Maesland

Boekel/Bokel | 1325-09-29

Reg Rotterdam en Schieland no 340
Achternamenindex

Geraerdt, pastoor der parochie te Hillegartsberghe en Didderick Buekel uter Nesse verklaren als uitvoerders van het testament van heer Jan van Meerlijn, in leven persoon te Ouderscye, het volgende overeengekomen te zijn omtrent het nagelaten land, gelegen tussen het land van vrouwe Ane Arnouds en dat van Willem Clarissensoen, waarvan het noordeinde strekt tot aan de Schyedijk en het zuideinde tot aan de Spaaanse weg in de parochie van Schie en in heer Ogiersambacht van Cralingen. Degene die dit dit land gebruikt, zal betalen 40 sch aan het altaar dat heer Jan zelf gesticht heeft en 10 sch aan de persoon van Schie, benevens jaarlijks een pond aan heer Geraerd van den Berge, na diens dood aan de parochie ten Berghe. De overige inkomsten van dit land zullen komen aan de kapel die Diederick Buekel beloofd heeft te stichten in de kerk van Schie. Diedderick Buekel uter Nesse verklaart bovendien te geven een stuk land, gelegen tussen Aelmarsland aan de noordoostzijde en het land aan Jan van der Spange en Jan Hoec gemeen aan de zuidwestzijde van de weg die naar de Schiedijk loopt, strekkende tot de wetering in Matenesse

Uytternesse